Dordogne – Jour 1, 2 – Le jour à Rocamadour
Een vakantie plannen, die tegemoet komt aan de wensen en noden van iedereen in het gezin. Dat wordt jaar na jaar moeilijker. Niet alleen hebben we 2 pubers, maar als extra moeilijkheid is er ook nog de hond.
Waar de volwassenen een lange actieve, sportieve vakantie in the middle of nowhere willen, daar willen de kinderen een ‘kort en krachtige’ vakantie met mooi weer, zwembad en leeftijdsgenoten.
Ik vind dat we dit jaar een mooie oplossing vonden om beide te verzoenen. In juli gingen we een week met ‘Family Adventure’ op Canyon mix in Bielsa (Spaanse Pyreneeën). En nu, terwijl de kinderen op scoutskamp zijn, zitten wij (Bjeurn, ik en Juno) hier in de Dordogne. Waar we vanaf morgen 5 dagen in de kano zullen spenderen.
Gisteren was de vakantiestemming nog niet helemaal present.
Misschien mede omdat de dochter die dag 150km naar het scoutskamp moest fietsen, op een dag met verschrikkelijk slecht weer. En dat ik wel bezorgd was voor valpartijen met de koersfiets waar ze weinig rijervaring mee had. Of misschien omdat we die dag al om 3u45 moesten opstaan om haar op het startpunt af te zetten. Of gewoon omdat een hele dag rijden niet zo plezant is.
Nu dag 2 er zo goed als op zit ben ik helemaal in het vakantiegevoel gedompeld en wel hierom
- Een picknick op een idylisch plekje aan de Dordogne
- Vogelspotten en blijven twijfelen tussen alle soorten zwaluwen (ze zijn zo snel). Maar dan weer niet twijfelen over de putters en zwarte wouwen, …
- Juno die begint te graven (we zitten in truffelgebied), maar niets boven haalt. Wat natuurlijk jammer is, maar de belofte op een truffel voelen we al.
- Een bezoek aan Rocamadour. ’t is te zeggen, nadat we ons over de hoge toeristische index hadden gezet. Absoluut terecht trouwens, Rocamadour is niet voor niks werelderfgoed. Maar wij genieten precies meer van zo’n plaatsen als we er te voet of al fietsend aankomen. En nu waren we met de auto. Maar desalniettemin toch een aanrader.
- Een camping die alle goeie vibes heeft (en geen briefjes met regels die ophangen)
- Een avondwandeling naar het kasteel en mirador van Castelnaud-la-Chapelle. De bedoeling was om Juno even uit te laten en dan taco’s te eten op de camping. Maar het werd een prachtige wandeling in een pittoresk dorp, zonder het massa toerisme van daarnet in Rocamadour. Een etentje in een lekker restaurant en dan met het lichtje van de gsm in het donker terug naar de camping.
Overnachting 1: camping De Sologne (doortrek camping met veel briefjes met regels)
Overnachting 2: camping Les Magnanas aan de Dordogne (goede vibes) en op wandelafstand van het mooie castelnaud-la-Chapelle
Roadtrip Zweden – Dag 18 en 19 – Afsluiter in Heide Park
Het regent als we wakker worden. Dit is wat er vandaag op het programma staat. 15°C frisser dan gisteren en constant regen. Alles beter dan 37°C, maar regen is eigenlijk wel niet zo fijn.
Onze kamping ligt op wandelafstand van Heide Park, het enige sterke punt. We vertrekken met zijn allen, wij gevieren en Juno, die ook welkom is in het park. Een pretparkbezoek met hond lijkt me niet zo ideaal. Het alternatief, Juno en ik die achterblijven op de kamping, op een regenachtige dag, spreekt me ook niet aan.
Als we te voet vertrekken komt de zon er even door. Ik grap nog dat ik mijn zonnebril moet meenemen. Niet beseffend dat we prachtig weer zullen hebben, en dat ik mijn zonnebril en de zonnecrème zal missen.
Mijn verwachting was, dat Juno en ik de voormiddag in het park zouden doorbrengen en dan terug naar de kamping wandelen.
Heide Park was echter een enorme meevaller. Er was opvallend weinig volk (dankzij de slechte weersvoorspelling?). Ik moest me dus geen zorgen maken dat de mensen op Juno haar pootjes gingen trappen. Het was stralend weer met zon en een perfecte temperatuur, er moest niet of amper aangeschoven worden aan de attracties. En er waren overal comfortabele banken voor de achterblijvers die op de rugzakken moesten letten. De kinderen vonden hun gading in de attracties. Veel loopings en “trills”. Ik was al stiekem content dat ik dat nog niet kon doen, ik krijg jaar na jaar meer schrik in een attractiepark.
Tegen 16u kwam dan toch de voorspelde regen, met een enkele donderslag. Alle attracties werden uit voorzorg gesloten. Maar een half uur later kwam de zon er weer door.
En zo is deze dag héél goed mee gevallen. De kinderen vonden het super. Juno gedroeg zich chill, of de gillende mensen en lawaaierige roller coasters de normaalste zaak van de wereld waren. En ze hield goed in de gaten of ze frietjes of ander lekkers op de grond kon opruimen. Zelfs ik heb enkele attracties kunnen mee pikken.
Alles werd uit deze dag gehaald. We stapten pas bij de laatsten het park uit.
En dan volgde de laatste avondwandeling. In de eerste wereldoorlog moet het hier vies gedaan hebben. In de directe omgeving van de kamping zijn er 2 gedenkplaats van krijgsgevangenenkampen. We worden er stil van als we lezen op de informatieborden welke drama’s er hier hebben plaatsgevonden.
Het hoofd is bij iedereen gedraaid naar huis. Zelfs bij Juno precies. Die slaapt ’s nachts bij Liv en besluit dat 6u een goed uur is om wakker te worden. Rond 7u besluit ze dan om alleen te gaan zwerven door de kamping. Efkes een paniekske bij Liv. Ik weet ondertussen wel dat Juno wel terug komt en dat ze niet naar de grote baan zal trekken. Maar ik vertrouw ze op andere vlakken niet. Ik zie ze best in staat om overal op de kamping restjes eten te bemachtigen, of schoenen te gaan stuk bijten.
Gelukkig is Juno haar enthousiasme om mij uit de tent te zien komen, groter dan haar zin voor deugenieterij. En zijn we snel weer verenigd.
En zo vertrekken we weer compleet huiswaarts. Het was een geslaagde en memorabele reis. Zweden zit in diep in mijn hart, en ook in dat van Bjeurn. Maar minder bij de pubers. Voor volgend jaar zoeken we naar een nieuw concept, ander land, geen roadtrip, geen fietsvakantie, misschien zelfs geen nomadische reis. Tips zijn welkom.
Overnachting: kamping auf-dem-simpel Soltau
Roadtrip Zweden – Dag 17 – Afgrijselijk heet
De hete temperaturen van het Zuiden van Europa bereiken nu ook het Noorden van het continent. Tijdens de autorit van 7u naar Soltau, terwijl wij lekker in de airco zitten, zien we de thermometer tot 41,5 °C stijgen.
Soltau in Duitsland is onze laatste bestemming. Daar ligt immers Heide Park, het pretpark dat we onze kinderen beloofd hebben.
Vic zegt tijdens de rit een paar keer enthousiast “Wie heeft er zin in morgen?”. Waarop Bjeurn en ik “Ikke nie”. En zo is het. Voor mij, en voor Bjeurn ook weet ik, is de vakantie nu eigenlijk voorbij.
