In mijn bed al besefte ik dat ik de wekker een uur ging laten snoozen.
Op de fiets al, besefte ik dat het niet goed zat.
Tegen de middag toe besefte ik dat ik nog niets anders heb gedaan, dan zeuren en klagen.
Toen ik wou vertrekken naar huis, liet ik de printer/scanner nog vastlopen en verloor ik daarmee ontzettend veel tijd.

Ik ben kapot, de week duurt me te lang.

Gelukkig heb ik nog zo’n grappige kinderen die erin slaagden me nog te doen lachen

  • Liv die vertelde dat ze me gemist had (terwijl ze op voorhand standhield dat ze me zeker niet zou missen)
  • Mijn zoon die kei snel fietst om dan zijn benen van de trappers te halen en van ‘wiiiiiiiiieeeew’ te doen
  • Mijn dochter die mijn verstopte moederdagkado boven haalde (omdat ik het niet wou zoeken), in mijn handen duwde en boos was omdat ik het nog niet wou opendoen.
  • De reacties van de kinders toen ik deed of ik een cupcake -gemaakt van zeep- wou opeten.
    Liv in paniek “Neee, neee, mama, dat is niet eetbaar”.
    Vic -met zijn schalkse* karakter- die “jaaa, jaaaaa, opeten” gilde.
  • Vic die ging biechten in de kerk en van mij moest zeggen dat hij zijn zusje had geduwd.  Hij deed dat ook zonder morren waarna hij guitig, al op voorhand genietend zei “En nu is ’t aan u, zusje”