Ze worden groot, mijn kinders.

We zijn uit de papflessen, uit de pampers, uit de dutjes, uit de kleine bedjes … een zaligheid.

Nu nog uit de buggy’s, uit de kribbes (in november) …. en uit de tutjes

Iedere ouder van een tutjesminnend kind, kent het gevoel wel …. “oei, waar is die tut, net nu ik geen reservetut meer liggen heb”

Meestal duikt de laatste tut wel ergens op, tussen het speelgoed, aan de keukentafel, in een jaszak. Of anders vind je wel een andere tut terug die al lang verloren gewaand was. Gisteren echter niet!!!

Net voor bedtijd (op een uur dat de apotheker al toe is) was de tut (de allerlaatste, die zelfs een aanrijding door een wagen overleefde) ineens verdwenen. Op zo’n moment voel ik me nog gestresseerder als een verstokte roker die beseft dat hij de avond zonder sigaretten zal moeten doorbrengen.

En ik zocht, en ik zocht … waarna Bjeurn zocht en zocht (wat belachelijk is, want hij deed dezelfde plaatsen als mij aan, en iedereen weet toch dat vrouwen beter zijn in zoeken dan mannen) … zo wanhopig waren we dus.

Soit … de nacht was niet zo leuk als anders … maar beter dan verwacht … en de volgende dag vonden we de tut terug in de tuin (en er woonde zelfs al een naaktslak IN … degoutant)

En nu … hebben terug een reservetut en dromen er zo van om eindelijk ook uit de tutjes te zijn.