3 weken roadtrippen in Zweden, zo hoog en desolaat mogelijk gaan, een meerdaagse kanotocht, en genieten van ons hondje. Dat was het plan. Dat ik 2 weken voor vertrek mijn rechtersleutelbeen en linkerduim zou breken. Dat was niet ingecalculeerd.

We hebben erover gedacht om onze reis een weekje in te korten en later te vertrekken. Maar uiteindelijk beslisten we om gewoon te gaan. In de hoop dat de nachten (die voor mij een bron van stress zijn) wel zouden meevallen. En in de wetenschap dat ik elke dag een beetje meer hersteld zou zijn. Een sleutelbeenbreuk staat immers gekend als iets pijnlijk, maar ook als iets dat vlot geneest.

De start van onze reis was chaotischer dan anders. Waar ik normaalgezien redelijk planmatig ben, en aan alles denk, was dat deze keer niet het geval. Ons huis hebben we achtergelaten als een stort. De frigo zijn we vergeten leeg te maken, geen lunchpakket voor in de auto. Zelfs niemand gevraagd om onze planten te komen water geven tijdens onze reis. Enfin … chaotisch gaat ook en dat stort zal iets zijn om aan te pakken als we weer thuis komen. En tegen dan verwacht ik zo goed als genezen te zijn met een sleutelbeen dat nog sterker is als voorheen.

De auto zit goed vol, ik snapte het niet. Want echt overdreven hebben we niet gepakt. Tot ik besefte dat een hond met haar bench, eten, collectie leibanden en speelgoed, … ook veel plek in neemt.

Een luxe die we deze keer ook mee hebben zijn onze dagelijkse hoofdkussens. En héél veel tenten. Wij kunnen 11 personen te slapen leggen. Daktent (ruim 2 personen), waar Bjeurn en ik deze keer in slapen. Een 123-tent (2 personen) voor Vic, een 123-tent (per ongeluk 3 personen gekocht) voor Liv. En onze 4 personen tent voor als we een meerdaagse kanotocht zouden doen.

De kinderen samen in 1 tent, dat is geen goed idee meer. Ofwel is het ambras, ofwel is het te tof en wordt er niet geslapen. De daktent is nu aan de volwassenen, maar de kinders vinden dat niet zo erg, nu ze kunnen genieten van hun eigen persoonlijke tent.

De autorit verloopt vlot. Ons hondje houdt van autorijden. En de kinderen hebben door dat slapen in de auto loont. Terwijl wij richting Noorden rijden komen we de rennersbussen van de Tour de France tegen, die van Denemarken terug naar Frankrijk rijden op hun rustdag.

Onderweg stoppen we bij de Lidl. Dat is de winkel die voor ons instant vakantiegevoel oproept. Avondeten zullen wraps zijn (ook één van onze typische vakantiemaaltijden). Lunchen doen we op een hondenwei.

Tot in Zweden geraken we deze eerste dag niet. Ik dacht een shelter te zoeken. Dit is een must-do in Denemarken wat mij betreft (check ook de app “Shelter”). Shelters zijn houten hutjes waar Denemarken mee vol staat, en waar je (meestal) gratis mag overnachten. In Denemarken mag je niet wildkamperen, maar de shelters zijn een waardig alternatief.

Vic stelde echter een veto, en wilde op kamping. En zo kwamen we terecht op een charmante kamping aan de Deense binnenzee. Ik moet zeggen dat deze in orde was. Scandinavië-gevoel present, en een overdekte keuken, die welgekomen was want er passeerde nog een serieuze stortbui.

Op weg naar de kamping reden we op het parcours van de Tour de France. Onmogelijk om naast te kijken, want ongelooflijk hoe dat versierd was. Dat de Denen bij waren met de passage van de renners, dat was wel duidelijk.

De avond sloten we af met een avondwandeling. We, dat waren Bjeurn, Juno en mezelf. 3 reekes gespot, dat is wat mijn betreft al een goed voorteken voor een mooie reis.

Overnachting: https://vikaercamp.dk/en/frontpage/