Roadtrip Zweden – Dag 4 – Kamping met zwembad
Een autorit noordwaarts, zodat we eindelijk boven Stockholm zitten. Dat stond op het programma. Tijdens deze lange rit was Juno weer een engeltje, heel de tijd geslapen. Zij was waarschijnlijk ook moe van het vorige nacht uit te hangen.
De kinderen vroegen in de auto om een mobile hotspot te maken, want hun snapchat-streak mocht niet verbroken worden. Waar ik doe aan streaks 10000 stappen per dag, doen zij dat dus aan “snaps” sturen. Enfin, het eindigde erin dat ik nu ook een snapchat account heb, een avator met rimpeltjes en al 50 snapchat punten. Niet omdat ik het zo boeiend vind, maar wel omdat ik het wel eens interessant vind om te kijken waar mijn kinderen zich mee bezig houden.
Deze lange rit leidde tot een kamping met zwembad, restaurant en douches:-), waar we 2 nachten zullen verblijven. We moeten de kerk in het midden houden, en deze was voor de kinderen.
De kamping was niet echt wat ik ervan had verwacht. De glijbaan is buiten dienst en charmant is het er ook niet. Vic beschreef het als “een kamping zoals je die in Frankrijk vindt, maar dan van Ali Express”.
Het boeiendste is nog dat hier hoogstwaarschijnlijk een bijeenkomst van Amerikaanse bakken in de buurt is. Het staat hier op de kamping immers vol met Chevrolets, Mustangs, ….
Maar het was mooi weer, dus er werd gezwommen. En er was een restaurant met pizza, dus er werd pizza gegeten.
De omgeving is pittoresk met zijn vele sluizen van het “Strömholms kanalen” en al het water. Hoewel we in een “naturreservat” zijn, zijn we helemaal niet “into the wild”. Ik veronderstel dat “natturreservat” te vertalen is als park.
Op het eind van de dag kreeg ik een paniekske. Er is zoveel moois in Zweden te zien, en wij verdoen onze tijd hier.
Overnachting: Skantzö Bad & Camping
https://maps.app.goo.gl/fvzTuEPhgp1JZ8jA8
Roadtrip Zweden – Dag 3 – Vissen
De trek naar het Noorden begon vandaag. Mijn initiële plan was om zo hoog als mogelijk trekken, maar op vakantie wijken wij nogal dikwijls af van ons originele plan. Zweden is nogal uitgestrekt, en het is ook niet de bedoeling dat we constant in de auto zitten. Liv vindt het nu al te koud, en in het Noorden zal de temperatuur nog 5° lager liggen. Het Noorden blijft wel tot mijn verbeelding spreken, maar misschien moet ik nog eens terugkomen om te gaan hiken op de Kungsleden. We zien wel, we nemen het dag per dag.
Via de Zweedse shelter app vonden we een overnachtingsplek nabij Växjö (Småland). Daar aangekomen bleek de shelter nog vrij. Bjeurn heeft altijd het gevoel dat we de shelter niet verdienen omdat we met de auto zijn. Als het aan hem lag (en misschien ook aan mij) dan was het nog steeds met de fiets te doen.
De moraal is wat minder. Liv heeft er geen zin in. Ik denk dat het net iets te koud is voor haar. En in ben op zoek naar het evenwicht tussen mijn arm weer te gebruiken, maar ook weer niet te forceren. En dat is continu balanceren op de pijngrens.
Het terrein waar de shelter op staat is aan een natuurreservaat maar het voelde eerder aan als een vakantiepark. Proper gazon, perfect onderhouden, overal vuilbakken. Net wat te verzorgd om je in het wild te voelen. Aan de shelter waren ook alle voorzieningen, behalve hout (en het bos was zo opgekuist dat sprokkelen ook niet zo evident was).
Maar onze plek was wel ideaal om de vislijnen eens uit te testen. Het was al een heel karwei om de lijnen te prepareren. Vic heeft veel knopen in de lijn moeten ontwarren en ik kan zeggen dat er wat frustratiemomenten waren. Maar het bleek het waard, want Vic heeft de vismicrobe te pakken. Al snap ik niet waarom, er was zoveel wind, dat de hengel constant in de bomen vloog bij het uitgooien. En de vangst was nihil.
Op een zonnig moment raapten we ook onze moed bij elkaar om te zwemmen. Als we nog twijfelden of Juno een echte waterhond is, dan is die twijfel nu wel weg. Alsof ze nooit anders gedaan had, zwom ze van den ene naar den andere. Een plezier om te zien, en voor mij ook een motivatie om het water in te gaan.
De avondwandeling was deze keer met Vic. Ook meteen de eerste avondwandeling zonder wild. Dat bevestigt onze stelling dat kinderen nefast zijn als je wild wil spotten. Al had ik op deze plek ook niet zoveel verwachtingen.
Na de wandeling wilde Vic nog perse gaan vissen. De wind was immers gaan liggen.
Ik lag al half te slapen toen de jongens enthousiast terugkwamen met het nieuws dat ze een vis hadden gevangen. “Ik geloof er niks van” was mijn eerste reactie. Maar ze waren slim genoeg om het te documenteren.
De nacht in de shelter was allesbehalve een succes. Geen muggen en niet te koud. De dingen waar je schrik voor hebt, zijn dikwijls niet de grootste issues. Ik maakte het moeilijk voor de anderen om in te slapen. Ik had zelf een slaappil genomen, omdat ik het lastig had met de schouder. Dus ik sliep vlot in. Maar vermits ik enkel op mijn rug kan slapen momenteel, durf ik ook te snurken. En daar had de rest dan weer last van. Niet plezant voor hen dus.
En dan, midden in de nacht werd Juno (die met bench in de shelter sliep) onrustig. Juno slaapt graag en goed in haar bench. Maar niet als ze weet dat wij in dezelfde ruimte als haar zijn. Dan wil ze gewoon bij ons zijn in plaats van in haar kot.
Uit de bench halen was echter ook niet zo een succes. Een enthousiaste hond die iedereen bespringt is niet zo tof in de nacht.
De nacht was dus niet zo verkwikkend en de shelters zullen we deze vakantie waarschijnlijk laten voor wat ze zijn.
Overnachting:
Araby Vindskydd
Coordinates: 56.914171,14.767411
https://vindskyddskartan.se/p/760
Roadtrip zweden #dag2
Nadat Juno de kinderen enthousiast wakker had gemaakt, pakte we in en trokken we nu echt naar Zweden. Ik vermoed dat dit het dagelijkse ritueel wordt. Een overenthousiaste hond met kwispelstaart die de tenten van de kinderen bestormt.
We reden Zweden binnen over de beruchte Sontbrug, die we vooral kenden van “The bridge” (een serie die we destijds graag gezien hebben).
Ons middagmaal aten we op een begraafplaats. Wij hebben iets met kerkhoven. Ze zijn dikwijls praktisch met water, bankjes en soms zelfs een toilet. En ze zijn ook in elk land (en regio) iets anders. Deze plek was piekfijn verzorgd, charmant met zicht op meer en kerk en speciaal. Geen grote grafzerken, maar mooi persoonlijke versierde plekjes.
In de ICA kochten we onze fika (een kaneelrol deze keer) en grilworstjes (want grilworstjes aan een kampvuur hoort zeker bij een zwedenreis).
Een overnachtingsplaats vinden bleek een serieuze queeste. We gebruikten de Zweedse app “Vindskyddskartan” in combinatie met onze good old “Osmand”. De eerste plek was een shelter met grillplaat in Ljunghusen. Zeer charmant, aan de zee met zicht op de sontbrug. En in een natuurgebied tussen de grazende koeien. Er was echter zoveel volk, en de gril was al ingenomen door een grote groep.
