Overnachting: Campplatz Quellgrund Höfen an der Enz

We slagen er in om tegen 9u te vertrekken. Netjes!

Klaar voor een 500 tal kilometer te rijden met onze bagage in de auto en de fietsen in de aanhangwagen.

Als Bjeurn, die chauffeur van dienst is, onze familieplaylist beu is, gaat “Radio Bob!” op. Een radiopost voor oude rockers, helemaal Bjeurn zijn meug.

Na een tijdje doen de de onaangename ontdekking dat je met een aanhangwagen maar 80 km/u mag rijden op de autostrades in duitsland. We vertragen van 110 naar 100 km/u en hopen dat er geen boete zal volgen.

Rond 16u komen we aan op de camping waar we al direct door Stien en family begroet worden. Zij vertrekken morgen naar huis en genieten van de laatste dag. Leuk om hen nog eens te zien. Handig ook … want we krijgen hun fietskaart te leen. Wij zijn meer gps fietsers, maar een goede fietskaart is feitelijk wel een meerwaarde. Dat zouden we eigenlijk altijd moeten voorzien.

We leren al meteen 2 zaken over Duitsland. Er is veel met cash geld te doen, en supermarkten zijn zondag niet open. En … maar dat wisten we al, in Duitsland doen ze niet aan Engels.

Als we geld hebben afgehaald en ons eerste pintje op de camping willen drinken en van het zelfgemaakt ijs willen proeven, blijkt daar ook de bar weer toe. De planning vandaag blijkt niet ons sterkste punt.

We belanden en een restaurant waar we frietjes eten, die binnenkort onze oren zullen uitkomen (aldus Stien en co). Het gespreksonderwerp draait uit op slechte ouders en alle dingen die wij al eens fout hebben gedaan. In onze kinderen hun vingertjes geknipt bij het nagelknippen, een kind met wipper op de tafel gezet, waarna die van de tafel wipte met wipper en al.

Enfin … de kinderen hebben eens goed gelachen en ze hebben ons vergeven voor de fouten die we hebben opgebiecht. (Al ben ik na al die jaren zelf nog altijd niet goed van het wipperverhaal)

Er is wel 1 ding dat Liv me nog niet vergeven heeft. Ik vertelde haar over die ene keer toen ze net geboren was en iemand me vroeg “Hoe heet je kindje?”. En ik niet meer op haar naam kon komen. Die anekdote had ik misschien beter voor mezelf gehouden.

‘S avonds halen we nog een pintje in het tankstation, dankzij de inside informatie van Stien. En we maakten met die kennis ook andere Belgen gelukkig.

De standaard avondactiviteit is een wandeling op de camping. Achterin liggen de permanente verblijvers. Het is daar zeer divers, van plaatsen met volledig ingerichte tuinen en carpoort. Tot trieste rommelige aftandse constructies. Altijd boeiend … zo een campingwandeling.

En zo slapen we, met ons vieren dicht bij elkaar. Gezellig. Misschien maar goed ook, want het koelt hard af ’s nachts.

Nu hopen dat we niet naar de toilet moeten want het geklater van de Enz naast onze tent is heel prominent aanwezig.