stola

56 vierkantjes, 720 meter draad en naar schatting meer dan 30u intensieve arbeid gespreid over een maand zitten er in deze stola.

‘Ik kan goed haken’, verzekerde ik Bjeurn, toch had ik al 5 vierkantjes fout gehaakt voordat ik doorhad hoe het nu eigenlijk moest. Ik had ook pas laat door dat je de vierkantjes direct aan elkaar moet haken en dat dat dus niet op ’t einde gebeurt. Gelukkig verwittigde ons mama me op tijd… als je in de helft zit, kan je al de afgewerkte vierkantjes nog mee inhaken.

Meestal vind ik gehaakte dingen niet zo mooi, maar mijne stola vind ik geweldig. Binnenkort sta ik bekend als die één met hare stola ;-)

Stola
  • haaknaald maat4
  • genoeg katoen (720m heb ik gebruikt) dat geschikt is om met een 4 te haken
  • héél veel geduld
  • en indien je niet meer kan haken … ziehier een overzicht van de verschillende steken

Hieronder het telpatroon voor één vierkantje, als je weet dat de witte bollekes losse zijn, de zwarte bollekes halve vasten, de kruisjes vasten en de streepjes stokjes kan je normaalgezien verder.

schema

Vierkantje:
*begin: haak 7 lossen en sluit met een halve vaste tot een ringetje.
*1e toer: 12 vasten (haaknaald gewoon door het midden van het ringetje)
*2e toer: 4 lossen en dan 11 maal een stokje gevolgd door een losse (het stokje telkens in de onderliggende vaste). De toer afsluiten met een halve vaste in de derde losse van het begin van de toer
*3e toer: 6 lossen en dan 11 maal een stokje gevolgd door 3 losse (het stokje telkens op het onderliggende stokje. De toer afsluiten met een halve vaste in de derde losse van het begin van de toer.

*4e toer: 12 keer telkens 5 vaste haken op de 3 onderliggende lossen. Let wel … de haaknaald niet in de lossen foefelen, maar gewoon eronder gaan (simpeler en mooier)

*5e toer: twee halve vasten op de onderliggende rij met vasten. Telkens op de derde vaste (de derde van het groepje van 5) een nieuwe vaste haken. Hierna 4 lossen. Dit weer 12 keer doen. De toer afsluiten met een halve vaste in de eerste vaste.
*6e toer: op elk groepje van 4 lossen maak je 3 vasten, enkele lossen (het eerste groepje 4, dan weer 4, dan 8, 4, 4, 8, 4, 4, 8, 4, 4, 8) en terug 3 vasten. (voor de vasten weer gewoon onder de lossen gaan, en niet ertussen foefelen)

Toer afsluiten met een halve vaste op de eerste steek van de rij.

Verbinden van de vierkantjes
De vierkantjes moeten wel direct aan elkaar gezet worden, dit gebeurt met de lossen van de laatste rij. De 8 lossen dienen om de hoeken te verbinden, en de 4 lossen om de zijkanten te verbinden. De stola bestaat uit 14 rijen van 4 vierkantjes en het verbinden gaat als volgt…  om de hoeken te verbinden, haak in de laatste toer eerst 4 lossen, steek dan de haaknaald in het boogje van de 8 lossen van het vierkantje waaraan je het nieuwe vierkant moet verbinden. Maak een draadomslag en haal hem in een keer door het boogje en door de  lus op de haaknaald, en maak nu de boogje af met de resterende 4 lossen.
Om de zijkanten te verbinden is het dezelfde werkwijze maar met twee lossen, haaknaald door het boogje van 4 lossen van het te verbinden vierkantje en dan de boog verder afmaken met de resterende 2 lossen.

En op ’t einde, de draadjes wegwerken (ook nog een geweldig leuk taakje …not)

En ’t volgende projectje is een sjaal breien. Ik ben het breien al helemaal verleerd, maar dat zal ook wel weer snel terugkomen. Ik vind het wel gezellig, met een handwerkje in de zetel … want voor de goeie koop moet ge ’t niet doen… ik ben ervan overtuigd dat ge in de winkel goedkopere sjaals vindt.

Misschien moet ik voordat ik begin te breien ook eerst een breiwerkzakje stikken … en zo blijft ne mens bezig (en is er een excuus om nog niet aan ’t kleedje te beginnen)