De kamping in Duitsland staat in schril contrast met de gemoedelijkheid in Zweden. Zweden heeft ons veel gegeven, maar hier heerst een gevoel van schaarste. Terwijl dit, met zijn € 107 voor 2 nachten met stip de duurste kamping van onze reis is.
We komen aan, en het is afgrijselijk heet. We haasten ons meteen naar het kampingcafé, om daar 50 minuten te moeten wachten op onze warme cola. Ons eten staat eerder voor onze neus. Zonder saus bij de frietjes, want dat waren we vergeten bij te bestellen. En daar gingen we echt geen extra 50 minuten op wachten.
Mijn databundel is er ondertussen zo goed als door, en ik was blij te lezen dat er overal op de kamping wifi was. Ze waren er wel vergeten bij te zetten dat het geen free wifi, maar wifi tegen woekerprijzen betrof.
We hebben een terrein met elektriciteit, maar hier geldt hetzelfde, betalen per hoeveelheid afname. Gelukkig volstaan voor onze gsm’s de powerbanks wel.
In Zweden zijn we er gemakkelijk in geslaagd om zonder Zweedse kronen het land door te trekken. Hier in het winkeltje, kan er enkel cash betaald worden. Ik had niet gedacht dat het de euro’s waren, die ons het lastig zouden maken.
Tenslotte hebben we een douchekaart die opgeladen is voor €10. Iedereen wil natuurlijk douchen. Dit moet beurtelings (want maar 1 kaart). En ik hoop dat er niemand zonder water gaat vallen, en we toekomen.
We missen de Zweedse meren al, maar gelukkig is er wel een zwembad dat verfrissing brengt.
Ons hondje ploft zich vandaag overal lusteloos neer. Pas rond 21u, als het eindelijk begint af te koelen komt er terug leven in het beestje. De Duitsers schijnen honden wel graag te zien. Juno krijgt veel aandacht. Maar zo gekend als in Zweden zijn waterhonden hier niet meer. Er wordt me een paar keer gevraagd of Juno een labradoodle is. Waterhondenparadijs stopt in Zweden.
We zijn blij dat het morgen enorm gaat afkoelen. Temperaturen boven 25°C zijn ons ding niet. En vandaag is het 37°C en we vonden het vreselijk. Vic wil volgend jaar naar Kroatië, maar dat detail is hij uit het oog verloren.
Overnachting: kamping auf-dem-simpel Soltau
Roadtrip Zweden – Dag 16 – Nimis
Geen autoverplaatsing vandaag. Op het programma een mountainbiketocht voor Bjeurn in de voormiddag. Dan hebben we die fietsen toch niet voor niks mee gesleurd.
Voor mij was het het moment om de ereader eens op te vissen en nog eens iets nieuws te lezen uit mijn Stephen King collectie.
In de namiddag was een hike naar Nimis en het nationaal park Kullaberg gepland.
Nimis is iets waar te plaatse niet veel promotie rond gemaakt wordt. En toen ik er kwam besefte ik waarom. Er was nu al veel volk, de plek heeft helemaal geen promotie nodig, ze zullen accidenten misschien ook willen vermijden.
Ik zal Nimis even schetsen. Nimis (Latijn voor “teveel”) is misschien het meest omstreden kunstwerk van Zweden. In 1980 begon Lars Vilk een constructie te bouwen van wrakhout. Dit op een slecht toegankelijk rotsstrand. Het duurde 2 jaar eer deze constructie ontdekt werd door publiek en autoriteiten. En het is de vraag, is dit een kunstwerk of een hoop rommel? Is Lars Vilk een kunstenaar of een eigenwijze gek?
Er lopen processen om het kunstwerk te laten afbreken, en soms is er een aanval met vuur of kettingzaag.
Naast het impressionante Nimis staat Arx, een andere constructie van steen en beton. De constructies zijn trouwens nog steeds “work in progress”. Als je chance hebt, kom je Lars Vilk in hoogsteigen persoon tegen en laat hij het volkslied van Ladonië horen. Hij heeft het terrein immers als zijn eigen vrijstaat uitgeroepen, met als volkslied het geluid van de plons van een steen die in de zee gegooid wordt.
Als je aan ons vraagt of Lars Vilk een kunstenaar of eigenwijze gek is, dan zeggen wij ‘beide’. Maar dat hij een kunstenaar is, dat vinden we absoluut. Hij brengt iets te weeg, hij beroert, fascineert, enthousiasmeert. Het terrein is redelijk moeilijk toegankelijk. En toch slaagt hij erin om jaarlijks 30 000 mensen, jong en oud, sportief en onsportief, intact sleutelbeen en gebroken sleutelbeen, … tot beneden aan de zee te krijgen. Al dan niet door zijn constructie, die vol uitstekende nagels steekt en naar alle waarschijnlijkheid niet gekeurd is.
Daar op Nimis kwamen we trouwens weer 2 Spaanse waterhonden tegen. Blijkbaar zijn de 3 soorten waterhonden in Zweden zeer gekend en populair. Hier zeggen ze waterhond tegen een labradoodle en niet andersom.
Na Nimis stond nog een hike verder door Kullaberg gepland. Maar die hebben we moeten inkorten. Iedereen was kapot, en Juno al zeker.
Juno had ’s avond zelfs geen energie meer voor een wandeling op de kamping. Dit was een kamping die zich goed leende voor een inspirerende wandeling. Waarin we kijken hoe iedereen zijn kampeeropstelling is, wat de nieuwe kampeergadgets zijn en welke campervan we willen.
Er waren enkele daktententen, veel saaie campers en campervans (voor originaliteit moet je bij de Duitsers zijn) maar wel iets heel speciaals. Als Dyson een caravan zou uitbrengen, zou ik het me zo voorstellen.
Dit hebbeding is niet van Dyson, maar van Mink. En kost € 16 000 voor de basic versie, maar kan ook worden uitgebreid met buitenkeukentje, fietsenrek, …. #nospon.
Juno sliep deze nacht in Vic zijn tent en niet in haar bench in de auto. Goed, want ze zal toch moeten wennen aan de tent. Wij gaan de bench niet blijven meesleuren, want we plannen in de toekomst ook hike tochten en fietstochten met haar te doen.
Overnachting: First Camp te Mölle
Roadtrip Zweden – Dag 15 – Mölle
We zijn, na dik 5u rijden, aangekomen op onze laatste Zweedse overnachtingsplek. Mölle, een plekje op een schiereiland aan het kattegat (de zeestraat tussen Denemarken en Zweden), en helemaal ontsloten door het nationaal park Kullaberg.
Mölle werd me op 1 dag, door 2 mensen aangeraden, een Zweed die we aan een schelterplaats tegenkwamen en via Sofie op instagram. Allebei zo enthousiast, dat ik ze graag geloofde.
Hier waren we wel zo slim om op voorhand (=gisteren), te reserveren. Al een chance, want toen we aankwamen werden er mensen weggestuurd omdat het volzet was. Blij dat deze woorden deze keer niet tegen ons gericht waren. Onze camping is groot, met zwembad en met veel kinderen met gezinnen. Maar wat mij betreft zitten de vibes wel redelijk ok.
Vandaag wandelden we naar de jachthaven van Mölle, gezellig met de boten, eindelijk ook eens wat horeca, en helemaal omringd door bos en berg (het Kullaberg national park).
