Dag 7: De 2 laatste toppen
Ik merk dat Bjeurn de bergen mist, maar ikzelf zie wel de voordelen.
Ik deel niet persé die ‘bergtoppendrang’ van Bjeurn. Maar het is niet omdat we onder de boomgrens zitten, dat we geen bergtoppen kunnen doen. De tocht ernaartoe is misschien wel aangenamer, want bomen zorgen voor schaduw, en dat was op deze zonnige dag wel aangenaam.
Onder de boomgrens is er ook meer leven, vandaag vertaalde zich dat in roofvogels. Veel torenvalken, buizerds en rode wouwen.
Het hoogtepunt was toen een rode wouw vlak boven ons hoofd kwam cirkelen. We hadden geen verrekijker nodig om alle details te zien. Ik ben er redelijk zeker van dat die vogel interesse had in Juno. Al houden ze het normaalgezien bij konijnen en kleinere dieren. Toch denk ik dat het beest graag eens de aanval had ingezet. Juno maar goed in het oog houden dus.
Dit resulteerde toch weer in 850 hoogtemeters. Elke keer dat we denken het kalm aan te doen, slagen we er toch niet helemaal in.
De dag eindigen deden we met een suptoertje en een BBQ.
En ik slaagde er ook in om mijn boek uit te lezen. “One day”, van de Netflix serie die ik niet zag. Het boek is alvast een aanrader.
Onze kamping heeft vreselijk slecht internet. Slechte wifi, wat begrijpelijk is. Maar ook de mobiele data heeft amper ontvangst. Lastig, voor de verslagen en het plannen. Maar wel interessant om wat meer tot lezen toe te komen.
Oostenrijk dag 6: of is het Duitsland?
Om 6u45 ging de wekker, zodat we om 7u aan het ontbijt zouden zitten. En dat om 9u onze kamer leeg en relatief proper zou zijn.
Hutteneigenaars schijnen volgens Bjeurn altijd speciaal te zijn. En dat is hier niet anders. Alhoewel het er super vriendelijk aan toegaat heb ik toch een beetje schrik van Ivet, de gastvrouw.
Enerzijds door alle ‘passief agressieve’ briefjes die ophangen. Enfin … Ik vind ze passief aggresief, Bjeurn denkt dat dat een poging tot humor is. Anderzijds omdat Ivet alles ziet. Als we bv. met Juno terugkomen van de wandeling, zegt ze “heb je een doek mee, want je zal vandaag moeten kuisen.
Op dat vlak ben ik blij dat we terug naar de tent gaan en onze eigen regels weer kunnen bepalen.
Het duurde uiteindelijk nog vrij lang eer we weg geraakten omdat we aan de praat geraakten met de andere gasten. Altijd sympathiek volk in hutten, zegt Bjeurn. En hij lijkt gelijk te hebben.
Om 11u stonden we terug aan de auto, na een mooie wandeling. 6km bergaf, de knieën beginnen soms wel wat te protesteren.
We hadden absoluut nog geen idee waar nu naartoe. Duitsland, de Vogezen, Lichtenstein, een andere hut, … De opties leken legio.
Uiteindelijk beslisten we naar de Duitse kant van de alpen te gaan. Maar blijkbaar is ‘op voorhanden reserveren’ toch echt aangeraden. Pas na 8 telefoontjes konden we ergens terecht, en ‘in’ de Alpen, eindigde als ‘aan de voet van de Apen’.
En zo werd de reis naar Oostenrijk, een reis naar Tirol en Beieren. De rest van Oostenrijk hebben we nog te goed. Volgende keer als we misschien wat beter plannen en voorbereiden.
Beieren bevalt alvast. Glooiend, veel natuur in de omgeving. Onze verkenningswandeling leverde al een hertje op. En we zitten vlak aan het stuwmeer “Grüntensee”
De avond eindigde op restaurant terwijl we Juno in de auto achterlieten. Met de koffer open en de bewegingsgevoeligheid van de auto af, zodat het alarm niet afgaat. Dat hadden we vorige keer voor toen we even rustig wilden douchen.
Dat is trouwens niet zielig, want die juno is soms opgelucht dat ze eens gewoon mag rusten.
Oostenrijk dag 5: 3 bergtoppen
Het huttenleven begint vroeg. Om 6u30 ging de wekker (terwijl op vakantie 8u30 eerder ons uur is). Om 7u zaten we aan het ontbijt en iets na 8 waren we al begonnen aan de dagtocht. Een tocht boven de boomgrens.
Initieel had Bjeurn iets heel ambitieus gepland naar de top van de Grosser Krottenkopf maar vermits we zagen dat het al 5u wandelen was tot daar, besloten we maar een alternatief te kiezen. 3 bergtoppen, minder hoogtemeters, maar soms toch ook weer technisch parcours. Ik was blij met mijn wandelstokken, maar soms ging ik ook gewoon liever langs mijn gat naar beneden.
Dat de weersomstandigheden in de bergen snel kunnen keren, dat bleek nog maar eens. Ontbijten deden we ’s morgens in het zonneke, bij de start van de wandeling had ik het al te warm. En ineens, nadat we de hoogste top bereikt hadden kwamen de donkere wolken eraan, samen met regen en enkele donderslagen.
Wij meteen nat en koud en de paadjes glad.
Op zo’n momenten ben ik geen fan van de bergen. Ik heb dan meteen scenario’s in mijn hoofd dat we elkaar in de mist kwijt geraken en van het pad geraken. Wat niet zo onrealistisch zou zijn, want zelfs in goede weersomstandigheden is het pad niet altijd even gemakkelijk te vinden. Ik troostte mezelf dat het al niet onweerde, maar toen hoorden we enkele donders. En wij stonden door op de 2e bergtop aan het kruis (volgens mij een ideale bliksemvanger).
Gelukkig was het even snel weer over, en met het onweer en de regen verdwenen ook de doemgedachten.
