Als er iets is waar ik een hekel aan heb, is het aan duiven.

Dit komt door een documentaire die ik ooit gezien heb. Daarin werden duiven “ratten van de lucht” genoemd, en volgens mij met rede.

Wist je dat duiven leven in hun eigen uitwerpselen? En of dat niet erg genoeg is, zijn ze ook niet vies van de kadavers van hun vriendjes. Neen … ze bouwen er gewoon hun nest op.
Geen wonder dat duiven zoveel ziektes met zich meerbrengen.

In Mechelen zijn de duiven al zo tam dat ze gewoon op de cafétafeltjes de nootjes komen opeten. De grote markt lijkt swijlen op het San Marcoplein in Venetië. En jaarlijks brengt dat 20 000 kg stront met zich mee.

Waar ik me dan zeker in erger is in mensen die die duiven dan nog voederen.
Ik heb zelfs een hekel aan mensen die duiven schattig vinden, zoals onze vroegere apothekeres, die vond het schattig dat een duif bijna haar zaak instapte. Ik ben er in elk geval nooit meer binnengegaan.

Terwijl ik op een houtvuurtje aan het koken ben, dit radicaal stukje volledig terzijde.