Het doet ons al niet meer zo Zweeds, maar eerder Deens, aan. Misschien omdat de huizen van baksteen, en niet meer van hout zijn.
Het strand loopt over in natuurreservaat, met grazende koeien en schapen. En op de pier vangen kinderen krabbekes en doen de Zweden een avondduik, waarna ze hun badjas aantrekken. Dat is wat mij betreft iets typisch Zweeds. Met je badjas naar het strand/meer en nog efkes zwemmen. Heerlijk vind ik dat (en moedig ook).
Maar de Zweden zijn outdoor mensen, dat zie je aan alles. De tijdschriften in de winkels over jagen, de faciliteiten buiten (vuurkringen met hout, droogtoileten, …)
Wij testen in Mölle de app Tamedhunden die Annemarie ons aanraadde (of de Engelse benaming “Bring the dog”). En inderdaad, Juno mag binnen in het restaurant dat als hondvriendelijk wordt aangegeven. Er wordt water voorzien en je kan zelfs hondensnacks kopen. Dat laatste gaat ons net te ver.
We genieten ervan om eens samen op restaurant te gaan en onze benen onder tafel te kunnen schuiven. De porties zijn groot. Wij doen ons best en Bjeurn doet de rest.
In het stadje kwamen we nog grappige honden tegen die ik niet meteen kon thuisbrengen. Lang licht krullend haar, een staartje aan hun froefroe en aan hun poep en achterbenen kort geschoren. Zeer vreemd zicht die geschoren achterkant. Bleken het Portugese waterhonden te zijn. Je hebt de Portugese waterhonden, dat zijn de grootste, die heeft bv. Barak Obama. Dan heb je de Spaanse waterhond, die iets kleiner is. En Juno is een Italiaanse waterhond (oftewel Lagotto Romagnolo) en dat is de kleinste van het trio.
Het spel tussen Juno en haar Portugese vriendinneke was zo aandoenlijk. Dat ik het vreemde kapsel op slag vergat.
De dagen zijn uitputtend voor Juno. En ze mag van geluk spreken dat lange hikes er deze vakantie niet inzitten.
Overnachting: First Camp – Mölle
Roadtrip Zweden- Dag 14 – Loppis
We staan op en beginnen nog in de tent aan “de moetjes”. Een kaartje sturen naar het petekindje dat op kamp is, en ons verblijf in Göteborg eens vastleggen en de tickets voor het pretpark kopen.
Al snel merken we, dat een overnachtingsplaats in Göteborg niet evident is. Alles lijkt volzet. Pas als ik bel naar een kamping op 40min rijden van Göteborg, doet iemand de moeite om me uit te leggen waarom. Er is immers deze week een internationaal jeugdvoetbaltornooi in Göteborg. Alles zit vol jonge voetballers. Blijf deze week weg uit Göteborg, zei de man van de receptie me. Ik woon in Göteborg, en ik hou van Göteborg, maar momenteel is het er verschrikkelijk.
Ai …
Teleurstelling natuurlijk bij de kinderen, en boosheid ook. Waarom boeken jullie nu nooit iets op voorhand !!!
We beginnen een plan B, C, D te verzinnen. Maar niks is echt bevredigend.
Ik wil een grapje maken, dat we terug naar Legoland kunnen gaan. Daar zijn we 5 jaar geleden geweest, en dat was wel tof, maar niet wat de kinderen nu nog eens willen doen. Ik besluit dat het moment er nog niet rijp voor is.
Even later maakt Vic het Legolandgrapje. Liv reageert geërgerd, en ik moet lachen. Het is gekeerd, de grootste teleurstelling is verteerd.
Uiteindelijk hebben we een waardig alternatief. Het wordt Heide park, één van de grootste pretparken in Duitsland, net onder Hamburg. En een kamping op nog geen 5km van het park. Eigenlijk is het zelfs idealer dan Göteborg’s Liseberg. Hier mag Juno wel mee binnen. En als Juno en ik het beu zijn, dan kunnen we gewoon terug naar de kamping wandelen. Ik ga immers ook enkel de rustige attracties kunnen doen, en ik veronderstel dat de kinderen vooral geboeid gaan zijn door de roller coasters.
Dit is de reden dat wij op vakantie weigeren om iets op voorhand te boeken. De flexibiliteit die we daardoor hebben is geweldig. Het is bijvoorbeeld al 2 keer gebeurd dat we de avond voordat we op vakantie vertrokken, onze bestemming hebben veranderd omdat het weer toch niet goed ging zijn. Zo maakten we onze kinderen ooit wakker met de melding dat we naar Frankrijk ipv in Nederland op fietsvakantie gingen. En zo veranderde 3 jaar geleden de roadtrip Slovenië in roadtrip Schotland. Nog steeds niet in Slovenië geraakt trouwens.
En zo ook deze vakantie loonde deze flexibiliteit. Toen we vertrokken op een avondhike, en het een tweedaagse werd.
Ons motto is trouwens “Uit iets slechts, volgt meestal iets goed”. Maar dat vergeten de kinderen (en ik ook soms), wel eens in het moment van de teleurstelling.
Vandaag mocht een rustige dag zijn. Er zijn 2 nachten op deze kamping geboekt, en we hadden geen plannen. Vic stelde voor om eens een “loppis” te gaan doen, en terwijl zouden we Årjang (het stadje in de buurt) eens uitchecken. In Årjang, was buiten een trol en een mooie muurschildering echt wel niks te zien. En een cafécultuur hebben ze hier ook niet. Als we iets willen gaan drinken dan is net alles gesloten. Bjeurn noemt dat het gat in de markt, dat we hier moeten opvullen. Maar dan zal zijn brouwerij wel bier moeten gaan brouwen met maximum 3,5% alcohol.
Juno en Vic zijn trouwens deze reis heel hecht geworden. Als iemand de leiband vast heeft is dat bijna altijd Vic.
De “loppis” is wel iets tof. Als je door Zweden rijdt, zie je regelmatig zelf gemaakte wegwijzers met “loppis” op. Zo een loppis is een rommelmarkt. Maar soms doen mensen dat ook bij hen thuis. Wij deden er 3, zoveel kwamen we er tegen op 15 minuten rijden. Het was telkens een schuur die open stond, met daarbij de Swish gegevens van de verkoper (de Zweedse payconic). De eerste 2 keren was het echt rommel, die er aan het stof te zien ook al een hele tijd was. Ik veronderstel, dat als er iemand overlijdt, dat zijn inboedel vaak via loppis van de hand gedaan wordt. De derde keer was het echt kwalitatief. Mooie kinderspullen, en tweedehandskledij waar ik wel interesse in had. Jammer dat wij geen Swich hebben.
Ik beeld me zo in, dat een Zweed op een dag opstaat en denkt “Wat ga ik vandaag eens doen?”. En dan besluit de auto te nemen en van de ene naar de andere loppis te rijden. De Zweden schijnen behoorlijk geïnteresseerd in tweedehandsspullen om hun vakantiehuis in te richten. Er zijn ook veel tweedehandswinkels.
Over vakantiehuizen gesproken. In Årjäng keken we ook eens naar de vastgoedprijzen. We kennen natuurlijk de details niet en zagen steeds maar 1 foto, maar de prijzen leken ons redelijk laag. Ze varieerden van € 60 000 tot € 150 000. Nu snappen we waarom hier zoveel mensen een vakantiehuisje hebben.