We kwamen tegen onderweg
- Veel raven (in België zeer zeldzaam, hier niet)
- Veel schapenkuddes
- Enkele marmotten, met bijhorend gekrijs
- Waterpiepers. Naamsgewijs leek het me vreemd, maar die vogels leven blijkbaar in de Alpen, en ’s zomers boven de boomgrens. ’s winters lager aan het water. En onze vogel piepte inderdaad.
- Een matkop (vogeltje)
- Een dood schaapje met een wonde, dat er gisteren nog niet lag
- Een notenkraker (vogel), die we jammer genoeg enkel hoorden
- Een havik (denken we) en een nog grotere roofvogel die we niet gedetermineerd kregen. Die vogels cirkelden rond een bergtop waar een schaap en haar lammetje stonden, ver verwijderd van de rest van hun kudde, en volgens ons ten dode opgeschreven.
- Biddende torenvalken
- Een museumhut, met een luik waar je bier kon nemen (en een centje achterlaten).
Terug aan de hut gekomen was er veel minder volk dan gisteren. Blijkbaar waren er door het slechte weer heel wat annulaties gekomen.
Tijdens onze avondwandeling slaagden we er eindelijk in om nog wat hertjes te spotten … Met gewei. Wij blij !!!
Wandeling: start Bernardseckhutte, lechtaler panoramaweg, top Strahlkopf (2380), rond de Rothorn, Jochelspitze (2226), bergheu museum, Lachenkopf (1945), Alpenrosensteig, Bernardseckhutte.
Goed voor 11km en 851 hoogtemeters
Hulp bij vogels:
- Merlin Bird Id (de beste app om vogelgeluiden te herkennen),
- de app “Vogels Van Nederland en België”. Waar veel van bovenstaande vogels ook in beschreven staan.
Oostenrijk dag 4: Huttentocht
Ik werd wakker vanuit een nachtmerrie waarin ik hopeloos en tevergeefs op zoek was naar een plekje om te plassen, en dat maar niet vond.
Het grootste nadeel aan kamperen, beseffen dat je echt wel de tent uit moet om te plassen. Zeker hier in Oostenrijk in de berge , waar het goed afkoelt en er veel dauw is. Dan krijg je meteen de druppels van het tentzeil binnen.
Maar voorts weer zalig geslapen tot 8u30, dat is ons nieuw uur op vakantie.
Vandaag start onze huttentocht. We kraamden op en reden tot in Bach. Bach (in Tirol, Lechtal) is redelijk bekend terrein vermits we hier in de buurt gaan skiën.
Rond de middag vatten we onze tocht aan. We waren nog geen 500m ver en we zagen al een vos. Gelukkig maar, want dat was het enige spannende wat we van de hele dag te zien zouden krijgen. Als je een sperwer en een zwarte roodstaart niet spannend vindt tenmiste.
Hoewel we afklokten om 6,5km is deze wandeling me toch niet heel goed meegevallen. De combinatie van 817 hoogtemeters en het warme weer speelden me parten.
Maar eens bij de hut aangekomen was dat weer snel vergeten. Een mooi uitzicht op de omliggende bergtoppen, een (alcoholvrij) bier en een appelstrudel met ijs … Dat is verwennerij ten ’top’.
Het leven is schoon in de berghut, zeker een luxe berghut zoals de deze.
Doucheke, propere kleren, sletskes aan, eten op het terras in de zon, af en toe eens door de verrekijker zien, avondwandeling, blije hond, naar bed in onze privékamer.
Je hebt ook berghutten met grote slaapzalen, maar dat is met een hond niet aangewezen.
Vanavond zou dat al zeker niet fijn geweest zijn, want honden kunnen dus met zoals kindjes in ‘overdrive’ gaan van blijheid en vermoeidheid. Bij kindjes uit zich dat in huilen en woedeaanvallen. Bij Juno in blafferig gedrag.
Maar ondertussen heeft ‘het kind’ haar rust gevonden. En wij ook.
Hut: Bernardseckhütte 1812m (https://www.bernhardseck.at/)
Start wandeling: Bach
Oostenrijk dag 3: Sup
Vandaag rustdag … Onze stijve benen en Juno kunnen dat gebruiken.
Om de dag goed te beginnen vonden en boekten we voor morgen een hut om 2 nachten te blijven, waar ook Juno welkom is.
Deze kamping hebben we nog maar eens verlengd. Zo zullen we 4 nachten op deze kamping gespendeerd hebben. Ik word er al onrustig van en ik voel de drang om verder te trekken.
Maar uiteindelijk is het hier wel héél goed. Een eigen kampingvos (ik zag hem gisteren weer aan de tenten snuffelen), een vlak stukje waar onze tent op staat (al kunnen de meeste tentkampeerders dat hier niet zeggen), goeie douches, bergen als view. En zoveel wandelroutes en ook meren om te suppen.
Dat laatste is wat we vandaag deden trouwens. We reden naar het Heiterwanger see, waar we met zijn drieën rondvaarden (goed voor 6,5 km) en zelfs wat zwommen. Relax dagje … Al hebben we ook ervaren dat je bij tegenwind, ondanks inspanning, ook achteruit kan suppen.
S avonds gebruikten we eindelijk de mini BBQ die Bjeurn 3 jaar geleden kocht, en waar hij zo trots op was.
Juno haar goede opvoeding begint te lonen. Ze lag erbij en keek ernaar. Enkel op het einde ging ze even de mist in toen ze op een onbewaakt moment toch nog met een maiskolf aan de haal ging.
Ondertussen hebbem we “de tiran van de tent” ook geleerd dat ze een eigen plek heeft. Op haar dekentje in een hoekje in de tent is. Terwijl ik dit typ, hoor ik beweging in de tent. Benieuwd of ik straks moet ruzie maken om in mijn slaapzak te mogen kruipen.
Sup: gratis op het Heiterwanger see.