Voor de tweede poging reden we meer het binnenland in. Daar vonden we een shelter aan een begraafplaats in een dorpje tussen de velden. Er was wel een gril, maar geen mogelijkheid om hout te sprokkelen.
Ten slotte reden we nog wat verder en vonden we een shelter met grillplaats in het bos. De shelter was al ingenomen door locals, een papa en zijn 2 dochters die samen op trektocht waren. We waren echter wel welkom aan het vuur. De tenten plaatsten we beneden op de parking.
Het is enerzijds altijd een beetje een teleurstelling als een shelter al ingenomen is, want in een shelter slapen is plezant. Maar de contacten aan een shelter zijn meestal wel tof, ook deze keer. Ons hondje bleek geliefd bij onze nieuwe vrienden. En we kregen wat leuke Zweden tips. Ik kon trouwens ook de shelter app aanraden, want de papa was benieuwd hoe we deze plek gevonden hadden. Ik leerde dat elanden ook in het Zuiden van Zweden leven, en dat ik elke wandeling mag blijven hopen. Maar dat de kans dat je ze spot, wel veel groter is als je je boven Stockholm bevindt.
De avondwandeling leverde 5 hertjes op. Ik stel me soms vragen bij het jachtinstinkt van onze hond. Juno spotte er immers maar eentje. We vermoeden een damhert, omdat het zo donker van kleur was.
De wandelingen zijn echt een plezier. De kinderen willen niet mee, maar Juno compenseert dat gemis. Het is aandoenlijk om haar bezig te zien, enthousiast, constant geursporen volgen. En na de wandeling zo moe, dat ze al slaapt van zodra ze in de bench wordt gezet.
Overnachting: https://skaneleden.se/en/plats/lagerplats-dorrod
Roadtrip zweden
3 weken roadtrippen in Zweden, zo hoog en desolaat mogelijk gaan, een meerdaagse kanotocht, en genieten van ons hondje. Dat was het plan. Dat ik 2 weken voor vertrek mijn rechtersleutelbeen en linkerduim zou breken. Dat was niet ingecalculeerd.
We hebben erover gedacht om onze reis een weekje in te korten en later te vertrekken. Maar uiteindelijk beslisten we om gewoon te gaan. In de hoop dat de nachten (die voor mij een bron van stress zijn) wel zouden meevallen. En in de wetenschap dat ik elke dag een beetje meer hersteld zou zijn. Een sleutelbeenbreuk staat immers gekend als iets pijnlijk, maar ook als iets dat vlot geneest.
De start van onze reis was chaotischer dan anders. Waar ik normaalgezien redelijk planmatig ben, en aan alles denk, was dat deze keer niet het geval. Ons huis hebben we achtergelaten als een stort. De frigo zijn we vergeten leeg te maken, geen lunchpakket voor in de auto. Zelfs niemand gevraagd om onze planten te komen water geven tijdens onze reis. Enfin … chaotisch gaat ook en dat stort zal iets zijn om aan te pakken als we weer thuis komen. En tegen dan verwacht ik zo goed als genezen te zijn met een sleutelbeen dat nog sterker is als voorheen.
De auto zit goed vol, ik snapte het niet. Want echt overdreven hebben we niet gepakt. Tot ik besefte dat een hond met haar bench, eten, collectie leibanden en speelgoed, … ook veel plek in neemt.
Een luxe die we deze keer ook mee hebben zijn onze dagelijkse hoofdkussens. En héél veel tenten. Wij kunnen 11 personen te slapen leggen. Daktent (ruim 2 personen), waar Bjeurn en ik deze keer in slapen. Een 123-tent (2 personen) voor Vic, een 123-tent (per ongeluk 3 personen gekocht) voor Liv. En onze 4 personen tent voor als we een meerdaagse kanotocht zouden doen.
De kinderen samen in 1 tent, dat is geen goed idee meer. Ofwel is het ambras, ofwel is het te tof en wordt er niet geslapen. De daktent is nu aan de volwassenen, maar de kinders vinden dat niet zo erg, nu ze kunnen genieten van hun eigen persoonlijke tent.
De autorit verloopt vlot. Ons hondje houdt van autorijden. En de kinderen hebben door dat slapen in de auto loont. Terwijl wij richting Noorden rijden komen we de rennersbussen van de Tour de France tegen, die van Denemarken terug naar Frankrijk rijden op hun rustdag.
Onderweg stoppen we bij de Lidl. Dat is de winkel die voor ons instant vakantiegevoel oproept. Avondeten zullen wraps zijn (ook één van onze typische vakantiemaaltijden). Lunchen doen we op een hondenwei.
Tot in Zweden geraken we deze eerste dag niet. Ik dacht een shelter te zoeken. Dit is een must-do in Denemarken wat mij betreft (check ook de app “Shelter”). Shelters zijn houten hutjes waar Denemarken mee vol staat, en waar je (meestal) gratis mag overnachten. In Denemarken mag je niet wildkamperen, maar de shelters zijn een waardig alternatief.
Vic stelde echter een veto, en wilde op kamping. En zo kwamen we terecht op een charmante kamping aan de Deense binnenzee. Ik moet zeggen dat deze in orde was. Scandinavië-gevoel present, en een overdekte keuken, die welgekomen was want er passeerde nog een serieuze stortbui.
Op weg naar de kamping reden we op het parcours van de Tour de France. Onmogelijk om naast te kijken, want ongelooflijk hoe dat versierd was. Dat de Denen bij waren met de passage van de renners, dat was wel duidelijk.
De avond sloten we af met een avondwandeling. We, dat waren Bjeurn, Juno en mezelf. 3 reekes gespot, dat is wat mijn betreft al een goed voorteken voor een mooie reis.
Overnachting: https://vikaercamp.dk/en/frontpage/
De hagelandse 101
Een bucketlist ding
Al jaren staat de dodentocht op mijn bucketlist, dit jaar zou het eindelijk zo ver zijn. Door corona heb ik het afgelopen jaar veel gewandeld, en ik besliste dat het “nu” de ideale moment zou zijn. Ware het niet dat de dodentocht dit jaar gecancelled werd.
Gelukkig kwam er een alternatief uit de lucht vallen. Mijn vriendin Sigrid, vroeg in een whatsappgroepje wie goesting had om mee te doen aan de hagelandse101. Ik dus !!! (en ook Ingrid, want die zegt ook gemakkelijk “ja” op een leuke uitdaging)
De voorbereiding
In de coronaperiode heb ik veel gewandeld. Alvorens mijn werkdagen aan te vatten, deed ik al steevast een kleine wandeling. En ik maakte er een erezaak van om elke dag 10000 stappen per dag te doen. Mijn jaargemiddelde staat hede ten dage op 15300 stappen per dag, dus dat zit wel goed.
Begin juli deden we al een oefentocht van 42km in de ardennen, en dat ging redelijk vlot. Daarna echter begon de grote vakantie, verwelkomden we een pup in ons gezin en stond wandelen en lopen op een laag pitje.
Niet optimaal, maar … als je wacht tot de condities perfect zijn, doe je niks.
De week voor de 101 kreeg ik een klein stresske en deed ik het enige dat nog nut had. Elke dag vroeg in mijn bed kruipen, gezond eten en veel drinken.
De ervaring
De start
Jammer genoeg raakten we maar met 2 aan de start. Sigrid, onze initiator, was nog herstellende van een spierscheur.
Alvorens aan de start te komen, was er nog een rondleiding door de Stella fabriek. Tof en impressionant, maar feitelijk stond mijn hoofd niet naar extra afstand, trappen, en een warme ruimte met brouwketels.