Het avondeten was ne klassieker, maar dan verzweedst, wraps met groentjes, Max saus en köttbullar. Het was in het Noorden moeilijk om goede vegetarische alternatieven voor Liv te vinden. Gelukkig is dat meisje flexibel en sloten we een deal. Op deze vakantie eet ze mee vlees, zoals de rest. En om dat te compenseren eet ik als we thuis zijn, een maand lang, mee vegetarisch. En in de praktijk zal dat dan waarschijnlijk het hele gezin worden, maar dat weet Vic nog niet.
De avond sloten we weer af met onze mooie wandeling. We zagen nog eens een ree. Het zag er zo klein uit, dat ik eerst dacht dat het een haas was. Wij zijn ondertussen natuurlijk het formaat van elanden gewoon :-)
Deze keer waren we vroeger en maakten we nog een boottochtje op ons meer. Jammer dat we de kinderen niet konden overtuigen om mee te gaan.
Vic bracht zijn tijd ondertussen wel nuttig door, hij is een gepassioneerde en volhardende visser geworden. Vandaag was het bijna prijs, de vissen hun reactietijd was echter net te traag. Vic haalde zijn lijn boven en zag er nog een vis na springen. Net te laat, looser!!!
Overnachting: Camping Ekeby te Årjang
Roadtrip Zweden – Dag 13 – Een lemming
We staan op en zien een klein diertje over het mos lopen. We volgen het diertje en het ziet eruit als een kleine cavia, ros met zwart … heel schattig feitelijk. Na wat gegoogle blijkt dat het zeker geen wilde cavia kan zijn. Maar dat het een lemming was. Cool, weer iets af te vinken van onze onbestaande dierenspotlijst.
Nu we weer terug naar het Zuiden trekken is het wat ons betreft ook wat meer aan de kinderen om te kiezen. Ze zijn super flink geweest deze reis, maar dit was minder hun ding. Volgend jaar bedenken we een nieuw concept dat meer geschikt is voor pubers.
Juno is de achterbank precies beu. Beetje per beetje schuift ze meer naar voor. Dit was stap 1, even later zat ze op mijn schoot. Een plezier om dat beestje mee te hebben.
We besloten eens bij camp Grinsby te passeren, je weet wel … de kamping van Staf Coppens. En inderdaad, hij stond gewoon aan de receptie. Maar jammer genoeg is de kamping niet voor mensen zoals wij (mensen die gewoon hun gevoel volgen en niet op voorhand reserveren). Gelukkig hadden we de kinderen al voorbereid op dit scenario en was niemand te teleurgesteld.
We begonnen wel ongerust te geraken toen de kamping waar ze ons naar verwezen hadden ook volzet bleek, en enkele andere kampings in de buurt ook. We passeerden bij een afgrijselijk drukke kamping waarvan we al blij waren dat hij vol zat. En ineens was er Ekeby, niet volzet, en we voelden ‘het’.
Vermits het 20°C is, is er geen excuus om niet te zwemmen. De kinderen en Bjeurn zwommen naar het ponton, ik snapte erheen. Het water was niet diep en zwemmen zit er bij mij absoluut nog niet in, merkte ik. Wel afgrijselijk koud, dat water. Zelfs na een douche waren we nog steeds onderkoeld. Bjeurn deed voor het eerst deze reis zijn donsvest aan.
Op de grilplaats aan het strand bakten we worstjes en hamburgers met Max Burgare saus en met chips.
Onze avondwandeling was verrassend mooi. Open streetmap en google maps kennen bijlage nog niet alle Zweedse bosweggetjes, dat hebben we al veel gemerkt. Wandelen doen we dikwijls op goed gevoel. Hier kwamen we uit op een gemarkeerde wandeling, die naar een eenzaam meertje leidde, en passeerde aan een steengroeve.
Het was maar 6km, maar Juno was zo moe toen we aankwamen, dat ze zich neerlegde aan de auto, en we haar in de bench moesten tillen.
Terwijl wij met Juno op trot waren, hielden de kinderen zich bezig met vissen. Geen succes, maar ze blijven het desondanks plezant vinden.
Het is wel heel duidelijk dat de dagen weer korter worden nu we zuidelijker zitten. Ik word daar altijd wat weemoedig van, het korten van de dagen.
Overnachting: camping Ekeby Årjäng
Roadtrip Zweden- Dag 12 – Laatste dag Noorden
De rest van onze trotter wildernisroute stond op het programma, met daarna een bezoek aan de hoogste waterval.
We kraamden op, en vermits we geen kampingeigenaar tegenkwamen schoven we wat onder het raampje van de receptie. Euro’s want Zweedse kronen hebben we nog niet. De Zweden betalen met Swish, ik neem aan dat dat de Zweedse payconic is. Het is ons echter nog niet gelukt om de app te koppelen met onze bankrekening. Waardoor we enkel kunnen betalen waar ze onze kaart aanvaarden. Dat is gelukkig op de meeste plaatsen zo, maar op de kleinere kraampjes niet altijd.
Het was een dag van weer veel rendieren, vooral toen we op het bergplateau Flatruet aankwamen, dit is de hoogste plaats van onze route, waar de rendieren vrij spel hebben. Veel campers en campervans die hier overnachten, en dat moet magnifiek zijn, maar in een tent met enkel plek om te slapen, wel zeer koud. Want op de top was het 4 °C. Al was het weer vandaag aangenamer dan gisteren, vermits de wind was stilgevallen.
Verbazing toen we ineens koeien zagen grazen in de kant. Dit hadden we hier boven niet verwacht.
De volgende stop was de meteoriet krater, ter hoogte van Tännäs. Op zich was daar niet veel aan te zien. Één put met wat bankjes errond. Het hoogtepunt hier was toen Bjeurn elandenkaka vond. Vic mag geen stenen meenemen, maar Bjeurn wel elandenkaka. Ik moet wel zeggen, stinken doet dat niet. Dat zijn kleine paaseivormige, geurloze, harde keutels. Wie benieuwd is, moet binnenkort maar eens bij ons thuis passeren. Dat staat dan gegarandeerd ergens uitgestald in een potteke.
Roadtrip, zo doen wij dat. De hond geniet en de kinderen kijken teveel op hun gsm en te weinig op de weg, naar onze goesting.
In Hede is het markt op vrijdag. Veel gemeenten hebben hun eigen skansen (openluchtmuseum) met de houten oude huisjes die een beeld geven hoe het vroeger was. Dit is dan ook de plek waar markten worden gehouden, waar iedereen samenkomt en waar midzomernacht wordt gevierd. Dat laatste weten we omdat de meipaal daar nog trots staat te pronken.
De marktkramers klagen ook over het weer. Dit koude weer is niet abnormaal, maar dat dit zo lang duurt, dat zijn ze niet gewoon. Ze snakken ook naar zon en warmte. Zeker omdat de voorbije zomer heel mooi was. Zo is dat met klimaatopwarming. Bij ons wordt het bij momenten echt onaangenaam heet (toch voor mij), en hier wordt het aangenaam.
Een vrouw spreekt ons aan over Juno, ze is al de zoveelste die vraagt of het een lagotto is. Het valt ons op dat het ras hier gekender is dan in België. Grappig detail, we kwamen een dubbelganger van Juno tegen, en het bleek een labradoodle te zijn. Ook wij zien dus niet altijd het verschil.
