Aantal stappen: 17 000
Gespot: reetjes met de verrekijker en waarschijnlijk 2 bruine kiekendieven
Overnachting: Autokemp Česká Brána
Vaarwel kampingbuizerd, hop naar de bruine kiekendief !!!
We maakten vandaag de oversteek van het Boheems paradijs (Cesky Raj) naar Boheems Zwitserland (České Švýcarsko) met 2 tussenstops.
Eerst naar nen Husky. Husky is immers het Tsjeschische outdoormerk en op de kampings hier zie je dat de meeste tenten van Husky zijn. Een online prospectie leerde ons dat dit wel eens de winkel kon zijn om nieuwe slaapzakken te kopen. Ikzelf had immers dringend een nieuwe slaapzak tot diep in de negatieve temperaturen nodig. Ik hou immers wel van winterkamperen maar ik ben ook degene die het snelst koud heeft. En een hele nacht kou lijden, ik heb dat al veel gedaan maar nog nooit plezant gevonden. -12°C comforttemperatuur is het geworden, ik kan amper wachten tot het winter wordt.
Bjeurn gaat ook een serie warmer (comforttemperatuur 0°C) en schuift zijn oude slaapzak door naar Vic die zijn kinderslaapzak stilaan ontgroeit. Onze kinderen hebben het ’s nachts immers nooit koud (vandaar onze stelling “hoe ouder hoe kouder”).
Op de weg ook nog een toeristische highlight “Panská skála” oftewel de orgelpijpen. Een 30 miljoen jaren oude basaltstenen (gestolde lava) formatie met symmetrische zeshoeken van ongeveer 20 a 25 cm diameter.
Impressionant dat dit zo oud en zo natuurlijk is. En ook zot dat hier dan niets rond gedaan werd, geen pijl, zelfs geen betaalparking. Ter plaatse kon je gewoon op de 20m hoge basalt klimmen. Heerlijk … een pareltje.
Op reis smijten we niet veel eten weg, dit restje van gisteren uit een zakje smaakte koud ook nog heerlijk.
De kamping kozen we weer in functie van water. We hopen morgen een duik in de zwemvijver te kunnen nemen (morgen terug boven 20°C). We hebben ondertussen ook onze hangmat gehangen dus ik hoop daar morgen ook mijn boek te kunnen uitlezen.
De kinderen vroegen wat op deze nieuwe plek te beleven was en ik moest weer zeggen “Bizarre rotstransformaties van zandsteen en kloven”.
“Jak, weer wandelen”, aldus Liv. En “weer rotsen, ik moet daarvan kotsen”, aldus Vic.
Vic zijn opmerking was eerder grappend, maar ik snap de kinderen wel een beetje. Ik weet immers nog maar al te goed dat ik wandelen als kind ook niet zo tof vond.
We hielden het vandaag wat chill en cullinair met een terrasje en typisch Tsjechisch eten (goulasch, alle soorten noedels, zuurkool… en gelukkig ook nog een stukje vis voor de vegetariër). Content dat we eindelijk eens typisch eten van hier aten en dat het iedereen ook nog eens gesmaakt heeft.
Na een korte avondwandeling gingen we terug naar de kamping. Waar we nog reetjes konden spotten aan de overkant van het water en zo ook nog aan de praat kwamen met een sympathieke Zwitserse familie (we merken trouwens op dat wij dikwijls goed matchen met Zwitsers, misschien omdat die ook altijd goed hun talen spreken en openstaan voor een gesprek in een andere taal).
De Zwitsers vroegen wat we zagen door onze verrekijker, maar zij waren zelf niet zo onder de indruk van een hertje meer of minder. Thuis zagen ze er ook dagelijks. Hierbij was ik officieel niet enkel jaloers op hun campervan maar ook op hun herten.
Let’s call it a day. Slaapwel !!!
Haha, van waar waren die Zwitsers? Dagelijks reetjes zien is hier vlak bij ons (bos, maar vlak bij een stad) echt niet het geval, maar we hebben er ook al wel gezien :-)
En heel zot inderdaad dat die basaltformaties niet eens aangeduid worden; in IJsland is iets gelijkaardigs een van de hoofdattracties en moet je keihard je best doen om geen mensen op je foto te hebben…
Op een zondagmorgen waren wij aan die basaltrotsen, kwam er een koppel met een korf, liet er 2 ganzen uit. Mooie witte ganzen zwommen rond. Mijnheer floot gansjes terug en die gingen terug naar de kant weer de korf in. Weg waren de Tsjechen. Was waarschijnlijk de wekelijkse zwembeurt van de ganzen.
Zalig