Toen het startsein werd gegeven begonnen Ingrid en ik meteen te lopen. Dat was immers het plan, lopen en wandelen af te wisselen. Althans in het eerste deel.
Dat was een slim plan, want dat zorgde ervoor dat we nooit in de grote meute zaten. We zaten helemaal vooraan, op een bepaald moment riepen de toeschouwers ons toe dat we positie 5 en 6 hadden.
De top 4 hebben we niet gezien, vermoedelijk lopers die zo slim waren om bij de start al helemaal vooraan te gaan staan. Maar de anderen waren stuk voor stuk boeiend. Zo had je enkele snelwandelaars, aan zo een hoog tempo dat we ze al lopend, maar net konden inhalen. Een vreemd zicht, zo een snelwandelaar, en jammer dat er geen eindklassement is, want ik ben echt benieuwd of ze dit tempo konden vasthouden.
En dan waren er ook nog de “Centurions“. Die wandelden ook snel, maar niet op de kenmerkende manier van een snelwandelaar. Ze stapten zoals een ander stapt, maar dan gewoon snel. Ze vertelden ons, met trots, dat ze centurions waren. Centurions zijn mensen die 100 mijl (dus 161km) op 24u kunnen afleggen.
De nacht
De nacht kwamen we verbazend goed door. Ik had verwacht dat het donker ook de vermoeidheid zou meebrengen, maar ik had genoeg adrenaline in mijn lijf om deze niet te voelen. De nacht was donker, de maan was slechts een sikkel en het parcours onverlicht. Een lamp was geen luxe, maar essentieel.
Ondanks het goed aangegeven parcours, slaagden we er toch in om 2 keer verkeerd te lopen. De nadelen van vooraan te starten. Op dat moment was dat nog niet zo erg, maar ik wist dat ik me tegen het einde, die nutteloze afstand zou beklagen. Want als je één ding snel door hebt, is dat je best geen energie verspilt.
Eén van de centurions sprak me onderweg, met afkeuring in zijn stem, aan op het feit dat we verkeerd waren gelopen. Hij gaf de tip mee, om mijn gsm met de gpx-coordinaten altijd bij de hand te hebben.
Echt koud was de nacht niet, maar ik had wel al van enkele mensen gehoord dat de nacht gevaarlijk is. Dat je gemakkelijk een kou vat op je onbedekte lichaamsdelen. En inderdaad, ik voelde de kou al snel op mijn nek slaan. De buff bleek een essential (ik bond trouwens nog een extra truitje rond mijn nek), en zonder lange broek zou ik ook de nacht nooit in gaan.
Rond kilometer 57, bij het opkomen van de zon, bereikte ik mijn dieptepunt. Mijn voeten en heupen deden pijn, en dat was eigenlijk te vroeg om al zo af te zien. En toen deed ik iets dat héél fout klinkt, maar wel een lifesaver was. Ik nam een dagalgan (en deed dat vanaf dan elke 3 uur).
En toen waren we met 3
Bij het krieken van de dag, en taktisch gezien op de bevoorradingspost met de spek met eieren en de soep, sloot ook Sigrid mee aan. Een boost voor onze moraal en voor de sfeer.
De route bezorgde ons nog enkele bezienswaardigheden. Zo had ik nog nooit de basiliek van scherpenheuvel gezien, en nu had de pastoor zelfs hoogstpersoonlijk een kaarsje voor mij laten branden (tussen de 1200 andere kaarsjes voor de andere deelnemers)
Zo passeerden we ook de vlooybergtoren. Ik voelde echter geen ambitie om boven eens van het uitzicht te genieten.
De dodentocht begint op km 80
De dodentocht begint op kilometer 80, vertelde Ingrid ons. Wel, de Hagelandse 101 begint op kilometer 85.
Vanaf dan ging het echt bergaf. De pijn nam de bovenhand in mijn gedachten. En we telden af tot nummer 4, Ingrid haar man, zou aansluiten. Hij zou ons moeten afleiden van onze pijn met grappige, boeiende verhalen.
Tegen kilometer 90 kwam ook de zon er nog eens door, en ik kan daar niet tegen. Dus die lange broek moest nog uit … en als je kapot zit, is de gêne ver weg. Ik vond het echter wel niet zo tof toen ik merkte dat een fotograaf foto’s aan het trekken was van mij in mijn onderbroek op het parcours. Ik heb hem gevraagd om die niet te publiceren. Nog steeds wel een bang hartje voor als de foto’s verschijnen.
En toen waren we met 4
Het aansluiten van Patrick zorgde weer voor een nieuwe boost. Allez, de pijn in mijn lijf was moeilijk nog te negeren. Ik wist dat ik ergens ‘iets zeer pijnlijks’ aan mijn voet had, maar durfde niet te kijken. En ik kon enkel nog maar waggelen als een zwangere dame met bekkeninstabiliteit. Maar als ik rondkeek, was ik bijlange niet de enige met die tred.
Wat wel opviel, was dat de geoefende wandelaars (te herkennen aan hun T-shirt van de wandelclub of van hun laatste wandelevent) nog behoorlijk fris zaten. Die konden nog lachen, en stapten gezwind (en volgens mij zonder pijn).
Op zo’n lange afstanden wordt het verschil tussen een loper en een wandelaar pijnlijk duidelijk.
De finish
Ik heb nooit een moment gehad dat ik dacht dat ik de finish niet zou halen. Maar het heeft echt wel veel doorzetting gekost. 101km wandelen is vele keren zwaarder dan een marathon lopen. Al vallen de 2 niet te vergelijken, want aan een marathon gaat een zware en intensieve voorbereiding vooraf.
Bjeurn vertelde me op voorhand dat het vooral op karakter zou zijn, en dat was inderdaad wel zo. Veel doorzetting en toch ook wat chance. In mijn voorbereiding heb ik ooit eens pijn aan mijn schenen gekregen, en als dat zich nu had voorgedaan, dan was het over-en-uit geweest.
Maar ik heb het gedaan en ik ben echt super fier dat ik deze ook weer kan afvinken van de bucketlist. Ik ben echter niet meteen geneigd om dit nog eens opnieuw te doen.
Bruto tijd (dus inclusief alle pauzes) was 19u14min, wat wil zeggen dat we een gemiddelde snelheid van 5,3km/u hebben gehaald. Redelijk hallucinant vind ik dat, want op voorhand dacht ik dat 24u om te finishen redelijk krap zou zijn.
Ik ben trouwens ook wel dankbaar voor de steun van Sigrid, Patrick, Bart om ons te begeleiden, onze bagage op te pikken en te dragen nadat we de finish bereikten, ons een pintje aandroegen. En voor mijn familie om me wat te verpamperen nadien.
De day after
Een kreupel en stijf oud vrouwtje, dat was ik vanaf het moment na deze tocht. 3 blaren (dat viel op zich wel mee), knieën die niet meer mee wilden, heupen die pijn deden, zware benen en ongelooflijk moe. Dat laatste is natuurlijk ook niet abnormaal bij nachtje door doen.
Maar de dagen nadien overheerste toch ook een gevoel van blijheid. Omdat ik het volbracht had (en nooit meer opnieuw moet doen)
Van de 1201 deelnemers, haalden er 841 de finish. Dat is 70% en ook wel een vrij hoog slaagpercentage vind ik. De ideale weersomstandigheden zullen zeker bijgedragen hebben.