We hadden ook iets voor, aan de markt. Ineens breekt Juno haar leiband stuk. En het lange stuk schiet in het handvat. Onbruikbaar geworden dus. Gelukkig zonder veel erg, want we hebben nog andere leibanden mee. Maar stel dat we zoiets voorhadden op een hike in rendierengebied. Dat was minder grappig geweest. Er is een absoluut losloopverbod in rendierengebied. De Sami hebben zelfs het recht een loslopende hond af te schieten.
In Vemdalen is er een speciale kerk. Ze kan ons niet helemaal behoren en vermits er niks is om beschut en droog ons middagmaal op te eten, eten we in de auto. Ik besmeer het knäckebröd, dat we op het marktje kochten, met gezouten boter. Zo lekker dat er teveel van gegeten wordt, en dat Vic nadien met een degout zit.
Op naar de watervallen dan, de Fjatfallen konden ons niet zo meer boeien, we hebben al zoveel prachtige watervallen gezien, dat het moeilijk is om te blijven verbazen.
De hoogste waterval “Njupeskar” moeten we nog wel zien. Die bevindt zich in het Fulufjalet national park. We komen rond 16u30 aan, gelukkig maar, want dit is duidelijk een druk bezocht park. Ik ben ervan overtuigd dat je er heel mooi kan wandelen, er zijn trouwens ook enkele hutten waar je kan overnachten. Wij kiezen echter voor de toeristische route direct naar de waterval. Het is koud, het is al laat, en ik heb ook teveel last van mijn sleutelbeenbreuk om lang te wandelen. Misschien omdat het zo koud is, dat het meer pijn doet, of in een slechte houding geslapen. Geen idee, maar ik had eigenlijk op een sneller herstel gehoopt.
Grappig voorval. Mijn jas uitdoen is gemakkelijker met hulp, dan steek ik soms mijn goeie arm uit en vraag aan de kinderen, “Trek eens aan mijn … mouw “. Maar voordat ik ben uitgesproken, trekt Liv al aan mijn vinger, in de waan dat ik ook met Bjeurn zijn spellekes ben begonnen.
Zoeken naar een slaapplek gaat niet zo vlot. De kamping in de buurt heeft niet echt faciliteiten, op de wildkampeerplek die we vinden, zijn we niet alleen en op het volgende plekje, voelt Vic het niet. Vic moet “het” voelen, als we wildkamperen. Wij willen soms genoegen willen nemen met iets minder, omdat het al laat is, we honger hebben, of we het zoeken beu zijn. Maar voor Vic gaat dit niet op. Dit is al de tweede keer dat hij zijn veto stelt … en dat we nadien een veel beter plekje vinden. Dat beter plekje is nu een afgelegen plek in het bos, met vuurkring en kleine shelter. Het zal een 10°C zijn, maar er is geen wind en met het vuur en de shelter is het aangenaam.
Van een kampvuur krijg je 3 keer warm. Bij het sprokkelen, het hakken en het branden. Deze plek was duidelijk al leeggesprokkeld. Gelukkig hielpen de kinderen goed mee. Vic was deze keer de vuurmeester, hij nam die taak serieus en was constant in de weer met hakken, herstapelen, …
Juno durven we op dit plekje los laten lopen. Ze geniet er duidelijk van, maar hangt ook de schavuit uit. Ze is immers een meesterdief. Handschoenen, afval, de chips, sokken, de marshmallow stok … ze grist het mee terwijl er erop staat te kijken. Er is maar 1 truc om het terug te krijgen, haar negeren en afleiden met een snoepje. Als ze doorheeft dat we het voorwerp graag terugwillen, dan wordt het voor haar een zeer plezant spelleke dat wij niet winnen.
Morgen kilometers richting Zuiden, vaarwel rendieren, watervallen, koude en hopelijk ook muggen.
Roadtrip Zweden – Dag 11 – Precies op safari
Wat een ellendige nacht, zoveel wind dat ik mijn allergrootste slaaptruc heb moeten toepassen … een podcast opzetten. Dan merk je ook dat je ondanks dat je denkt dat je niet slaapt, je toch wel slaapt.
Voor vandaag voorspelde Klart (mijn Zweedse weerapp) 9°C en 33 mm regen. Maar de soep wordt nooit zo heet gedronken, als hij geschonken wordt. Het was wel een koude, winderige dag. Maar het bleef relatief droog, en dat is het belangrijkst.
Op Liv haar vraag gingen we naar een Moose Garden, een plek met elanden, die geleide tours doen. Niet “the real stuff”, maar wel geslaagd. Enthousiaste gids Jennifer vertelde ons weetjes, en liet hun elanden zien, aaien, en ons zelfs vol kwijlen, het zijn vuile eters. De moose garden is zo een beetje een asiel voor elandkalfjes die hun mama kwijt zijn, en dan door hen opgevoed, en tam gemaakt, worden.
We hebben wat bijgeleerd. Elanden kunnen 2m hoog springen en 60km/u lopen. Ze lusten graag aardappels. Het gewei groeit in de zomer 2cm per dag. Het is ook volledig doorbloed en behaard. Moest een eland nu zijn gewei kwijtgeraken, dan bloedt hij dood. Tijdens de brons is het gewei volgroeid en niet meer doorbloed, en ook niet meer behaard. In oktober vallen de geweien af, om nadien terug te groeien. Om elanden te spotten kan je best rond pas tussen 23u-0u gaan kijken, dan zijn ze het actiefst. Of anders bij zonsopgang, maar dat is ergens rond 3u, dus geen optie voor ons. Rond jaaghutten is altijd een goed idee. Aan de rand van het meer is ook een goed idee, want ze eten de grassen op de bodem van het meer, waar ze zelfs naar duiken. En ze zitten ook graag in jonge bosjes met loofbomen, populieren ofzo, berken lusten ze niet. In de regio van Jämtland zijn er 2 elanden per km², dat is zoveel als er mensen zijn. In heel Zweden zijn er trouwens naar schatting 200 000 elanden, waarvan er 25% wordt afgeschoten bij de jacht en 11 000 omkomen bij verkeersongevallen.
Daarna vatten we een nieuwe route aan, die ik in de trotter vond. Asarna, Kläppen, Flatruet, Funäsdalen, Hede, Hedeviken, Sveg. Van zodra we Asarna voorbij waren kwam de eerste troep rendieren ons al tegemoet. Bjeurn was zo van slag dat hij de wagen bijna vast reed bij het draaien. Gelukkig konden we goed duwen.
Na die troep rendieren kwamen we er nog tegen, en ze bleven de volgende 100km maar verschijnen en oversteken. Kleintjes en groten, met halsband en zonder. Alle rendieren in Zweden zijn trouwens gedomesticeerd, ze zwerven in kuddes en behoren toe aan de Sami bevolking. Boven Idre, het meest zuidelijke dorpje waar de sami wonen, kan je ze zien. Het was alvast zeer impressionant en meer dan we gehoopt hadden.
Rendieren zien is geweldig, maar op de bucketlist staat voor mij “de eland”.
En raad eens wie daar in de kant op ons stond te wachten. En dan nog eens overstak vlak voor de auto. Juist … een vrouwelijk eland. Kippenvelmoment.
We vroegen ons af waarom we eigenlijk de wildernisroute gereden hebben, enkele dagen terug. Dit is beter.
