De rest van onze trotter wildernisroute stond op het programma, met daarna een bezoek aan de hoogste waterval.

We kraamden op, en vermits we geen kampingeigenaar tegenkwamen schoven we wat onder het raampje van de receptie. Euro’s want Zweedse kronen hebben we nog niet. De Zweden betalen met Swish, ik neem aan dat dat de Zweedse payconic is. Het is ons echter nog niet gelukt om de app te koppelen met onze bankrekening. Waardoor we enkel kunnen betalen waar ze onze kaart aanvaarden. Dat is gelukkig op de meeste plaatsen zo, maar op de kleinere kraampjes niet altijd.

Het was een dag van weer veel rendieren, vooral toen we op het bergplateau Flatruet aankwamen, dit is de hoogste plaats van onze route, waar de rendieren vrij spel hebben. Veel campers en campervans die hier overnachten, en dat moet magnifiek zijn, maar in een tent met enkel plek om te slapen, wel zeer koud. Want op de top was het 4 °C. Al was het weer vandaag aangenamer dan gisteren, vermits de wind was stilgevallen.

Verbazing toen we ineens koeien zagen grazen in de kant. Dit hadden we hier boven niet verwacht.

De volgende stop was de meteoriet krater, ter hoogte van Tännäs. Op zich was daar niet veel aan te zien. Één put met wat bankjes errond. Het hoogtepunt hier was toen Bjeurn elandenkaka vond. Vic mag geen stenen meenemen, maar Bjeurn wel elandenkaka. Ik moet wel zeggen, stinken doet dat niet. Dat zijn kleine paaseivormige, geurloze, harde keutels. Wie benieuwd is, moet binnenkort maar eens bij ons thuis passeren. Dat staat dan gegarandeerd ergens uitgestald in een potteke.

Roadtrip, zo doen wij dat. De hond geniet en de kinderen kijken teveel op hun gsm en te weinig op de weg, naar onze goesting.

In Hede is het markt op vrijdag. Veel gemeenten hebben hun eigen skansen (openluchtmuseum) met de houten oude huisjes die een beeld geven hoe het vroeger was. Dit is dan ook de plek waar markten worden gehouden, waar iedereen samenkomt en waar midzomernacht wordt gevierd. Dat laatste weten we omdat de meipaal daar nog trots staat te pronken.

De marktkramers klagen ook over het weer. Dit koude weer is niet abnormaal, maar dat dit zo lang duurt, dat zijn ze niet gewoon. Ze snakken ook naar zon en warmte. Zeker omdat de voorbije zomer heel mooi was. Zo is dat met klimaatopwarming. Bij ons wordt het bij momenten echt onaangenaam heet (toch voor mij), en hier wordt het aangenaam.

Een vrouw spreekt ons aan over Juno, ze is al de zoveelste die vraagt of het een lagotto is. Het valt ons op dat het ras hier gekender is dan in België. Grappig detail, we kwamen een dubbelganger van Juno tegen, en het bleek een labradoodle te zijn. Ook wij zien dus niet altijd het verschil.

We hadden ook iets voor, aan de markt. Ineens breekt Juno haar leiband stuk. En het lange stuk schiet in het handvat. Onbruikbaar geworden dus. Gelukkig zonder veel erg, want we hebben nog andere leibanden mee. Maar stel dat we zoiets voorhadden op een hike in rendierengebied. Dat was minder grappig geweest. Er is een absoluut losloopverbod in rendierengebied. De Sami hebben zelfs het recht een loslopende hond af te schieten.

In Vemdalen is er een speciale kerk. Ze kan ons niet helemaal behoren en vermits er niks is om beschut en droog ons middagmaal op te eten, eten we in de auto. Ik besmeer het knäckebröd, dat we op het marktje kochten, met gezouten boter. Zo lekker dat er teveel van gegeten wordt, en dat Vic nadien met een degout zit.

Op naar de watervallen dan, de Fjatfallen konden ons niet zo meer boeien, we hebben al zoveel prachtige watervallen gezien, dat het moeilijk is om te blijven verbazen.

De hoogste waterval “Njupeskar” moeten we nog wel zien. Die bevindt zich in het Fulufjalet national park. We komen rond 16u30 aan, gelukkig maar, want dit is duidelijk een druk bezocht park. Ik ben ervan overtuigd dat je er heel mooi kan wandelen, er zijn trouwens ook enkele hutten waar je kan overnachten. Wij kiezen echter voor de toeristische route direct naar de waterval. Het is koud, het is al laat, en ik heb ook teveel last van mijn sleutelbeenbreuk om lang te wandelen. Misschien omdat het zo koud is, dat het meer pijn doet, of in een slechte houding geslapen. Geen idee, maar ik had eigenlijk op een sneller herstel gehoopt.

Grappig voorval. Mijn jas uitdoen is gemakkelijker met hulp, dan steek ik soms mijn goeie arm uit en vraag aan de kinderen, “Trek eens aan mijn … mouw “. Maar voordat ik ben uitgesproken, trekt Liv al aan mijn vinger, in de waan dat ik ook met Bjeurn zijn spellekes ben begonnen.

Zoeken naar een slaapplek gaat niet zo vlot. De kamping in de buurt heeft niet echt faciliteiten, op de wildkampeerplek die we vinden, zijn we niet alleen en op het volgende plekje, voelt Vic het niet. Vic moet “het” voelen, als we wildkamperen. Wij willen soms genoegen willen nemen met iets minder, omdat het al laat is, we honger hebben, of we het zoeken beu zijn. Maar voor Vic gaat dit niet op. Dit is al de tweede keer dat hij zijn veto stelt … en dat we nadien een veel beter plekje vinden. Dat beter plekje is nu een afgelegen plek in het bos, met vuurkring en kleine shelter. Het zal een 10°C zijn, maar er is geen wind en met het vuur en de shelter is het aangenaam.

Van een kampvuur krijg je 3 keer warm. Bij het sprokkelen, het hakken en het branden. Deze plek was duidelijk al leeggesprokkeld. Gelukkig hielpen de kinderen goed mee. Vic was deze keer de vuurmeester, hij nam die taak serieus en was constant in de weer met hakken, herstapelen, …

Juno durven we op dit plekje los laten lopen. Ze geniet er duidelijk van, maar hangt ook de schavuit uit. Ze is immers een meesterdief. Handschoenen, afval, de chips, sokken, de marshmallow stok … ze grist het mee terwijl er erop staat te kijken. Er is maar 1 truc om het terug te krijgen, haar negeren en afleiden met een snoepje. Als ze doorheeft dat we het voorwerp graag terugwillen, dan wordt het voor haar een zeer plezant spelleke dat wij niet winnen.

Morgen kilometers richting Zuiden, vaarwel rendieren, watervallen, koude en hopelijk ook muggen.