Parkeren: gratis op een kleine parking op Unterdorf (op een kilometer van “Fisher Am See”)
Oostenrijk dag 2: Seebensee
Beiden niet goed geslapen en dat lag voornamelijk aan de hellingsgraad van het lapje grond waar onze tent op staat. Gelukkig kwam er een vlak plekje vrij, dus we besloten te verhuizen en een nachtje bij te boeken. Het is hier goed !!!
Deze keer reden we tot Ehrwald voor een hike. We zouden het ons gemakkelijk maken, want gisteren heeft wel veel van onze benen en knieën gevraagd. Maar het bleek ‘gemakkelijk op zijn Bjeurn’s’ … Toch zeker niet te gemakkelijk.
Het eerste bord dat we tegenkwamen zei al dat het enkel voor de ‘geübte’ was (de geoefende wandelaar). En het bleek inderdaad wel redelijk technisch. Gelukkig wel met staalkabels ter hulp.
Het voordeel van technisch parcours is ook wel dat er minder volk rondloopt. We schrokken even toen we in de buurt van de Seebensee tussen de massa terecht kwamen.
Al mocht de massa de magie niet drukken. De Seebensee ligt prachtig gelegen tussen de hoge bergen die een schitterend decor vormen.
De omgeving leende zich tot nog hoger gaan, en een meerdaagse hike. Maar dit stond nu niet op de planning.
Na een rondje langs het meer, en een plons voor Juno en Bjeurn gingen we terug naar beneden. Maar naar beneden klinkt in dit geval gemakkelijker dan het was. Pasje per pasje, langs stijle rotswanden met gelukkig weer staalkabels als houvast.
Technisch, belastend voor de knieën, je moest je kop erbij houden, maar het was wel nooit gevaarlijk.
En Juno solliciteert voor berggeit, altijd voorop, om dan te komen kijken waar we blijven. Gelukkig dat we ons om haar geen zorgen moeten maken. Die trekt haar plan en die geraakt er wel.
Meestal zijn de groepsfoto’s voor mij. Maar voor deze prachtig gekadereerde foto zorgde Bjeurn. De making of krijg je er gratis bij.
De avond spendeerde. We aan de tent. Volop de volgende dagen plannen. Bjeurn wil graag een huttentocht doen. Maar dat is dus niet evident vermits we van het type zijn die noet graag op voorhand alles vastleggen. En ook vermits we een hond hebben.
Juno ontpopte zich ondertussen als “tiran van de tent”. Juno heeft immers geen ochtendhumeur, maar we een avondhumeur. Als ze eenmaal zalig neerligt en haar nacht ingaat, dan wil ze ook dat iedereen haar met rust laat. En deze avond placeerde juno zich op mijn slaapmatje, slaapzak en mijn donsvestje dat lag ook mee in haar nest. Dat vestje kreeg ik dus niet terug om buiten de kille avond te overbruggen.
Gelukkig tolereerde ze ons wel in de tent toen ook wij kwamen slapen. En kon ik haar zelfs subtiel van mijn matje wippen.
’t nogal iets ‘willeke Juno’
Wandeling: start aan parking Ehrwald almbahn, immensteig, Via Alpina Red 46 tot aan Seebensee. Toertje rond seebensee, 812 (technische afdaling) tot aan de start.
Technisch, maar nooit gevaarlijk.
Oostenrijk dag 1: De skilift
Een wandeling beginnend met een skilift was zo een bucketlistdingetje. De moment om af te checken vermits we nu slapen aan de skilift.
Ik dacht de lift te nemen en dan een wandeling tot beneden te doen. Maar uiteindelijk vonden we het slimmer om tot boven te gaan, dan wat bergtoppen te beklimmen en dan weer met de lift tot beneden.
Zo gezegd, zo gedaan en 44 euro armer. Eigenlijk was ik vergeten dat ik wat schrik heb op skiliften. Die angst beterde niet toen de man voor ons niet goed op het stoeltje ging zitten en er na enkele meters uitviel. Den dieperik in. Gelukkig zonder veel erg.
Ik hoopte echt dat dat Juno niet angstig zou zijn (of mijn angst oppikken). Gelukkig is ze met haar 15kg wel hanteerbaar, moest ze echt panikeren. Maar ze deed dat schitterend. En ja … Honden mogen blijkbaar in open skiliften.
De hike was prachtig, maar ook wel pittig. 13,5km en 1200 hoogtemeters. Enerzijds mooie alpenweides met koeien en bijhorende bel. De 3 bergtoppen die we aandeden waren steenrotsen. Behoorlijk pittig en met momenten deden we wel ne schuiver. Het weer was eigenlijk perfect … Niet te warm. Hoewel er soms wat mist kwam opzetten was ons zicht steeds goed (al vielen de panoramische uitzichten met momenten wat tegen).
De bergen maken me altijd nederig, en Myrthe+ is er dan ook soms bij.
Je zou denken, 13 km … Dat kunnen wij. 3 uurtjes stappen ofzo, misschien 4 in de bergen.
Wel … hoewel we goed voortgedaan hebben, is dat niet gelukt. De wandeling was te technisch om snel te kunnen doen. Tegen 16u begonnen we door te hebben dat we de laatste lift waarschijnlijk niet zouden halen. We hebben er nog serieus vitesse ingezet, terwijl de marmotten ons als supportering toekrijsten. Uiteindelijk waren we slechts 2 minuten te laat voor de laatste lift naar beneden.
We zagen de lift nog draaien toen we aankwamen, en de liftjesman met zijn verrekijker de berg afturen. Ik had nog de hoop dat we nog mee naar beneden konden, maar de man was onverbiddelijk. Te laat. En hij stopte de lift, sloot zijn kot en reed met een trike de downhill af. Skiliften zijn dus zoals treinen … Ze wachten niet.
Dat was even een kak moment. Het water was bijna op en we hadden 5km extra te doen.