Tenslotte reden we nog naar Kläppen, waar een parking is, zodat je op het bergplateau kan hiken. Bjeurn had iets uitgestippeld van 6,5 km, maar ook langs drassige langlaufwegen (geen optie). Dus we klokten op 8,5 km af. Maar wat een mooie wandeling weer. We wandelden op de toendra en zagen soms enkele rendieren lopen. Het was koud op de berg 6°C met een snijdende wind. Op een bepaald moment vloog Bjeurn zijn pet af, waarop Juno deze ving. We passeerden ook langs een stuk overgebleven sneeuw. Wij waren niet moedig genoeg om een sneeuwballengevecht te doen. Juno was minder flauw, die bleef maar rollen in de sneeuw.
We vonden nog een mooi wildkampeerplekje, maar de enige die er enthousiast over was, was Bjeurn. Op dat moment stond de thermometer op 7°C en sneed de wind ijzig. De kinderen en ik wilden gewoon een kamping met een warme ruimte. We zijn wel moedig, maar het is duidelijk wie het moedigst is.
Om hem te troosten bezochten we nog maar eens een waterval.
Terwijl ik luidop droom van een campervan, wil mijn man gewoon het liefst altijd buiten zijn, ongeacht temperatuur.
En zo belandden we op een ongezellige kamping, maar met goede keuken en leefruimte, in een heel gezellig dorp.
Voor de avondwandeling volgden we Jennifer haar tip en starten we om 23u. Geen succes voor elanden. Wel verbaasd, van hoe gezellig dit dorpje is.
De nacht belooft weer koud te worden. 4°C, maar gevoelstemperatuur -2°C. En ook morgen zal bibberen worden. Maar het is het allemaal waard, deze dag was magisch.
Hierna echter trekken we zuidwaarts en gaan we voor zon.
Overnachting: Kamping te Ljungdalen
Roadtrip Zweden – Dag 10 – De weerstransitie
De weertransitie is een feit. Vanmorgen werden we wakker met regen op de tent. Een reden om nog even te blijven liggen, want de buienradar voorspelde nog een droog uurtje.
Er was nog een hike op de wildernisroute gepland, maar we besloten deze te skippen en kilometers naar het Zuiden in te zetten. Niet zuidelijk genoeg voor mooi weer, want dan moeten we het rendieren gebied uitrijden en daar zijn we nog niet klaar voor.
Het laatste deel van de wildernisroute vonden we teleurstellend. De wildernisroute was iets minder wild dan we hadden gedacht, en we hebben ook minder wild gespot dan gehoopt. Op de hele wildernisroute geen rendieren (de rendieren die we tegenkwamen, waren nog voor we de route aanvingen), geen elanden, wolven, lynxen, veelvraat, beren, … en zelfs geen hert of ree.
We pikten hop-on hop-off weer enkele dingen mee.
De Trappstegsforsen waterval.
De Dilforsen waterval.
We passeerden aan de rustplaatsen van Rönnäs, en we hadden spijt dat we onze tent daar niet gezet hadden vorige nacht.
En dan reden we zuidwaarts. Wat meteen opviel, was dat er ineens beduidend minder muggen waren. Geen idee of dat komt omdat we zuidelijker zitten, of omdat er meer wind is nu. We zijn in elk geval wel blij. Ons Junotje haar buik staat ook vol met muggenbeten, kei zielig. Maar een hond kan je moeilijk muggenmelk opdoen of een muskietennet opzetten.
‘S middags deden we nog eens van vissen. Benieuwd of we dat in België ook nog eens gaan doen, nu we de hengel hebben.
En ’s namiddags bezochten we Östersund in de regen. Het voordeel is dat de Zweden duidelijk zijn, er wordt overal mooi aangegeven of een hond welkom is. Jammer genoeg is de hond dat meestal niet. Maar wel op de plek waar we een fika deden.
Ik heb mijn kleren ingepakt met enkele dingen in gedachten. De temperaturen in België, de temperaturen die ik hoopte dat we gingen krijgen in Zweden en hetgeen ik kan aandoen met mijn gebroken sleutelbeen (mijn longsleeves en mijn dikke wollen trui heb ik om die reden thuisgelaten). Maar ik heb geen rekening gehouden met 10°C en regen. Ik moet zeggen dat die voorspelling me wat ongerust maakte. Ik heb al continu pijn, en ik zou me heel zielig voelen als ik het daarbij ook nog eens koud zou hebben. Daarom heb ik mezelf Östersund ook getrakteerd op een lekker warm donsvestje.
Overnachten doen we op een kamping. Een kamping die duidelijk zijn hoogdagen achter de rug heeft. Ooit was hier een gigantisch buitenzwembad, nu groeien daar bomen in. Er is ook permanente bewoning, wat voor veel rommel zorgt. Ik vind het straf dat je hier permanent kan wonen. Permanente bewoning zagen we veel in Spanje, maar de winter in Spanje is ongeveer even warm als de zomer in Zweden. Een winter in een caravan op een Zweedse kamping lijkt me hard.
Het plan was om in het kampingrestaurant te eten, maar na de kamping gezien te hebben, beslisten we om terug naar Östersund te rijden en bij Max Burgare een hamburger te eten. Dat was sowieso het plan, om deze reis nog een Max te doen. Juno lieten we terwijl achter in haar bench in de auto. En dat bleek goed te werken zo, ze maakte er geen probleem van.
Maar, het moet gezegd. De gemeenschappelijke ruimte is hier warm en zelfs gezellig en wifi is hier goed. Ideaal, want ik vrees dat ik ergens deze reis zonder mobiele data ga vallen.
Overnachting: Sandviken’s camping
Roadtrip Zweden – Dag 9 – wildernisroute dag 2
Vandaag was een beetje alsof we op een hop and ride bus zaten.
Hop off 1: een kapel in Viken. Deze kozen we vooral omdat we er via een gravelroad naar toe konden, en omdat we denken dat daar meer kans is om iets van wild te spotten. De kapel was toe, het keien ketsen was wel leuk.
Hop off 2: Brakkåfallet (waterval). Mooi, maat kon niet typen aan die van gisteren
Hop off 3: Ankarede, een Sami dorpje. Dit was wel interessant. De Sami wonen niet echt meer in die hutten, maar elke hut heeft wel een eigenaar, en ze worden nog gebruikt. Vooral voor midsommer, dan wordt er een feest gehouden dat wel 4 dagen duurt. Soms in de sneeuw, dit jaar bij 25 °C. Er werd ons ook uitgelegd waarom we geen rendieren meer gezien hebben op de wildernisroute. Ze zitten immers allemaal op de berg met hun jongen, tot de jongen hun kenteken aangebracht is (zodat ze weten welk rendier van wie is). Alle rendieren in Zweden zijn immers gedomesticeerd.
Hop off 4: Stekenjokk, met 876m het hoogste punt van de wildernisroute. Hier ligt nog sneeuw op de bergtoppen, en het staat bekend als de meest winderige plek van Zweden. Het landschap op de Stekenjokk toont desolaat, bomen staan er niet meer, er is vooral rots en water. En rendieren, zou je denken. Helaas weer geen enkele gezien.
Hop off 5: Een wandeling in Klimpfjäll. 5,5 km naar de 7 rapids. Bjeurn had deze wandeling uitgestippeld, en eenieder van ons, aan wie de uitleg deed, verstond de 7 rabbits. Maar het waren dus de 7 stroomversnellingen. De wandeling was ferm de moeite, al werden we opgegeten door bremse (dazen), muggen, en andere lelijke insekten.