Het materiaal
Ik droeg
- een lange legging voor ’s nachts en overdag tot het te warm werd
- een T-shirt met korte mouwen
- een merino shirt met lange mouwen
- looplicht (zonder lamp kan je niet)
- fluo hesje (noodzakelijk kwaad, al vloekte ik op de verstrengeling van mijn hesje, looplicht en rugzak)
- goretex trailschoenen (adidas Terrex Agravic TR GTX Dames), eigenlijk trailrun schoenen. Ik ben super tevreden van deze, mede omdat ze zeer geschikt zijn voor brede voeten. En dat is absoluut nodig, vermits de voeten gedurende de tocht nog opzwellen.
- sokken (mijn injinji outdoor midweight merino sokken heb ik niet gedragen, ik had ze nochtans als reserve sokken meegenomen, maar mijn voeten waren halverwege zo opgezwollen en de sokken veel te dik, zodat ze niet comfortabel zaten). Ik was echter super content van mijn goedkope decathlon loopsokken. Ik pleit hierbij voor minder snobisme op vlak van materiaal.
Wat ik wijselijk had thuisgelaten, dat waren mijn ringen. Super beslissing, zo bleek. Niet enkel mijn vingers waren opgezwollen, maar zelfs mijn handpalmen waren dik. Ik was trots op mezelf om zo vooruitziend te zijn.
Ik stapte met een klein rugzakje met daarin
- camelbag (die nodig was, ook al dronk ik op elke bevoorradingspost)
- een beetje eten (wat extra energie – in mijn geval mattetaartjes – is toch aan te raden, ook al weigerde ik nooit iets aan de bevoorrading)
- powerbank en kabels (waarmee ik 3 keer mijn garmin tracker moest opladen, en 1 keer mijn looplamp moest voeden)
- een wandelshort (ter vervanging van mijn lange legging)
- extra sokken
- doekje om me te wassen als ik teveel zou zweten van het lopen (dat ik niet gebruikt heb)
- buff (at mij betreft echt noodzakelijk)
- extra truitje (de nacht was warm, ik heb het niet aangedaan maar wel gebruikt om mijn nek te beschermen tegen de koude)
- oortjes voor muziek op de zware momenten (niet nodig gehad, omdat ik genoeg had aan mijn gezelschap … en we het geluk hadden te kunnen samen blijven)
- dafalgans (lifesaver)
- gsm (met gpx-route en osmand app voor de navigatie)
- cash (niet meer van de tijd, wel nog nodig)
- zonnebril
- klak
- zonnecreme
- mondmasker
- identiteitskaart en bankkaart
De conclusie
Ik stapte de dodentocht nooit, dus alle vergelijk is enkel van horen zeggen.
Dit parcours is meer onverhard dan dat van de dodentocht, wat het zwaarder, maar ook mooier maakt. Ook zijn er hier nog eens 700 hoogtemeters.
Neem van mij aan, als je aan kilometer 91 de chartreuse nog eens op moet, zijn de knieën (en al de rest) niet blij.
Ik denk echter dat de weersomstandigheden veel meer bepalend kunnen zijn voor het welslagen, dan de keuze voor de “Hagelandse 101” of de “Dodentocht”.
De dodentocht had in editie 2019 wel 13000 deelnemers. Hier waren het er slechts 1201 (wat misschien niet meteen een nadeel is)
14 bevoorradingsposten waren er, met toilet. Vermits wij vooraan wandelden, hadden we overal genoeg eten en moesten we niet te lang wachten voor de toilet. Er was echter een punt van kritiek dat er te weinig eten en toileten waren. Maar dit weet ik dan ook weer via de communicatie van de organisatie. Dit was de eerste editie van de Hagelandse 101, en in hun communicatie naar de deelnemers hebben ze gezegd dat de bevoorradingsposten zeker een grotere capaciteit zullen krijgen.
Aan kilometer 48 was er een bagegepost, waar je een zak kon laten leveren met extra schoenen, sokken, …. Wij kwamen hier echter ’s nachts al aan. Onze looplamp konden we nog niet achterlaten en vermits het nog koud was konden we ook nog niet veel kleding achterlaten.
Mijn conclusie? Dit is een absolute aanrader. Alhoewel ik zo hard heb afgezien dat ik niet meteen goesting heb om me al in te schrijven voor editie 2022. Want ja, dat kan dus al !!! Hier.
Den arrivée #ardennesarbalète
70km met 1400 hoogtemeters stonden er vandaag op de planning. Toch als we terug aan onze auto wilden komen. En dat wou ik absoluut, want nog een extra fietsdag zag ik niet zitten.
Het was weer een regendag en ons traject was weer heel modderig. Ook begon het parcours al meteen met een klim die volgens mij enkel maar door een kleine elite van mountainbikeland berijdbaar is.
Toch was de moraal goed. De route was mooi en vooral de bossen van Saint Hubert hebben indruk op ons gemaakt. Ze deden wat mysterieus aan. Verlaten, maar vol asfaltwegen die duidelijk hun beste tijd gehad hebben. Ook wel weer veel schade door de overstromingen. Op een bepaald moment was de helft van de straat weg, naar ons vermoeden omdat de riolering ontploft was.
Heel content om onze auto, na 6 dagen, terug te zien ook. Ook al omdat hij er nog stond en dat alle ramen nog ongehavend waren.
In de auto zaten ook allemaal zalige dingen. Droge sokken, vers ondergoed, droge schoenen, een lekker warme wollen trui, een handdoek die geen zeemvel is, en die groter is dan een zakdoek.
Met de zetelverwarming aan reden we naar de dichtstbijzijnde kamping. Want nog een onderdeel van onze trip was een nacht samen in de daktent. Nog nooit gebeurd want de daktent is gegeerd bij de kinders.
Morgen staat er nog een dauwtrip op het programma, wij willen nog zwijnen zien, en als het kan ook nog graag een hert.
Voor de tweede keer vandaag aten we op restaurant. De kinderen zouden deze trip nooit willen mee gedaan hebben, maar dit zou hen wel jaloers maken.
Een afsluitende post over de Ardennes Arbalète volgt nog. Ik wil wel nog 1 ding uitklaren, want ik weet niet hoe mijn verslagen overkomen. Ik kon soms wel nog een rant afsteken, maar ik ben wel blijven de humor ervan inzien. De sfeer tussen Bjeurn en mij was heel goed, en ik heb niet de hele tijd geklaagd. Mountainbike is misschien niet helemaal mijn ding, maar de condities (regen, modder, overstromingen, …) hebben het er ook niet gemakkelijker op gemaakt. En ik heb van alles wat erbij kwam kijken genoten, de horecabezoekjes, zwijnen in het midden van de nacht aan onze tent, samen stinken, ….
Statistieken: La Roche En Ardennes tot Ambly. 69km en 1434 hoogtemeters. Overnachting in de daktent op een kamping in Nassogne.
Zie daar, een zwarte ooievaar #ardennesarbalète
Ineens schieten we allebei wakker van geknor vlak aan onze tent. Het is 5u ’s morgens en het regent. Dat zijn dus de condities die de zwijnen graag hebben, bedenk ik me.
Maar wat doen we best? Stillekes blijven en hopen dat ze verder gaan? Ik had nooit gedacht dat ze überhaupt zo dicht zouden komen. Ruiken die ons niet?
Bjeurn doet zijn kant van de tent open maar ziet niets. Ik durf mijn kant niet open doen. Geen zin om oog in oog te staan met een dier met slagtanden dat 100kg kan wegen. Het geknor stopt en Bjeurn slaapt verder. Ik ben nochtans een goede slaper, maar dat lukt me nu niet meer. Enerzijds ben ik op mijn hoede voor zwijnen, anderzijds heb ik schrik dat er een boze boer ons zal wakker maken als hij merkt dat we op zijn veld liggen.
Om 7u staan we op. Bjeurn, heeft nog 2 uur rustig geslapen, althans zo klonk het toch … Al beweert hij dat hij veel wakker geweest is.
