Afstand: 57km

Hoogtemeters: 403 m (867 m naar beneden)

Overnachting: Camping an der Wutach

S morgens uit onze tent gebakken door de hitte, dat was precies lang geleden. Het weer is duidelijk gekeerd.

Snel vertrekken vanop de camping is altijd het plan, maar lijkt nooit te lukken. Enerzijds neemt het inpakken toch gewoon zijn nodige tijd in beslag, deze keer kwam er nog eens bij dat we sympathieke buren hadden. Een Nederlands koppel dat ook al veel fietsvakanties met de kinderen gedaan hadden, maar nu ze een zeker leeftijd hadden kozen ze toch voor wat meer luxe van een campervan (met wel fietsen op de bagagedrager). Het zouden wij kunnen zijn binnen 25 jaar.

We zijn nu aan het gedeelte aangekomen waar de Schwarzwald panorama route samenloopt met de Südschwarzwald radweg. Een pak drukker befietst, vandaag echter nog steeds mooi tussen de bossen, charmante dorpjes en mooie panorama’s. Met de panorama’s is het (als we op de route blijven) gedaan. We hadden vandaag immers een zalige bergaf waar we 350 m daalden.

Heerlijk zo de berg af fietsen zonder te moeten trappen, met zonnebril op en mondje toe want de bostingen met de insekten op onze weg waren frequent en verbazend hard ook. Liv roept normaalgezien op de bergaffen “I’m the queen of the road”, maar nu zweeg ze wijslijk om geen insekten binnen te krijgen.

Het leuke aan een fietsvakantie, is dat we de kleine dingen appreciëren. Een Duitse die uit haar tuin loopt om ons te kunnen duwen terwijl we ons de berg op zwoegen, rode wouwen zien en lachen omdat we tesamen “waaaaauw” zeggen, een lekkere magnum met zoute karamel, een stoel, …

Ondertussen ben ik ook eens in een boek begonnen. Ik koos het boek dat Liv ook aan het lezen was. Zilverdolk van Katherina Kerr (deel 1 van deverry saga). Fantasy natuurlijk, want Liv leest bijna niets anders. Mij kan het boek ook wel boeien, misschien ben ik ook wel een fantasy fan. Gisteren vroeg Liv me waar ik zat in het boek, en haar antwoord was “Oh, zit je daar nog maar”. Vandaag vroeg ze weer waar ik zat, en ik zeg “Brandgwen is net gestorven”. Waarop Liv “Neen stop, daar was ik nog niet!”. Het is niet dat ze geen tijd heeft om te lezen maar de verleidingen van de gsm (waar ze ook veel leest op speciale boekenforums zoals wattpad) zijn groter dan die van de e-reader.

Dit was dus een easy rit, morgen nog zo eentje en dan is Bjeurn het vlaķke beu. Hij is ondertussen al aan het onderzoeken welke route aanpassingen we gaan doen. Dat deze de bergen in gaan, dat is zeker. Ik volg, op voorwaarde dat de etappes dan ook korter zijn als het nodig is.

We zijn aangekomen op een heel tof campingske aan de rivier (500m met de grens met Zwitserland). Een camping waar de tijd precies is blijven stille staan. Geen drank te krijgen, maar wel 2 grote winkels (lees … bier, frisdrank en ijsjes) op wandelafstand.

Iedereen, campers, vaste huisjes, een joga-groep, de blowers, de stappers, de motards staan allemaal door elkaar, in een gezellige wanorde.

Onze avondwandeling (ons = Bjeurn en ik) ging tot in Zwitserland. We kropen in een jagershut, zagen de zaligste vuurplek met hout aan een schoon uitkijkpunt, liepen langs de grenspalen en we zagen de zwijnensporen (en we roken de beesten ook). Hoewel ik graag eens een zwijn in het echt wil zien, gingen de woorden “ik hoop dat er geen zwijn komt, ik hoop dat er geen zwijn komt” meermaals door mijn hoofd. Het feit dat het steeds donkerder werd en dat we er weer niet aan gedacht hadden om een zaklamp mee te nemen maakte dat ik me redelijk ongemakkelijke begon te voelen. Een beetje een schriktocht, waarbij ik gelukkig een handje aan Bjeurn mocht geven …. een hele leuke schriktocht.