De zweden slagen er ook in om op de mooiste plekjes vuurkringen te voorzien met nog eens droog hout beschikbaar.
Waar het water stroomt, is het drinkbaar. Bjeurn illustreert, tot nog toe niemand ziek.
Hop off 6: op zoek naar een slaapplaats. Dit was hier absoluut niet meer zo evident. We zijn te verwend geweest, en we zijn niet meer content met gewoon een plekje aan het water zonder andere voorzieningen. Uiteindelijk kwamen we aan op een natuurcamping. Mooie plekjes, maar minder goede voorzieningen als sommige plekken waar we gratis sliepen. Enfin … we zijn best content.
Vandaag was een prachtige dag, maar de omslag van het weer is zonet begonnen. De 23 °C ruilen we nu in voor 12 °C en regen. Pijnlijk.
De avond spendeerden we onder het afdak aan de kamping, met gezelschapsspellekes. En zoals wel meer gebeurt bij ons, eindigde het niet gezellig.
Overnachting: Natuurkamping Fatmomakke
Roadtrip Zweden – Dag 8 – Wildernisroute
Hop naar Strömsund om daar de wildernisroute of Vildmarksvägen aan te vangen. We zijn echter nog niet daar of we komen de eerste rendieren al tegen. Wauw!!!
In Strömsund gaan we naar het informatiepunt en halen we wat extra info op. Een kaartje van de wildernisroute (die open is van juni tot oktober), wat hiking routes langs het parcours en wat tips. Blijkbaar is het spotten van de bruine beer realistisch, dus daar mogen we op hopen.
Wij hebben 3 dagen uitgetrokken voor deze route, maar volgens mij zouden we hier ook een week kunnen vullen.
Spoiler alert, nog goed gezocht, maar niks boeiend meer gespot. De kraanvogels, daar kijken we immers niet meer van op.
Onderweg is het voorlopig nog niet overdreven druk. We waren gewaarschuwd dat dit toeristisch was, maar voorlopig niet storend.
Aan mooie plekjes aan het water geen gebrek. Als je wil stoppen is er binnen de 5km een ideaal rustplekje, met bank en toilet. ‘S middags zwommen we weer eens in een meer (profiteren want vanaf overmorgen zullen de temperaturen drastisch zakken). Juno had er precies niet veel goesting is, maar sprong dan ineens toch in het water en rukte de leiband uit mijn handen. Ik schrik dat ze ergens vast zou komen zitten met die leiband en in de problemen komen. Content als ze besloot terug te zwemmen. Vic verkoos om te vissen, hij heeft precies een nieuwe hobby.
In de namiddag stond een bezoek aan de Hällingsåffalet (waterval). Ik had niet veel verwachtingen maar was toch danig onder de indruk. Vooral van de kracht en het debiet van de waterval, die uitmondde in een kloof. En van de nevel die rond zweefde door al het opspatttend water. En van de regenboog die dat creëerde.
Slapen doen we op de kamping, onze pubers wilden zich douchen. Voor mij had dat niet gehoeven, want mooie plekjes in overvloed. Maar we zijn met 4 op reis. Uiteindelijk was de kamping een enorme meevaller. Voor €25 toffe plekjes aan het water, een warme leefruimte, en de kans om eens aan de praat te geraken met de locals.
Zo leerden Frederik en Selma ons vissen. Nu weten we welk aas we moeten gebruiken, de gelige vis (al zei nadien iemand anders ons dat we een regenworm moesten pakken). Zo weten we nu ook hoe we knopen moeten maken, waar we moeten vissen (overal eens proberen), wat we moeten doen als ons aas vast zit, … Handig, want we waren niet goed bezig. Maar ook met deze tips geen vis meer gevangen.
In het Noorden hebben ze bijna allemaal een showcat/sneeuwmobiel/sneeuwscooter of hoe het ook heet. En dan volgen ze ook andere wegen, over bevroren meren enzo. Die wegen zijn aangegeven met rode kruisen en markering.
Zo werd ons idee bevestigd dat Zweden allemaal een zomerhuisje hebben. Ze wonen precies meestal in een stad in het oosten (Stockholm, Umea, ….) en hebben een zomerhuisje van de familie waar ze zijn opgegroeid. De zweden praten ook vol trots over hun land en het allemansrecht.
We werden ook uitgelachen dat we nog geen eland gezien hebben. Hier zitten we blijkbaar wel te hoog om veel kans te hebben. Hier moeten we rendieren en beren spotten.
Maar Frederik vertelde ons dat hij 2 auto’s kapot had gereden aan elanden. En dat zijn dochter zelfs al eens met de fiets tegen een eland gereden was
Daktenten komen hier in het Noorden precies meer voor, de kamping staat vol. We bekeken zonet een decathlon daktent en deze is alvast handiger dan de onze om op te zetten. En ze kost ongeveer hetzelfde als wij 5 jaar geleden voor de onze betaalden. Frederik vertelde ons dat hij de daktent had gekocht omdat de brandstof zo in prijs gestegen was, dat zijn caravan trekken was nu te duur geworden.
Toen wij een avondwandeling gingen maken zette Frederik zich bij 2 Duitsers. We hadden al lang door dat Frederik graag praatte, en hoe meer pintjes hij dronk, hoe enthousiaster en luider hij werd. Ondertussen kunnen we van in ons bed de monoloog van Frederik tegen de Duitsers helemaal mee volgen. Best interessant feitelijk, en het is nog leuker om passief te luisteren als je lekker in je warme slaapzak ligt.
Overnachting: Gäddede camping
Roadtrip Zweden – Dag 7 – Somewhere under the rainbow
We werden wakker in ons hutje en ontbeten buiten in het zonneke dat er precies nog steeds was. Dat het ondertussen donker was geworden, ergens tussen 23u30 en 2u30, dat hadden we gemist.
Onze melk die we mee hadden, bleek yoghurt te zijn. Zo’n dingen kan je voor hebben in Zweden.
Nu we meer tijd hadden om de wandeling te beëindigen besloten we niet enkel het gemakkelijke pad langs de kust te doen, maar ook het hoge pad. Al een chance dat we dat deden. Wat een prachtige wandeling, kloven, bergmeer, schitterende uitzichten, de typische afgeplatte rotsen… Wel ambitieus met een gebroken sleutelbeen (klauteren), maar net doenbaar.
Het was pas 2 uur in de namiddag toen we terug aan de auto stonden. Allemaal moe, Juno nog het meest. Dit was ook de langste wandeling die ze in haar korte leventje al deed. 10km, maar geen evident terrein. Bjeurn en ik hadden ook nog eens hoofdpijn wegens het rateren van onze ochtendkoffie.
Er stond voor vandaag nog het Björnlandet National Park op het programma. Maar naar daar rijden en dan weer een avondhike doen, dat zag precies niemand zitten.
Hop naar de volgende bestemming dus, en dat is Strömsund, om daar de wildernisroute aan te vatten.
We mochten eindelijk van de grote E4, en belanden zo op een weg waar we bijna alleen waren, langs veel een idyllische route dan we daarvoor deden. Knap !!! Maar ook één nadeel, ik had laten vallen dat we misschien bij Max Burgers (de Zweedse McDonald’s, maar dan beter) konden gaan eten. En als je eindelijk, zoals gewild, in the middle of nowhere zit, dan is er natuurlijk geen Max Burgers in de buurt. Gelukkig waren we op het lumineuze idee gekomen om zelf hamburgers, hamburgerbroodjes en ook de Max Burger saus te kopen in de ICA Geïnspireerd door Heidi haar Zweden podcast “The Swedest thing.