Ik zeg altijd dat Juno niet zal verhongeren als we haar ergens achterlaten, want ze vindt altijd wel ergens eten. Maar Bjeurn kan er ook wat van. Eerst vond hij in de kant een pak pringelchips, dat nog verbazend goed smaakte. En zijn dorst stilde hij aan een watervalleke onderweg. Of dat een goed idee was, dat zien we morgen wel. Ik heb er me in elk geval niet aan gewaagd, met al dat vee op de berg.
Onderweg kwamen we ook nog een café tegen, en eens beneden (pas tegen 20u) ook nog een eetgelegenheid. Dus … Misschien was het allemaal zo erg niet om die lift te missen.
Al zijn we nu allemaal pompaf, zeker die Juno.
De liften: Marienberghbahn I en II
De 3 toppen die we aandeden: Handschuhspitze (2319m), P (2379m), Wannig (2493m)
Oostenrijk dag 0: Full electric op reis
Waar we de voorbije jaren reisden met een grote VW sharan met daktent, gaan we dit jaar full electrisch, met een kleine polestar 2. En eerlijk gezegd, dat voelt als een downgrade.
‘We’ dat zijn Bjeurn, Juno en mezelf. Met de kinderen deden we een weekje Dolomieten met Family Adventure. En wat hen betreft is dat voldoende als gezinsvakantie.
Nu de kinderen op scoutskamp zijn, gaan wij op trot met Juno, die wel graag wandelt en gewoon ook graag bij ons is.
Maar enfin, terug naar dat elektrisch rijden. Wij hebben die wagen nog maar zeer recent en we hebben enkel nog maar geladen aan een trage laadpaal nabij ons huis.
Onderweg begon al het eerste paniekske. Onze kabel in de auto supporteert geen snelladen. Wat googelen leerde ons gelukkig dat snellader kabels gewoon aan de snelladerpaal hangen.
Onze eerste snellaadbeurt ging ook niet vlekkeloos. Excuseer, zei de man in de auto naast ons. Kan het zijn dat jullie mijn laadbeurt stopgezet hebben? En inderdaad, op wat verkeerde knoppen duwen aan het bedieningspaneel kan ambetante gevolgen hebben. Gelukkig dat die man ermee kon lachen en meteen een inleiding snelladen gaf.
Hopelijk lapt niemand ons dat, want snelladen is voor ons een klein wandelingetje met Juno. Het zou een bummer zijn als iemand de sessie ondertussen stopzet.
De auto dan. Buiten dat hij klein is, is een elektrische wagen ook anders rijden. Blijkbaar zijn bugs niet abnormaal.
Zoals toen we op de autostrade ineens een biep hoorden, en ineens de schermen uitvielen. Softwarecrash. Gelukkig kan je dan nog wel gewoon rijden, sturen en remmen. Enkel de radio, de airco en de navigatie stoppen ermee. ‘One pedal drive’ stopt dan blijkbaar ook, maar daaraan hebben we ons nog niet gewaagd.
Voorts hebben we tijdens de rit nog 2 keer zelf de software moeten herstarten, omdat het geluid ermee stopte. Het duurde wel even eer we doorhadden dat het aan de auto lag, het internet en onze USB kabel waren ook wat brak.
Op een moment merkten we ook dat er een SOS knop begon te knipperen. Maar blijkbaar wil dat gewoon zeggen dat de auto geen internetverbinding heeft.
Enfin … Op vakantie vertrekken met een nieuwe auto is wel meteen een goeie kennismaking.
Vermits we pas de dag voordien beslisten om naar Oostenrijk te gaan, zijn we (zoals meestal eigenlijk) niet zo geweldig voorbereid.
Onderweg nog wat inlezen en een camping zoeken die nog plek heeft. Dit werd ‘Alpencamp Marienberg’, aan de voet van een skilift. Om 21u kwamen we aan en zochten we het minst schuine vrije plekje op het hellende tententerrein. Hierop smeten we dan onze 1-2-3 tent en voila … geïnstalleerd.
’s avonds ontmoeten we ook de campingvos nog. Juno is not amused dat er nog een ander dier op zoek gaat naar eten op haar terrein. Blijkbaar is de vos gekend hier. Enkele dagen geleden liep ze zelfs de bosjes in met iemand zijn rugzak.
Wat mis ik onze sharan met daktent nu. Wat droom ik van een camper. Maar toch ben ik er zeker van dat dit ook weer een memorabele vakantie zal worden.
Dordogne – Jour 9 – Massahysterie
De wildkamperende nacht bracht niet wat we verwachtten. Het was 23u en ik was net in slaap aan het dommelen toen Juno begon te blaffen. Dat blaffen is dikwijls een reactie van angst. Nu ook. We kregen haar niet gekalmeerd, maar tussen het blaffen door hoorden we ook everzwijnen knorren.
Ik was me er wel van bewust dat we in everzwijnengebied waren. Ik wist ook dat everzwijnen zich graag in struikgewassen en varens verschuilen, en die waren alom present.
Maar over het algemeen heb ik geen schrik van everzwijnen, de ervaring leert dat ze gewoon weg stappen als ze mensen opmerken. Deze everzwijnen bleven echter in de buurt, en ze bleven lawaai maken. En Juno bleef blaffen.
Hadden we ons te dicht bij hun nest gezet, zitten ze met kleintjes, hoe gaan ze reageren op die blaffende hond?
Bjeurn, mijn held, sprong in zijn botinnes, zette een koplamp op zijn hoofd en nam 2 wandelstokken ter zijner verdediging. Terwijl ik in de tent bleef bibberen van angst en Juno, tevergeefs, probeerde kalmeren. De everzwijnen waren niet te bespeuren, waarschijnlijk zaten ze nog verscholen in de varens.
Maken dat we weg waren, en wel snel. We trokken de tent uit de grond met alles er nog in. De rugzakken lieten we achter. En we verlieten het bosje. Niet langs de weg waarlangs we gekomen waren, want daar klonk het geknor. Maar dwars door de bramen, richting de lege wei. Die veilig leek om ons in te placeren.