Het voordeel van snel te vertrekken, is dat we ook snel veel kilometers maken. En in die vlotte kilometers spotten we ook nog eens (voor de eerste keer in ons leven) een zwarte ooievaar. We wisten dat die vooral bij de bossen te vinden is. Maar we verschoten van zijn grootte. Eerst dachten we zelfs dat we met een verloren kraanvogel te maken hadden.
Nadien konden we trouwens ook nog een hermelijn spotten. Dat zijn van die dieren die je anders nooit ziet.
In Houffalize begon de ellende. Houffalize wordt wel eens het walhalla van de mountainbike genoemd. En zoals ik al gevreesd had, kwam dit ook aan bod in de Ardennes Arbalète. Vandaag geen aangename gravel, maar hardcore mountainbike. De route liep bijvoorbeeld langs de Eislek trail. Ik heb die ooit gewandeld, al niet heel evident. Geen haar op mijn hoofd heeft op dat moment gedacht “Oh het zou leuk zijn om hier eens te fietsen”.
De route was zo moeilijk dat zelfs Bjeurn regelmatig moest afstappen (een trekkersrugzak op je rug helpt niet … maar die vergeten we even). Ons materiaal liet ons in de steek, door alle modder en vuil ertussen. Mijn vitessen schakelden zo moeilijk dat ik uiteindelijk soms handmatig schakelde om geen brokken te hebben. Handmatig dat is dus de fiets opheffen, schakelen en met je handen met de pedalen draaien tot je in de juiste versnelling zit.
Bjeurn besliste op een moment dat de betere optie was om onze fiets af te spoelen in de rivier en dan terug te smeren.
Voorts mag Houffalize wel het walhalla der mountainbikers zijn, maar ik vroeg me wel af … waar zijn al die mounrainbikers? Wij kwamen amper iemand tegen. Enkel een Nederlands gezin dat het duidelijk niet gewend was om te fietsen. En waarvan de moeder een jeansbroek aan had die tot mijn grote verbazing vlekkenloos was. En toen we ze enkele kilometers verder terug tegenkwamen, was er nog steeds geen vlek te zien. Terwijl het super modderig was. Dat is toch wel het grote mysterie van de dag.
Maar goed … ik was aan het klagen. Ik kan vertellen over onze tweede kettingbreuk. Bij Bjeurn, die ik soms wel wat bruut vind met zijn materiaal, maar hij herstelt het dan ook weer steeds, dus ik heb niets te vinden.
Ik kan vertellen over die keer dat Bjeurn me vroeg “Annelies, ben je aan het wenen?”. Natuurlijk was ik niet aan het wenen. Ik was niet gemukku, maar ook niet ineens aan het wenen. Maar ik dacht wel bij mezelf …. héél mijn binnenste is aan het wenen. Ik vind dit absoluut niet leuk, ik kan me niet inbeelden dat deze hele trip mijn idee was.
Ik hoop dat ik het me tijdig herinner dat ik geen zotte ideeën meer krijg met een mountainbike in de hoofdrol. (Allez, de fiets vind ik nog tof, maar dan om in het veld te rijden ofzo)
Het ambetante aan een lastig parcours is ook vooral dat de kilometers niet vooruit gaan. Ik dacht aan mijn neef Sam, die al poolexpedities deed en me ooit zei, dat als zij het moeilijk hebben, ze stap per stap denken. En zo dacht ik ook … elke trap (of duw, want ik heb mijn fiets ook veel moeten duwen), ben ik dichter bij La Roche.
Neen, aan de rit van vandaag was niet veel plezant. Buiten dat je achteraf kan zeggen dat je het gedaan hebt.
Ik droomde ook nog eens van een goede B&B. Goede douche, met verse handdoeken en een groot bed. Jammer genoeg is het vrijdag en dan is AirB&B en Booking.com blijkbaar leeg. Groot was de teleurstelling dat het vannacht weer de natte tent zou worden. Maar enfin… wel een kamping met wind (wat resulteert in een droge tent), met zalige douche en op wandelafstand van de horeca van La Roche En Ardennes.
Want het was niet allemaal slecht vandaag. Buiten het fietsen was het een prachtige dag.
Ook hier op de kamping is de Ourthe trouwens serieus uit zijn oevers getreden. Een deel van de kamping is gesloten en veel caravans, ingerichte tenten, … zijn noodgedwongen uit gebruik wegens beschadigingen. Knap dat ze toch doordoen.
Als morgen de laatste rit vlot loopt, kunnen we toch nog de Ardennes Arbalète succesvol uitrijden. Tegen alle verwachtingen in. Maar er wacht nog wel een zware rit van 70k en 1400 hoogtemeters. Wat op zich niet veel wil zeggen want alles hangt af van het parcours.
Statistieken: gefietst van de wei in Rogery tot La-Roche-en-Ardennes. 63,93km, 1114 hoogtemeters. Van 7u tot 17u. 1 kettingbreuk, maar Bjeurn de barmhartige Samaritaan heeft ook nog iemand zijn afgebroken pedaal gefixt.
Zoals ik het in mijn gedachten had #ardennesarbalète
Ik droomde dat ik met de kinderen hout aan het verzamelen wa om boven te blijven als de vloedgolf kwam. Gisteren is toch blijven hangen.
Toen we vanmorgen opstonden kwam de boswachter langs. De feestvierende jeugd moet zijn schema kennen, want alles was mooi opgeruimd en zij lagen ergens verder in den illegale in hun tenten.
Vriendelijk en geïnteresseerd was de boswachter niet meteen. Hij kwam gewoon melden dat we onze afval moesten meenemen. Terwijl “leave no trace” voor ons een evidentie is.
De rit van vandaag verliep nu eens echt hoe ik het op voorhand in mijn gedachten had.
Wat gravel, niet te modderig, niet te technisch. Enfin … op mijn lijf geschreven.
Allereerst deden we de hoge venen aan, een deel van de route was afgesloten, maar goed te bypassen. We vermoeden dat het er te “swampy” bij lag.
Dit is de tweede brug op de arbalete, waarvan we content zijn dat we er nog over mogen. Zwaar beschadigd met de overstromingen, maar nog net berijdbaar.
Het ging geleidelijk, via mooie gravelwegen tot aan het hoogste punt van ons landje. De Signal de Botrange. Het deed wel iets om tot het hoogste punt gefietst te zijn. Wel geen foto, want wat een lelijke plek is dat. Op de hoogste punt van ons land staat een parking.
Naar beneden ging het via iets technischere gravelwegen. Met wateroversteken en wel wat nodige behendigheid. Dit was misschien wel de mooiste bergaf die we ooit deden.
Ook het weer was dik in orde , dus we besloten gewoon door te fietsen tot de goesting over was en te zien waar we belandden.
Of we echt op de goede plek beland zijn, dat zal morgen duidelijk worden. Eerst vonden we een plekje in het bos. Maar ik voelde het niet. Het was echt zo een jagersbos met jagershut. We zijn in een nabije wei gaan staan. Enerzijds ben ik content want het is nu half tien en ik heb al een eerste schot gehoord vanuit het bos. Anderzijds staan we redelijk in het zicht en mogelijks staat de boer hier sebiet.
Morgen sowieso vroeg uit onze nest.
Statistieken: 78km met 1385 hoogtemeters van Lac de la Gileppe tot Rogery. Gefietst van 9u30 tot 17u.
Ramptoerisme #ardennesarbalete
Onze overnachting in de B&B “Le Jardin de miroir was impecable. Goede kamer, zeer vriendelijke uitbaters en een ontbijt met zaken die ofwel lokaal ofwel zelfgemaakt waren. Die overnachting was ook goed voor de moraal. Alleen jammer dat het niet wat beter weer was, want dan hadden we ook het zwembad kunnen uittesten.