We vertrokken bij de ICA met ons fietsenrek nog naar beneden geklapt. Gekkigheid merkten we dat 5km verder toen we stopten voor onze fika.
Een goeie wildkampeerplek in the middle of nowhere. Daar kon google maps, osmand, Park4night niet bij helpen. Gelukkig zijn de zweden zo gastvrij dat ze kampeerplekken mooi aanduiden. En zo kwamen we op een perfect plekje. Bos, meer met steiger, vuurkring met droog hout en grill, tafel, droogtoilet, vuilbak. En precies helemaal alleen op de wereld. Geen mens te zien, niks van lawaai te horen. De muggen nemen we erbij, onze muskietennetten zijn in gebruik, en zo is het nog net aangenaam.
We beginnen met ons avondritueel, een pak chips en elk een lekker drankje. Cola voor de kinders, een biertje voor Bjeurn en gemberbier voor mij. Daarna maken.we de hamburgers klaar op de gril, die Juno nadien mag aflikken.
Vissen begint ook bij het avondritueel te horen voor de boys, net als onze avondwandelingen in de hoop wild te spotten. Beide geen resultaat, maar het doel is hier blijkbaar ook ondergeschikt aan de beleving.
Voor Juno is deze reis de hemel denk ik. Constant bij ons. Veel wandelen, putten graven en veel zwemmen. Ze is deze avond nog zotter dan we ze ooit gezien hebben. Licht in overdrive, maar op een plezante manier. Constant in het water springen, het sprokkelhout dat Vic bijeen zoekt afpakken, hele bomen mee sleuren op wandeling, op gigantische rotsen klimmen zodat ik vrees dat ze er nooit meer op eigen houtje gaat af kunnen (kon ze wel). We moeten er veel mee lachen, met onze lieve Juno.
Roadtrip Zweden – Dag 6 – Hoe een avondhike een tweedaagse werd
Kilometers vreten naar de Höga Kusten, meer bepaald het Skuleskogen National Park. 6u in de auto, toen we deze reis planden hadden we de kilometers toch onderschat.
We vertrokken in de zo’n, maar onderweg begon het te regenen en de temperatuur daalde tot 12 °C. Je weet wel dat Zweden nat, en het Noorden koud kan zijn, maar toch hoop je altijd dat dat niet geldt als jij er bent. En terecht, want net voordat we op de parking van Skuleskogen National Park reden, klaarde het helemaal op.
Het was pas 16u30 toen we aankwamen. Dit wil alvast wel zeggen dat er plek genoeg op de parking was. Op piekuren sluiten ze de toegangsweg tot het park soms, omdat de parking vol is.
We zouden een avondhike van 14km doen en ons avondeten in het park opeten. Dat was dus het plan, maar de mooiste momenten gebeuren als je de plannen los laat.
Wandelen met Juno is altijd lachen. Springt ze ineens van de brug, omdat ze wil zwemmen in de rivier, en probeert ze langs de andere kant van de brug terug naar boven te klimmen.
Na 4 km passeerden we een hutje met zicht op zee, droogtoilet, vuurplek, massa’s hout en eetbanken. En aan dat hutje hing een papier, dat hier gratis overnacht mocht worden. Binnen in het huisje waren er 4 bedden, een tafel, kookvuur, een een schattig stoofke en zelfs een hoekkastje. Helemaal af.
En zo liep Bjeurn (onze held), 4km terug tot de auto, om ons slaapgerief op te halen. En stapte dan weer, met 2 rugzakken, 4 km terug naar het hutje.
Wij prepareerden het eten, en Liv ontfermde zich als een echte vuurmeester over het hout (dat ze kapte) en het vuur.
Het weer bleef prachtig. Een mooi golden hour met in de verte regen en een regenboog.
De avondwandeling leverde geen wild op. Buiten wat bossages en eekhoorns niet veel te zien. Hoewel er beren, lynxen, elanden, zeehonden, … aanwezig zouden moeten zijn. Vic die voor een keer mee ging was teleurgesteld, meestal zie we vanalles en nu hij eens mee gaat is het “magere hans”.
Ik had schrik voor de nacht in de hut, maar iedereen heeft heerlijk geslapen, zelfs ik sliep goed naar de omstandigheden. We hebben ons lesje met Juno geleerd. Als we in dezelfde kamer slapen laten we haar gewoon vrij kiezen waar ze ligt. En dat was bij mij tijdens de nacht, en bij Vic in de vroegte.
Overnachting: Naskebodarna hut in Skuleskogen National Park
Roadtrip Zweden – Dag 5 – Plannen
We stonden op met een prachtig zonneke dat niet voorspeld was door “Klart” de lokale weerapp.
De jongens gingen in de voormiddag vissen, zonder succes echter.
Ik begon de rest van onze reis te plannen. Ideaal om mijn onbehaaglijk gevoel kwijt te geraken. Momenteel werk ik digitaal met Google maps (vermits de Google “my maps” applicatie niet meer lijkt te ondersteunen), maar vlot werkt dat niet. Het bleek gemakkelijker om een kaartje van Zweden uit een kampingcatalogus te scheuren en op papier te werken.
Tips voor een (mobiele) app om reizen in te plannen zijn welkom.
In elke geval zijn de grote delen van onze reis nu uitgestippeld en is mijn onbehaaglijk gevoel ingeruild tegen goesting.
Het is me ook gelukt om de kinderen mee te krijgen in het reisverhaal. Wat instagramfilmpjes van elanden, rendieren en watervallen waren voldoende.
De namiddag was voor zwemmen met de kinderen. Ik skipte, maar ik denk wel zij er deugd van hadden.
Dan volgde er ook nog een wandeling in de buurt, die ik nu beter kon appreciëren dan gisteren.
Een kampingegel zet al 2 dagen ons plekje op stelten. Ze maakt Juno hyper, ze probeert ’s nachts onder Liv haar tent te kruipen en ze maakt veel lawaai door in onze afvalberg colablikjes te kruipen.
‘S avond hoorden we muziek. Ik dacht dat er misschien een optreden in het park was, en we gingen af op het geluid. Uiteindelijk vonden we 2km verder de bron. Geen dorpsfeest waar we bij konden aansluiten, jammer genoeg. Een privé tuinfeestje met een 20-tal personen en een Zweedse charmezanger.
Wat ons typisch Zweeds lijkt is de avondzwem. Warm of koud, elke dag zien we wel mensen aan het meer aankomen met hun fiets, om dan even te gaan zwemmen. Jong en oud doen ze dit.
Ondertussen met de gezondheid. Mijn duim voelt nog steeds gebroken. Mijn oogkas doet nog pijn als ik met mijn ogen rol en het sleutelbeen doet pijn als ik hard moet lachen. De sling heb ik nog nodig bij het wandelen, maar draag ik voorts niet meer constant. Het is moeilijk om zonder hulp een trui of golfke aan of uit te trekken. En de nachten zijn moeilijk. Maar ik heb ontdekt dat ik terug op eigen kracht een staartje in mijn haar kan maken. Dus de verbetering is zeker merkbaar.