Ergens onderweg naar de wei, op het moment dat we ons terug veilig waanden, Juno stil was en wij terug helderder konden denken, beseften we het. Dat geknor dat we hoorden, dat waren helemaal geen zwijnen. Het leek eerder vuurwerk dat ergens uit het dal kwam. Vreemd, om 23u op een woensdag. Het was ook niet het typische vuurwerk, met knallen. Maar zwijnen waren het zeer zeker niet.
En zo waren we slachtoffer geworden van wat ze “massahysterie” noemen. Geïnitieerd door onze kleinste wildkampeerder. Daar stonden we in ons onderbroek.
Een prachtige sterrenhemel was getuige van dit tafereel. En bij een vallende ster wenste Bjeurn een rustige verdere nacht. Dat vermoed ik toch, wensen mag je immers niet verder vertellen, dan komen ze niet uit.
In elk geval … Bjeurn zijn wens was niet uitgekomen, vertelde hij me de volgende ochtend. En de nacht was ook niet rustig. We hadden de fout gemaakt om ons te dicht bij de koeien van de naburige wei te zetten. En angst in nacht, terecht of niet, wordt meestal pas volledig verdreven door het ochtendgloren. Juno blafte de hele nacht op elke koe die bewoog. En ik vroeg me af of wolven -want die zitten daar ook- ook schrik hebben van slapende mensen in een klein tentje.
Toen de wekker om 6u ’s morgens ging was ik blij te mogen opkramen. En besloten we ook om onze driedaagse in 2 dagen af te werken. Zo een nacht zagen we niet meer zitten. We hebben al veel gewildkampeerd, maar een hond is dus wel een extra uitdaging. Nog nooit eerder zijn we ’s nachts moeten verhuizen.
Een wekker om 6u zetten, dan doen we trouwens meestal niet. Maar we hoopten om veel wild te zien. Het ‘loonde’ in de vorm van 2 reekes, maar ook in een lange stapdag, die het ons mogelijk maakte de resterende 29km af te leggen.
Dat tweede deel was trouwens ook het mooiste. We kwamen in Millevaches een bivouac tegen met alle voorzieningen die een stapper wenst. Platform voor de tent, vuurstoof, hout, afdak, droogtoilet, drinkbaar water, eetbanken en elektriciteit. Waar we net op tijd waren om te schuilen voor het onweer. Al een chance, want we hadden de beginnersfout gemaakt om onze regenjas niet mee te nemen.
Voorts zeer weinig medehikers, en genoeg water voor het hondje. Dat hondje bleek trouwens absoluut niet de zwakke schakel.
Al was echt wel iedereen blij dat we na 29km terug op de camping aan de swamp aankwamen, op ons oude vertrouwde plekje, met dezelfde buren.
We ploften ons neer, bestelden eten aan de foodtruck. Probeerden de goudhaantjes nog te spotten, maar kregen enkel de kuifmees, boomklever en blauwe kiekendief in het vizier. Grappig dat zo een veelvoorkomend vogeltje zich zo moeilijk laat spotten. Terwijl die -veel minder voorkomende- blauwe kiekendief, zich op een paaltje zette en zich uitgebreid liet bestuderen.
We wachten de heldere sterrenhemel niet af. Al is dat iets waar ze in die regio trots op zijn. Verschillende dorpen in dit regionaal natuurpark behoren tot de villages étoilé. Gemeenten die streven naar weinig lichtpolutie.
Maar deze keer kropen snel onze bench en daktent in, in hoop op een lange rustige nacht. En Juno die komt duidelijk meer tot rust in haar bench in de auto tussen kampinggeluiden, dan ergens in het wild.
Klaar om morgenvroeg de terugrit aan te vangen
Afstand hiken: 39km
Overnachting: camping municipal de peyrelevade met zicht op de swamp (in parc naturel regional de Millevaches en limousin)
Dordogne – Jour 8 – Driedaagse in het vossenhol
We werden wakker met het geluid van goudhaantjes, en de hele verdere dag zijn ze bij ons gebleven, zonder dat we ze goed konden bestuderen. Goudhaantjes zijn ambetante vogeltjes. Ze zijn nog kleiner dan een winterkoninkje, ze zijn super beweeglijk, en zitten liefst ergens bovenaan in een naaldboom. Een stijve-nek-vogel zoals ze zeggen. En als je gehoor achteruit gaat, dan zijn goudhaan en vuurgoudhaan de eerste die je niet meer hoort. Bij Bjeurn is het al zo ver, meestal hoorde enkel ik onze kleine vriendjes.
Op het programma stond het aanvatten van een driedaagse wandeltocht. De “GRP de Millevache”, goed voor 52 km.
De wandeling is niet echt spectaculair. Het doet wat Ardennen / hoge venen aan. En om eerlijk te zijn heb ik daar al mooier gewandeld. Maar het is rustig, we komen amper een levende ziel tegen. Gelukkig wel onze eerste Franse ree van deze vakantie.
Het zwaarste is de hitte. Het weer is helemaal gekeerd en waar ik de voorbije reis de wolken heb vervloekt, had ik nu gewild dat er wat meer waren. Ongelooflijk hoe ze erin geslaagd zijn om een boswandeling met zoveel zon uit te stippelen.
Ik had ook schrik voor Juno en de hitte. Maar ze bleek er geen last van te hebben. Ze sprong natuurlijk wel in elk beekje dat we tegenkwamen en bij gebrek aan een beek voldeed een modderplas ook prima. Het beloofd stoffig te worden in de tent sebiet.
We willen wildkamperen aan een meertje dat we vinden op de kaart. Daar aangekomen blijkt het een vies, bruin meer te zijn met niet echt gelegenheid om de tent te zetten. Enfin … Die tent zetten zou nog wel gelukt zijn, maar ik voelde het helemaal niet.