Op aanraden van onze gastvrouw en gastheer skipten we een deel van de route en gingen klommen we naar “Ham”. Een piepklein, hooggelegen dorpje naast Esneux in de meander van de Ourthe, met allemaal charmante oude huisjes.
Na deze variatie namen we de route weer verder op via de Ourthe naar Tilf. Wat we onderweg tegenkwamen was hallucinant. Een kamping compleet weggeveegd, de caravans in de bomen. Overal stond de huisraad buiten. Tilf centrum was ook volledig onder water te komen staan, muren meegesleurd, … Het meest onbegrijpelijke is, dat het water 7 à 10 meter hoger moet gestaan hebben dan nu. Met het peil waarop de Ourthe nu staat is het moeilijk in te beelden dat ze uit haar oevers kan treden.
Ook in Luik was het ellende alom, en eens we Luik verlaten hadden kwamen we een stukje voorbij de Vesder in Dolhain, en ook daar was de impact zeer groot geweest.
Het is moeilijk voor te stellen wat daar gebeurd moet zijn en hoe de mensen het ervaren hebben. Onze gastvrouw was heel ontroerd door de solidariteit, zelfs over de taalbarrière heen. We kwamen echter ook 2 chasseurs de papillons (vlinderjagers) tegen nabij Dolhain. Zij waren heel boos dat het stuwmeer in Eupen niet tijdig gereageerd had. Ze spraken van een tsunami die het dorp overspoelde vanuit het stuwmeer. En naar wat we zagen, was dat niet overdreven.
Het was heel dubbel vandaag, enerzijds voelden we ons ramptoeristen, bijna gegeneerd om daar rond te fietsen. Anderzijds, is het belangrijk om te blijven komen, te beseffen, mee te leven en de lokale economie wat te steunen.
De route van vandaag was eerder vlak, en vandaag ook veel minder technische en moeilijke stukken. Zelfs een groot stuk “Ravel”. We deden het meest bebouwde deel van de Ardennes Arbalète vandaag. Maar absoluut ook mooie stukken gedaan.
Het lac de la Gileppe was de afsluiter. Dit is een groot stuwmeer met drinkwateropslag. Ik neem aan in zomers weer redelijk toeristisch. Nu was de sfeer wat mysterieus in de regen en de mist. Vermits je met de auto niet tot aan het meer kan komen (of toch niet overal) is het hier heel rustig. Fietsers en wandelaars, maar geen autoverkeer. Heel tof.
Onze tent hebben we opgezet op de Bivouac de la Gileppe. Een prachtige paalkamping, aan de oevers van “La Gileppe”. Die we delen met 2 hikers en een bende heel luidruchtige jeugd met veel bier, die de schuilhut helemaal hebben ingepalmd. Als we langs de hut wandelen ruikt het naar festival.
Gelukkig is het droog, dus hebben we het afdak niet nodig, en maakt de rivier naast onze tent zoveel lawaai dat we hen kunnen negeren.
Na een broodje met kaas (warm eten deden we ’s middags) was het tijd voor een avondwandeling. We waren vastberaden om weer zwijnen te spotten. Moeilijk zou het niet mogen zijn, want overal waren er zwijnensporen. Na 10000 stappen nog geen geluk echter deze keer.
Statistieken: 69km met 772 hoogtemeters van Esneux tot lac de la Gileppe. Gefietst van 10 tot 17u. Slechts 1 regenbui in de namiddag. Overnachting op Bivouac de la Gileppe.
Vous êtes courageux #ardennesarbalete
“Vous êtes courageux”, riep iemand ons toe, toen we in de regen en vol modder voorbij fietsten.
Wel ja … dat vond ik ook, dat we moedig waren. Misschien wel overmoedig. Alhoewel dat ik ook vind dat je op voorhand nooit teveel moet piekeren en nadenken. Want anders doe je niets en een DNF (did not finish) is minder erg dan een DNS (did not start).
Het plan was om de 365km af te leggen in 6 (eigenlijk 5,5 dagen). En 60km per dag lijkt ook niet veel. Buiten dat het mountainbikeparcours is en dat de omstandigheden allesbehalve ideaal zijn (regen, doornatte ondergrond met veel modder en geulen gevormd door regenwater).
Vanmorgen was er al de eerste lessons learned (die Bjeurn gelukkig al wist). De tent als laatste inpakken. We hadden vroeg kunnen vertrekken maar verkozen toch wijslijk om de eerste regenpieken in de tent door te brengen.
Na 5km fietsen wist ik al … ons plan van 60km per dag gaat lange dagen opleveren. En op 12km zeiden Bjeurn en ik tegen elkaar “we hebben precies al genoeg belevenissen voor een hele dag”. Die belevenissen waren dan schuilen, natte voeten door de plassen, modder, duwen van de fiets wegens steile weg en moeilijk befietsbare ondergrond.
Ik moet zeggen dat ik nog moeilijk kon genieten met de gedachte dat we nog tot in Liège wilden geraken, maar dat de kilometers zo traag voorbij tikten.
Plannen zijn er om te veranderen en dat doen we dan ook. Morgen gaan we verder, maar we zien gewoon hoe ver we geraken. Genieten staat voorop, en als we net als vandaag maar 48 km ver geraken, dan is dat ook zo.
Na die beslissing ging het fietsen beter. Het was ook droger, en dat is ook beter voor de moraal. En ondanks dat ik op een bepaald moment gevallen ben en ondersteboven ben beland onder mijn fiets (zonder veel erg), kon ik alles weer wat beter hebben.
Uiteindelijk zijn we in Esneux beland. Een prachtig dorp, jammer genoeg ook enorm gehavend door de overstromingen. De kamping van Esneux was volledig vernield, alle draadafsluitingen hingen vol met bladeren en vuil, mazoutketels lagen in de kant, auto’s hingen in de struiken, bakken bier lagen overal en de Ourthe stonk naar mazout. Hallucinant.
In Esneux vonden we gelukkig nog een fietsenmaker die Bjeurn zijn maandagfiets wat kon oplappen. En dat was vandaag voor de 2e keer dat een fietsenmaker me vertelde dat hij de Ardennes Arbalete onder normale omstandigheden had gereden, en dat het toen al behoorlijk pittig was. Bedankt daarvoor, dat doet deugd te weten dat het niet enkel aan mij ligt.
Uiteindelijk slapen we hier in een airBNB. En dat doet ook wel deugd … zeker de douche.
Benieuwd wat morgen brengt.
Statistieken van de dag: 48km, 841 hoogtemeters en Érezée tot Esneux, van 9u40 tot 16u (met goeie lunch onderweg in de plaatselijke horeca van Ferière)
Statistisch gezien #ardennesarbalete
De traditie zegt, dat als de kinderen samen op kamp gaan, dat wij onder ons iets tof doen. Zo was er een fietsweekend in de Voerstreek en een deel van de Eislek trail. Deze keer namen we geen genoegen meer met een weekend, maar wordt het een week.
Liv ging ons niet missen op scoutskamp, zei ze. Ik geloof haar en ben er blij om. De kinderen die mij niet missen, die mis ik ook niet. Ik ben gewoon content dat het sowieso tof wordt. Vic ga ik iets meer missen.
Ons plan deze week is de Ardennes Arbalete. Een gravel/ mountainbiketocht van 365 km. Dit al bikepackend, en met tent. Al plannen we ook wel in B&B en consoorten te slapen.
Ik moet zeggen dat (hoewel deze Ardennes Arbalete al lang op mijn bucketlist stond), ik toch wat twijfels had.
