Aangezien Liv nog steeds een zielig hoopje ellende was en om de 10 minuten wakker werd van een hoestbui mocht ze nog een nachtje bij ons op de luchtmatras slapen.
Het eerste deel van de nacht was Liv nog een zielig brokje, het volgende uur sliep ze ineens een héél stuk door en opeens was ze opmerkelijk wat beter. Zoveel beter dat ze precies in zichzelf dacht …. “Wat ben ik toch een uilskuiken, ik lig hier als een onnozel te slapen terwijl ik me bevind op een SPRINGKASTEEL”… het vervolg laat zich raden. Liv aan ’t springen op de matras en mama en papa moe en kriekel.
Dus ja, Liv is de nacht geëindigd waar hij begonnen is, in haar eigen bed.
Om 8u40 werden wij wakker en Liv had gene kik meer gegeven. De angst sloeg me natuurlijk weer om het hart. Maar neen, ze is nog rustig aan ’t ronken (’t is ondertussen zelfs 9u30), de vermoeidheid van 2 slechte nachten en 1 slechte dat aan ’t wegslapen.
Volgens mij is de genezing begonnen.
Oef gelukkig dat ze al wat beter is. Hopelijk kunnen jullie vanavond weer in jullie eigen bed! Toch vermoeiend hè, zieke kinderen…
Amai nie, héél vermoeiend.
Toen ik vroeger als vogelvrij meisje mijn collega’s aanhoorde over hun zware nachten, moest ik er altijd mee lachen (in mijn vuistje)
…en zie me nu ;-)