Overeenkomen over de geschikte wildkampeerplaats leidt soms tot discussies. En ik ben absoluut de meest kritische hierin.
De regio leent zich ook niet super goed voor wildkamperen. Alles is goed afgezet met prikkeldraad en er is niet veel vrije ruimte. Bjeurn oppert nog even om zich in een wei te zetten, maar ik heb geen zin om betrapt te worden door een boer. Uiteindelijk zetten we ons op een plekje in een bosje met zicht op Bjeurn zijn wei.
De moeite wel, tijdens ons avondmaal (noodels, blik groentemacedoine en frankfurter worsten) volgen we 3 vossen die hun eten bijeen aan het zoeken zijn. Ze nemen hun tijd, want 2 uur later zijn ze nog steeds bezig.
Ik dacht ook een tapuit te spotten, maar ik ben niet zeker of het een correcte determinatie is. Hij vertikte het om te zingen, dus de shazam voor vogels (Merlin Bird Id) kon me niet helpen.
De nacht valt en het is hier compleet stil. Geen auto’s, geen muziek, enkel krekels. Heerlijk.
Afstand: 26km
Overnachting: camping sauvage
Dordogne – Jour 7 – Met zicht op de swamp
De laatste kanodag deden we op een drafje. Vroeg uit bed, 8u in plaats van 9u. Vroeg is relatief op reis.
Waar de afvaart van de Dordogne heel rustig was, was het vandaag echt wel super toeristisch. Begrijpelijk, want de Dordogne doet op dit deel verschillende pitoreske dorpjes tegen kalkrotsen aan, met elk hun kasteel.
We zagen onze laatste ijsvogels net voordat het drukke gedeelte begon. Daarna was het mensen kijken. Wat de hond eindelijk haar rust had gevonden was er nu wat frustratie bij Juno. Honden zijn soms net zoals kinderen, Juno wil altijd als eerste zijn. Jammer genoeg zijn zeer wat minder voor rede vatbaar, dan kinderen. Maar ze hebben dan weer andere voordelen. Ze klagen niet alles er gewandeld moet worden, bijvoorbeeld.
Bjeurn wilde de kano-activiteit bijna niet met mee delen op strava, omdat ik met met de hond was bezig geweest dan met te roeien.
Tegen 13u leverden we de kano binnen. T is plezant geweest. En zeker voor herhaling vatbaar in een nieuwe setting. Maar tegen dan moet Bjeurn wel het verschil tussen “links” en “rechts” onder de knie hebben.
En dan nog vlug onze driedaagse hike plannen. Op 10 minuten hadden we een natuurgebied uitgekozen, een route bepaald een en camping geselecteerd.
Een zo belandden we in de camping municipal van Peyrelevade in het centrum van Parc Naturel regional de Millevaches en limousin. Feitelijk zitten we niet meer in de Dordogne, maar al iets dichter bij huis.
We hebben een prachtig plekje met zicht op de swamp (het moeras). En we werden van harte welkom geheten door alle gaaien van het dorp. Enfin, toch door een mooie delegatie. De voortekenen voor een mooie 3 daagse, zijn al dik in orde.
Afstand kano: 21km (carsac tot Beynac)
Overnachting: camping municipal de peyrelevade met zicht op de swamp (in parc naturel regional de Millevaches en limousin)
Dordogne – Jour 6 – Het verzet is gebroken
Een nacht op camping is iets minder relax dan het wildkamperen, merkte we. Ergens vooraan op de camping blafte een hond gedurende -zo leek het wel- de hele nacht. En Juno vond het soms nodig om eens te antwoorden. Gelukkig bleef het beperkt en was onze aanwezigheid voldoende om een conversatie in de kiem te smoren. Maar ik was er me wel de hele nacht bewust van dat ik liefde moest geven.
Ontwaken ging op deze camping voor iedereen gemoedelijk, het zullen de campingvibes geweest zijn. Voor 9u was er nog amper beweging, zelfs de professionals naast ons kwamen pas een pak na ons hun tent uit. Enfin professionals, dat is wat wij ervan maakten, omdat ze een eigen opblaaskano hadden, en hun eigen waterdichte zakken. En omdat ze zo slim waren om hun eigen stoeltjes mee te brengen.
Uiteindelijk begonnen we pas tegen 11 u te kanoën. Juno sloeg na 5 minuten weer overboord, en ineens maakte ze een klik. Ze gaf zich over en legde zich comfortabel en rustig in de kano. Het verzet is eindelijk gebroken. Na 3 dagen van alertheid, kan ze ook genieten.
De zwaluwen lijken verdwenen en op het water zijn meer insekten te zien, waterjuffers en libellen zijn talrijk aanwezig. Dazen jammer genoeg ook. Voorts zijn het de usual suspects van het vogelrijk. De wilde zwanen zien we vandaag voor het eerst. Dat zijn niet onze gekende knobbelzwanen, maar wat de minder elegante versie.
Het weer is beter geworden, maar te warm heb ik het nog steeds niet. Ik had verwacht dat we dag na dag meer volk op het water zouden zien, maar dat lijkt niet het geval. Het blijft rustig op het water.
Slapen doen we weer in het wild. Aan de oevers van de Dordogne, op een doodlopend wegje naast het maisveld. De plek ligt zo afgelegen dat we met gerust hart onze tent opzetten, alle gerief achterlaten en naar de plaatselijke spar stappen.
We zien dat verder in de straat nog een camper staat, zonder mensen in. Maar wel met 2 méchant honden erin. Honden die meteen blaffend en met hun haar recht omhoog, op Juno afstormen. Juno slaat een gilletje, en ik begin te roepen. Ik dacht in eerste instantie dat Juno gebeten was, maar dat bleek niet het geval. Desalniettemin was ik heel content dat deze camper niet voor de nacht bleef.