Ten eerste is er net een zondvloed geweest, is het wel gepast om hier wat te gaan rondfietsen? Ten tweede , het is hier net een zondvloed geweest, hoe ligt het traject erbij. Ten derde, heel de week regen voorspeld. Gaan er er nog van kunnen genieten. En ook, ik ben geen technisch fietser, ik ben feitelijk een graveler op een mountainbike en ik heb een hekel aan modder en technisch parcours.
De gevolgen van de zondvloed waren niet te negeren. Muren weggespoeld, delen straat weggevaagd, riolering op veel plaatsen open, aan de bedding van de rivier veel plastiek en ander afval. Een beetje confronterend, ik had gedacht dat de schade allemaal veel lokaler was.
We waren onze fietsen nog maar van het bagagerek aan het tillen en we kwamen al een eerste medebikepacker tegen. Hij was naast sympathiek vooral heel hongerig en op zoek maar eten. We boden hem peperkoek aan en het leek te smaken. Ik ben blij dat er nu minder voor mij is. Gene fan hier. Statistisch gezien rijden er veel mensen deze mountainbiketocht, als we na 2 min al iemand tegenkomen. Deze hongerige Fransman was echter de enige vandaag.
De route was gevarieerd, bos, platte band, grote baan, gravel, kettingbreuk, ford (rivier die over de weg stroomt).
Statistisch gezien is het niet ok, als we op 40km al 2 keer fietspech hebben. Gelukkig fixt McGyver dat wel.
Bikepacking is zo licht mogelijk pakken en alles mee op de fiets zonder fietszakken op de bagagedrager.
Dat we dit zo konden doen, is vooral Bjeurn zijn verdienste. Met een trekkingrugzak op de rug, kregen we de tent, kook- en slaapgerief net mee.
Ondanks de weersvoorspellingen hadden we een prachtige fietsdag en avond. Geen druppel regen. Het perfecte weer om te wildkamperen (gaan we zeker niet altijd doen, maar nu was het gewoon zonde geweest om er niet van de profiteren).
Na een nog pittige klim hebben we het ideale plekje gevonden. Ver van alles en super stil. Ons avondmaal was een feestmaal met chips en bier, …. En we hebben het nu nog eens getest en inderdaad. De zakjes van Knor zijn een volwaardig alternatief voor vriesdroogmaaltijden. Gewoon kokend water in het zakje kappen en 10 minuten wachten. Niet enkel veel goedkoper dan een vriesdroogmaaltijd. Maar ook in bijna elke plaatselijke winkel te vinden.
Tijdens de avondwandeling konden we nog een zwijn spotten. Dat is toch nog net iets specialer dan een hert of ree, dus ik kan weer content mijn bed in.
Ondanks mijn bedenkingen op voorhand al 1 geslaagde dag achter de rug.
Statistieken: van Ambly tot Érezéé 40km, 902 hoogtemeters , gefietst van 14u20 tot 19u30, wildkamperen!
Onverwacht de laatste dag
Amai … gisteren was een gevulde dag.
‘S morgens stond we nog in alle rust op, want ’t we hadden tijd. We moesten nog maar een 10tal km kajakken en de bus terug vertrok pas om 16u.
Luxe, we zijn de dag begonnen met uitslapen.
Wij hebben een zalige tent, waar we net met ons 4 in kunnen en bij warme avonden (zoals de vorige) kunnen we de achterwand open zetten. We zijn een beetje droevig omdat de tent op zijn eind is (de rits van buiten- en nu ook binnentent hebben het begeven. Waardoor we deze nacht ook veel muggen te gast hadden.
Bij het inpakken waren we verbaasd dat er 3 beesten hun vel op onze tent hadden achtergelaten.
Voorts vulden we onze dag met veel welgekomen zwempauzes en het springen van rotsen in het water.
Niet zo een succes voor mij want ik denk dat ik mijn trommelvliezen wat beschadigd heb. De rest van de dag ging op dafalgan … maar dat ging ook :-)
Na een hete busrit van een uur, zonder airco en met mondmasker, kwamen we om 18u30 aan op de nieuwe kamping. Waar ze vroegen naar onze pass sanitaire. We wisten dat de regels in Frankrijk verstrengd waren, maar niet dat die verstrenging ook voor kampings geldig is.
Enfin … blijkbaar zijn deze regels voor interpretatie vatbaar want ondertussen heb ik ook al van veel mensen gehoord dat ze wel probleemloos konden inchecken zonder pass sanitaire.
In elk geval mochten we deze nacht nog blijven zonder een pcr test, maar de volgende dag was het testen of vertrekken. Vermits het nog om 1 dag ging, besloten we dat het niet de moeite was om uit te zoeken waar we ons konden testen, en zo werd de vakantie ineens weer een dagje korter.
We hadden nog wel 1 belangrijk ding te doen. DE reden waarom we hier in de Ardèche zijn. Een bezoekje aan onze pup die op 16 augustus ons gezin zal verrijken.
Eén van deze zal het waarschijnlijk worden.
Gelukkig waren we net net op tijd voor een laatste avondmaal op de kamping. We konden zelfs nog een optreden meepikken en zelfs een beetje dansen (Dat mocht dan weer wel … optreden met veel volk en gedans). Wij deden … op veilige afstand … mee en het voelde heel plezant. Zelfs voor een niet-danser als ik.
We beloofden de kinderen dat ze om 8u nog het zwembad met al zijn glijbanen mochten uittesten. En dat verlichtte hun pijn.
En daarmee zit deze vakantie er weer op. Het was een compromis, maar een geslaagd compromis dat iedereen goed gedaan heeft.
De afvaart van de Ardèche
Als je in de Ardèche bent is de afvaart met kano een “must do”.
Wij kozen voor 36km van Sampzon tot Sauze, met overnachting in Bivouac De Gournier in het natuurreservaat. Absoluut een goede keuze.
Al zou ik de 30km zonder overnachting doorheen het natuurreservaat ook aanraden als je een overnachting niet ziet zitten. Zelfs de 12km in alle drukte en tussen de talloze toeristen is de moeite.
Al kostte het me het eerste gedeelte van onze tocht (het toeristische gedeelte) wel wat moeite om te genieten van de omgeving en al het volk wat weg te denken.
Als ik vergelijk met onze kanotocht in Tsjechië, dan zijn er enkele verschillen. Toen was er bagagetransport, nu moest alles mee op de boot.
We hadden even schrik dat we al ons gerief niet zouden mee krijgen (eten, tent, slaapzakken, …) , maar die angst was ongegrond. We kregen per kano 2 grote tonnen, waar ons gerief ruimschoots in pastte en de tonnen waren stevig vastgegespt in de kano.
In Tsjechië waren het echte kano’s, waar de waterdichte tonnen niet heél gemakkelijk in stapelden. Als ingenieur ben ik hier wel onder de indruk van het design.
Geen kano, maar een boot met gaten vanonder (die dus geen water kan scheppen). Die je dus ook niet ondersteboven moet houden om water te verwijderen en waar je geen spons nodig hebt om helemaal watervrij te maken. Dit concept is veel stabieler bij de versnellingen en botenglijbanen. Als je met een kano veel water binnenkrijgt, wordt deze instabiel en kantel je snel om. Dat weten Liv en ik uit ervaring.
Hier is ook geen zitbankje, waar je kan afschuiven in de glijbanen om je dan lelijk pijn te doen.
Neen … het design is helemaal uitgekiend, de tonnen dienen trouwens ook als rugleuning.
Hoewel ik onder de indruk ben van het uitgekiend en simpel ontwerp, blijven gewone kano’s natuurlijk wel charmanter dan deze lompe kleurrijke gevallen.
