Ineens schieten we allebei wakker van geknor vlak aan onze tent. Het is 5u ’s morgens en het regent. Dat zijn dus de condities die de zwijnen graag hebben, bedenk ik me.

Maar wat doen we best? Stillekes blijven en hopen dat ze verder gaan? Ik had nooit gedacht dat ze überhaupt zo dicht zouden komen. Ruiken die ons niet?

Bjeurn doet zijn kant van de tent open maar ziet niets. Ik durf mijn kant niet open doen. Geen zin om oog in oog te staan met een dier met slagtanden dat 100kg kan wegen. Het geknor stopt en Bjeurn slaapt verder. Ik ben nochtans een goede slaper, maar dat lukt me nu niet meer. Enerzijds ben ik op mijn hoede voor zwijnen, anderzijds heb ik schrik dat er een boze boer ons zal wakker maken als hij merkt dat we op zijn veld liggen.

Om 7u staan we op. Bjeurn, heeft nog 2 uur rustig geslapen, althans zo klonk het toch … Al beweert hij dat hij veel wakker geweest is.

Het voordeel van snel te vertrekken, is dat we ook snel veel kilometers maken. En in die vlotte kilometers spotten we ook nog eens (voor de eerste keer in ons leven) een zwarte ooievaar. We wisten dat die vooral bij de bossen te vinden is. Maar we verschoten van zijn grootte. Eerst dachten we zelfs dat we met een verloren kraanvogel te maken hadden.

Nadien konden we trouwens ook nog een hermelijn spotten. Dat zijn van die dieren die je anders nooit ziet.

In Houffalize begon de ellende. Houffalize wordt wel eens het walhalla van de mountainbike genoemd. En zoals ik al gevreesd had, kwam dit ook aan bod in de Ardennes Arbalète. Vandaag geen aangename gravel, maar hardcore mountainbike. De route liep bijvoorbeeld langs de Eislek trail. Ik heb die ooit gewandeld, al niet heel evident. Geen haar op mijn hoofd heeft op dat moment gedacht “Oh het zou leuk zijn om hier eens te fietsen”.

De route was zo moeilijk dat zelfs Bjeurn regelmatig moest afstappen (een trekkersrugzak op je rug helpt niet … maar die vergeten we even). Ons materiaal liet ons in de steek, door alle modder en vuil ertussen. Mijn vitessen schakelden zo moeilijk dat ik uiteindelijk soms handmatig schakelde om geen brokken te hebben. Handmatig dat is dus de fiets opheffen, schakelen en met je handen met de pedalen draaien tot je in de juiste versnelling zit.

Bjeurn besliste op een moment dat de betere optie was om onze fiets af te spoelen in de rivier en dan terug te smeren.

Voorts mag Houffalize wel het walhalla der mountainbikers zijn, maar ik vroeg me wel af … waar zijn al die mounrainbikers? Wij kwamen amper iemand tegen. Enkel een Nederlands gezin dat het duidelijk niet gewend was om te fietsen. En waarvan de moeder een jeansbroek aan had die tot mijn grote verbazing vlekkenloos was. En toen we ze enkele kilometers verder terug tegenkwamen, was er nog steeds geen vlek te zien. Terwijl het super modderig was. Dat is toch wel het grote mysterie van de dag.

Maar goed … ik was aan het klagen. Ik kan vertellen over onze tweede kettingbreuk. Bij Bjeurn, die ik soms wel wat bruut vind met zijn materiaal, maar hij herstelt het dan ook weer steeds, dus ik heb niets te vinden.

Ik kan vertellen over die keer dat Bjeurn me vroeg “Annelies, ben je aan het wenen?”. Natuurlijk was ik niet aan het wenen. Ik was niet gemukku, maar ook niet ineens aan het wenen. Maar ik dacht wel bij mezelf …. héél mijn binnenste is aan het wenen. Ik vind dit absoluut niet leuk, ik kan me niet inbeelden dat deze hele trip mijn idee was.

Ik hoop dat ik het me tijdig herinner dat ik geen zotte ideeën meer krijg met een mountainbike in de hoofdrol. (Allez, de fiets vind ik nog tof, maar dan om in het veld te rijden ofzo)

Het ambetante aan een lastig parcours is ook vooral dat de kilometers niet vooruit gaan. Ik dacht aan mijn neef Sam, die al poolexpedities deed en me ooit zei, dat als zij het moeilijk hebben, ze stap per stap denken. En zo dacht ik ook … elke trap (of duw, want ik heb mijn fiets ook veel moeten duwen), ben ik dichter bij La Roche.

Neen, aan de rit van vandaag was niet veel plezant. Buiten dat je achteraf kan zeggen dat je het gedaan hebt.

Ik droomde ook nog eens van een goede B&B. Goede douche, met verse handdoeken en een groot bed. Jammer genoeg is het vrijdag en dan is AirB&B en Booking.com blijkbaar leeg. Groot was de teleurstelling dat het vannacht weer de natte tent zou worden. Maar enfin… wel een kamping met wind (wat resulteert in een droge tent), met zalige douche en op wandelafstand van de horeca van La Roche En Ardennes.

Want het was niet allemaal slecht vandaag. Buiten het fietsen was het een prachtige dag.

Ook hier op de kamping is de Ourthe trouwens serieus uit zijn oevers getreden. Een deel van de kamping is gesloten en veel caravans, ingerichte tenten, … zijn noodgedwongen uit gebruik wegens beschadigingen. Knap dat ze toch doordoen.

Als morgen de laatste rit vlot loopt, kunnen we toch nog de Ardennes Arbalète succesvol uitrijden. Tegen alle verwachtingen in. Maar er wacht nog wel een zware rit van 70k en 1400 hoogtemeters. Wat op zich niet veel wil zeggen want alles hangt af van het parcours.

Statistieken: gefietst van de wei in Rogery tot La-Roche-en-Ardennes. 63,93km, 1114 hoogtemeters. Van 7u tot 17u. 1 kettingbreuk, maar Bjeurn de barmhartige Samaritaan heeft ook nog iemand zijn afgebroken pedaal gefixt.