Na het koken, knor pasta (onze favoriet) met verse groentjes, deden we weer een avondwandeling. Geen wild, wel een boer die water uit de dordogne kwam halen en met aanhangreservoir gewoon de rivier in reed. En een spoor olie in de Dordogne achterliet. Ook 3 jongemannen met de camper, die waren aan het boulderen op de kalkrotsen. Zeer cool.
En dan wandelden we langs 2 campings, die op zich wel gezeliig waren. Langs Dordogne strandjes, met kampvuurtjes op de kiezelstranden. Maar ook met een gigantisch luid feestje. Ter illustratie, terwijl ik dit typ hoor ik dat ze een Grease medley aan het spelen zijn. En we zitten op 2 km van de camping. Gelukkig zijn wij heel goede slapers.
We sloten de avond af met sterren kijken bij het geluid van de krekels (en die van de camping negerend). En kropen in de tent toen we elk onze vallende ster gezien hadden.
Afstand kano: 28km
Overnachting: camping sauvage aan de oevers van de Dordogne, op een doodlopend wegje naast het maisveld.
Dordogne – Jour 5 – Old school hippie
De nachtrust was iets minder vannacht. Ik ben grote fan van onze exped slaapmatjes. Maar je moet ze wat kennen. Voor een goed slaapcomfort mag je ze niet te zacht en ook weer niet te hard opblazen, je moet de sweet spot vinden.
En waar Juno gisteren nog dankbaar was dat ze mee in de tent mocht, en zich in een klein hoekje nestelde. Zwierde ze zich deze nacht op mijn matje. Weg sweet spot !!! Hallo, hard matje zonder bewegingsvrijheid.
Ontwaken deden we deze keer met de “middelste bonte specht”. Wat veel mensen niet weten is dat er verschillende soorten spechten zijn. Je hebt de grote bonte specht (de gewone), de kleine bonte specht (al iets minder usual) en de middelste bonte specht (degene waarvan je blij mag zijn als je hem kunt spotten). Om het plaatje compleet te maken is er nog de groene specht, die meer op grasvelden en niet in de bossen te vinden is. En de zwarte specht, die hoog op mijn bucket list staat. Over de grijskopspecht zwijg ik, want daar had ik tot 2 minuten geleden ook nog niet van gehoord.
Op de veldweg waar we ontbeten, gebeurde er iets bizar. Een eekhoorn komt recht op ons af gelopen tot ze, op een meter van ons, ineens beseft dat wij midden op haar pad ziten. Waarschijnlijk had ze het pas door toen we riepen “kijk die eekhoorn”. Nog nooit zo dichtbij een eekhoorn gezien. Enfin … Toch geen schattige rode, de grijze franke eekhoorns uit Engeland tellen niet mee. Juno haar reactie was ook goddelijk. Ze had het eerst weer niet gezien, en toen de eekhoorn zeker weg was, blafte ze eens semi stoer. En dan begon ze het spoor van de eekhoorn af te lopen … in de verkeerde richting. Gaat daarmee naar de oorlog.
Het kanoën verliep weer chaotisch. Juno sloeg 3 keer overboord, wat ze niet echt erg schijnt te vinden. We hebben haar vandaag zelfs betrapt met haar staartje naar boven in de boot. Staartje naar boven is een blije hond.
Ik had het idee om ook eens achteraan in de boot te zitten. Wat niet zo een goed idee was, want de achterste persoon stuurt. Maar als al het gewicht zich vooraan bevindt heb je weinig impact. We waren zo goed als stuurloos, wonderlijk dat daar geen echtelijke ruzies uit voort kwamen en dat we niet omgekanteld zijn. Want hoewel de Dordogne kalm is, is de kans op omkantelen toch reëel.
Enfin … na 17 km kanoën gaven we er de brui aan. We kwamen immers de allersympathiekste kamping tegen. “Old school hippie” lazen we in de reviews en dat klopte helemaal. Aanrader, als je gaat voor de sfeer en niet inzit met loslopende honden en voldoende hebt aan 1 toilet voor de hele kamping.
We deden nog een namiddag hike. We verwonderden ons erover dat er verschillende grote wegen waren die niet op de kaart stonden. “Wie legt die wegen aan, en waarom, hier is niks te zien?”, vroegen we ons af. Het antwoord kwam 100m later, toen we de jagershut zagen. Dat is iets wat we wel meer merken, dat jagers hun eigen wegen hebben, die niet op de kaarten staan.
De terugweg hoopten we dan op wild, maar alles lijkt leeggejaagd. Nog geen ree gezien hier in Frankrijk. We heeft Juno alle plakbollekes van het bos verzameld in haar vacht (ellende). En ben ik nog eens goed op mijn poep gevallen. Bjeurn was nog niet uitgelachen, toen hij er zelf ook lag. Iets met een boontje en een loontje.
Wat junkfood en een drankje maakten de dag weer compleet.
Onder het luide geroep van een bosuil en het gesnurk van een medekampeerder kruipen wij ook in onze nest.
Kanoafstand: 17km, hiken 10km
Overnachting: Old school hippie camping. Les grands chênes te Terregaye
Dordogne – Jour 4
Ons plan voor de nacht was dat Juno in de voortent zou slapen. Dat lieten we echter rap varen toen ze zo wild was dat al onze haringen uit de grond werden gerukt. Met 3 in de tent, dan maar. Dat was heel warm, maar verder wel comfortabel. Het bewijs is dat we sliepen tot 9u ’s morgens.
Waar we gisteren slechts 1 ander gezin tegenkwamen onderweg, wordt het nu wat meer bevaard. Ik veronderstel dat het elke dag wat drukker zal worden. En misschien ook wel steeds mooier, want waar het uitzicht gisteren vooral bomen waren, bereikten we vandaag de kalkrotsen. En dat is redelijk spectaculair.