Toen ik thuis wat opzoekingswerk deed, kreeg ik de indruk dat het parcours ongelooflijk technisch en zelfs gevaarlijk was. Dit valt echter goed mee. Het eerste deel bevat waterglijbanen om hoogteverschillen (barages) te overwinnen en deze zijn echt niet zo heel moeilijk.
Ik heb wel 2 boten zien omkantelen, maar dat was eerder door overbevolking op het begin van de rivier. Dus de drukte is een extra moeilijkheid.
De stroomversnellingen op het tweede deel zijn moeilijker, op een bepaald punt zaten er zelfs lifeguards. Maar wij zijn alvast nog niet omgekandeld.
We hebben wel voor 2 dreamteams gekozen. Liv en Bjeurn samen in een kano, dat geeft vonken. De vrouwtjes en de jongens samen. Dat marcheert wel goed op zo’n momenten.
Deze afvaart is op vlak van omgeving magnifiek. En dan zeker vanaf het natuurreservaat, als de 12 km tocht al beëindigd is.
In het natuurreservaat zijn 3 kampings, “Bivouac de Gaud”, “Bivouac De Gournier” en een naturistencamping. Wij slapen op Gournier. Gaud had misschien de betere keuze geweest want die ligt op 20km, en wij op 25km. Maar we hebben wel echt niks aan te merken op deze plek. Een picnictafel voor iedereen, sanitair en een prachtige plek, waarbij ik gewoon dankbaarheid voel dat we hier mogen zijn.
We kregen zelfs avondanimatie, een interessante uiteenzetting van de fauna en flora in het gebied.
Alcohol op het terrein is verboden, dus we kregen bij de ontvangst de raad om deze wat discreet te verstoppen.
Alles is hier voorzien, want je kan zelfs tentjes en slaapmatjes huren.
Ik zeg wel dat ik niet van warm weer houd, maar in het water had ik daar geen last van. Het zwemmen in deze omgeving was heerlijk. En zo’n zalige avonden waar een trui niet nodig is, die kan ik ook wel appreciëren.
De pot schafte chips uit een geïmproviseerde kom (het deksel van een waterdichte bidon), vriesdroogmaaltijden en aiki noodles. Op één of andere manier smaakt dat altijd heerlijk, die maaltijden in zakjes.
Camping life, tijd voor verandering
Leve elektrische fietsen. Terwijl Bjeurn hardcore voor een mountainbike koos, ging ik voor de elektrische variant. Ik twijfelde nog efkes, maar bij temperaturen van 34°C had ik dat niet moeten doen. Het was zelf elektrisch al warm en vermoeiend genoeg. Wel leuk trouwens om zelf het tempo in de bergoppen eens te kunnen aangeven.
De route ging via de via Verde (De Ardoise). Ik hou van Via Verdes (mooie gemakkelijke fietsweg, dikwijls op een plek waar vroeger een treinspoor was). Vooral voor de tunnels en de mooie zichten die je er dikwijls bij krijgt.
Na 60 kilometer had ik enorme zadelpijn, was het vreselijk warm, en was mijn batterij gelukkig nog halfvol.
De chillers op de kamping hadden ons niet gemist, al kregen ze wel wat honger. Dus ze waren op zich wel content toen we terug kwamen.
Voorts is het het gewone camping life hier.
Liv is wel al met de hangmat naar beneden gevallen. Geen knopen die gelost zijn of musketons die het begaven, echt touwmoeheid. Heel bevreemdend en het scherpt mijn vertrouwen in hangmatkamperen niet echt aan.
We bestuderen de romantische intriges van de animatieploeg. En we vinden de dames die rond de lifeguard van het zwembad hangen veel te oud voor hem. Maar wel een pluim voor de jongeman, want hij bleef bij de les.
We ergeren ons in onze buren die al 3 nachten op rij (ik maak dit verslag met een dag vertraging) hun bedplasser wakker maken om 2u45, met een luid alarm dat ze nooit schijnen te vinden, en per ongeluk op snooze zetten in plaats van ineens helemaal af te zetten.
En we vermoeden dat die buren de stekker van onze frigobox stiekem hebben uitgetrokken, dus we vinden ze nog minder leuk.
Ik ben zelfs geërgerd in een vogel die ’s nachts over de kamping dwaalt en onophoudelijk een vreemd soort biep maakt.
We hebben ook een Belgische buurman, waarvan we hopen dat hij nooit tegen ons begint te praten. We konden onlangs een heel gesprek van hem met de andere buren mee volgen. Enfin gesprek, eerder monoloog want het was niet dat die buren ook iets mochten zeggen. En heel die monoloog ging over zijn caravan, de prijs en de inrichting ervan.
Enfin, onze mooiste kant komt hier niet echt naar voren. Tijd voor verandering.
Het eerste hoogtepunt
Op het programma stond het meest ideale voor een snikhete dag. En iets dat de kinderen nog niet eerder deden. Canyoning !!!
We plooiden de daktent toe, namen nog vlug een duik op de kamping om af te koelen en reden met de auto tot hoger in de bergen waar het sowieso al aangenamer van temperatuur was.
Van de activiteit zelf hebben we geen foto’s. Die zijn wel getrokken, zeer professioneel zelfs. Maar we besloten dat we met dat geld liever een ijsje gingen eten.
“Leo” was onze gids, een mooie jongen die in het winterseizoen ongetwijfeld skimonitor is en meisjesharten sneller doet slaan. Althans, zo beeld ik het me in. Wij waren echter nog meer in de ban van zijn partner. Een zwarte enthousiaste herdershond die de activiteit mee mocht begeleiden. Vic doopte hem Togo.
Na een wandeling van 30 minuten in onze neopreen sokken en waterdichte sokken onder ons zwemkostuum (goed dat daar geen foto’s van zijn, echt geen schoon zicht). Mochten we boven ons wetsuit aantrekken. Absoluut nodig voor in het koude water.
De canyoning was een succes. De kinderen hadden absoluut geen schrik. Zipline, hoge sprongen, kikkersprongen, natuurlijke glijbanen door watervallen. Ze deden het allemaal. Ik moet echter wel bekennen dat ik jaar na jaar wat meer moeite heb met zo’n enge dingen. De eerste sprong liet ik aan mij passeren. Ik durfde echt niet.
Ik was teleurgesteld in mezelf en besefte dat volgend jaar (als onze hond mee op vakantie gaat), dat ik degene zou zijn die met de hond zou moeten achterblijven. Vic zei tegen mij “En jij noemt ons De Dappere Duo’s”.
Iets van die dingen overtuigde me om al het volgende terug mee te durven doen en zelfs hogere sprongen te doen. Ik was absoluut trots op mezelf (zeker als ik later op de foto’s de angst op mijn gezicht zag)
Voor de kinders was dit tot nu toe, met stip het hoogtepunt tot nu toe. En dat snap ik. Canyoning is toch wel echt de max.
In de terugweg bezorgde we nog het mooie dorpje Vogüé. Prachtig, maar iedereen (niet alleen wij) liep daar lamgeslagen door de hitte rond.
Om de dag af te sluiten aten we nog iets in Vallon-Pont-d’Arc. Het dorpje waar we logeren. Zeer toeristisch, maar we hebben lekker en kindvriendelijk gegeten (er waren pizza’s en hamburgers).
In zo van die typische toeristische dorpjes vragen de kinderen altijd ne cent om iets te kopen in een winkeltje. Altijd een lastige activiteit want gegarandeerd vindt er iemand zijn goesting niet om dan lastig te worden na een tijdje. Vandaag ging het echter betrekkelijk vlot.
Het was gelukkig niet deze T-shirt, maar hij deed me wel lachen.