Ons vogelaarshart heeft ook al goed geklopt. We worden constant begeleid door acrobatische zwaluwen. Soms zijn het de huiszwaluwen met hun witte stuitje, andere keren de oeverzwaluwen. De kleine zilverreiger en de blauwe reiger wachten ons regelmatig op. En de ijsvogels zien we regelmatig langs de kant voorbij flitsen. Met zijn iriserende blauwe glans blijft die kingfisher toch steeds de favoriet. Al waren we ook heel blij om ook de oeverloper en de kleine plevier te kunnen afvinken op ons lijstje.
Juno is nog steeds niet helemaal op haar gemak in de boot. Bjeurn probeert met heel zijn truckendoos iets te knutselen zodat ze zich comfortabel zou kunnen zetten. Balken, reddingsvesten, zakken, colaflesjes, … Met alles wat voorhanden is wordt er geëxperimenteerd.
In de late namiddag leggen we aan en vinden we een geschikt wildkampeerplekje. We wandelen naar het dorp voor een ijsje en een pintje, en doen wat inkopen.
We eten aan de kano en ineens hebben we gezelschap van een andere hond die enthousiast met Juno begint te spelen. Even later komt ook het baasje aangefietst. Het is ‘ne local’, zeer vriendelijk en geïnteresseerd van waar we komen. Ik neem aan dat de wildkamperende kanoërs hier nog niet voor overlast zorgen.
Wat opvalt is dat we veel notengaarden zien, vooral hazelnoten en okkernoten blijken populair. Ik vraag me af of die hazelnotengaarden een dubbele functie hebben en ook als truffelgaard dienen. Truffels hebben immers graag hazelaars, en de kalkbodem is ideaal. Het truffelseizoen is nu echter ten einde, dus niemand vreest onze lagotto.
We hopen nog wat wild te spotten, maar helaas, geen succes. Tegen het vallen van de avond, begint het ook te regenen en worden we de tent in gejaagd.
Afstand: 19,5km
Slaapplek: camping sauvage aan de rivierbedding aan de velden bij Meyronne
Dordogne – Jour 3 – Canoë
5 minuten voor de wekker gaat, word ik wakker met vogelgeluiden. Een roodborstje dat zijn typische geluidje maakt, alsof 2 knikkers tegen elkaar botsen. En een vink die niet zijn vertrouwde “suskewiet” zingt, maar het houdt bij een roep van 1 wederkerende lettergreep. Die suskewiet, wordt trouwens niet gezongen voorbij de vlaamse taalgrens. De Waalse vinken hebben een ander deuntje. De Franse dan ook, neem ik aan.
De wekker was gezet om zeker op tijd te zijn bij aanvang van onze kanotocht. 5 dagen, van Beaulieu-sur-Dordogne tot Castelnaud la Chapelle, goed voor een 100 tal kilometers.
Dat wil ook zeggen, enkel het hoogstnoodzakelijke inpakken. Een kleine lichtgewicht 2 persoonstent, waar ook nog Juno in zal moeten passen. En voor de kleren primeert comfort bovenn looks. Stapsandalen, sportschoenen, een short die al meteen vuil is, een legging, een donsjasje en regenjas. Zo een keuzes doen me toch telkens wat pijn.
De autorit en busrit naar ons startpunt brengen ons weer in bekoring. De gele kalkrotsen, talloze forten, huisjes tegen de rotswand geplakt, fleurige tuinen, panoramische slingerwegen langs de Dordogne. Hoe schoon is dees nu weer. Onze stelling “Frankrijk stelt nooit teleur” blijkt weer te kloppen.
Dat we in truffelgebied zitten, valt vooral op aan het aantal lagotto’s die we hier tegenkomen. Ook onze buschauffeur vertelde dat hij een truffière heeft. In tegenstelling tot de witte truffel van Italië, die enkel in het wild te vinden is, willen de zw:arte Périgord truffels ook groeien in truffelgaarden.
Onze eerste kilometer in de kano was hektisch. De hond was niet op haar gemak en wilde uit de kano springen, met als gevolg dat we helemaal uit balans geraakten en alle controle verloren. Dwars door de lijnen van de vliegvissers, achterwaarts de stroomversnellingen af en dan nog Juno overboord. Even chaos.
Nadien ging het vlotter, al waren we wel wat verrast toen we aan een barrage kwamen en daar een kanoglijbaan moesten nemen. Gelukkig ging deze probleemloos. Want bij onze kanotocht in Tsjechië bleken die glijbanen wel een risico op omkantelen.
Echt mooi weer is het nog niet, daarvoor wachten we op overmorgen. Een beetje regen, veel bewolking en friskes. Zelfs Juno heeft wat last van de kou.
We hadden het misschien wat onderschat, kanoën met een hond. We gingen ervan uit dat Juno het wel plezant zou vinden, maar gedurende de hele rit van 21km vond ze geen rust in de boot.
’s avonds legden we aan op een verlaten strandje, onbereikbaar voor de buitenwereld, een plekje enkel voor ons. Aan de overkant van de rivier reden de campervans aan. Ik vermoed dat Park4Night hier voor iets tussen zit. Wij verwachten echter geen bezoek meer.
We deden een poging tot vissen, tot Bjeurn Juno te pakken had (gelukkig enkel in het haar). Juno hield zich bezig met zwemmen en stokken verzamelen. Liefst die stokken die Bjeurn bijeen had geraapt voor het kampvuur.
Onze luxe was een cola die we deelden en een pak chips dat al helemaal verkruimeld was. Daarna volgde een pastamaaltijd uit een zakje, die niet bijzonder lekker was. Wat wil zeggen dat we niet hard genoeg gewerkt hebben vandaag.
Na het kampvuur sloten we de dag af. Met een waaks hondje, die al blaffend reageert op de ambiance en de muziek bij de campers aan de overkant van de Dordogne.
Benieuwd wat morgen brengt. Hopelijk mooier weer en een relaxer hondje.
Organisatie van de kanotocht: CANOËS BUTTERFLY
Le Pont du Pech – 24250 Castelnaud la Chapelle
Tél. +33 (0) 5 53 30 41 21 | www.canoes-butterly.fr