Om 6u45 ging de wekker, zodat we om 7u aan het ontbijt zouden zitten. En dat om 9u onze kamer leeg en relatief proper zou zijn.

Hutteneigenaars schijnen volgens Bjeurn altijd speciaal te zijn. En dat is hier niet anders. Alhoewel het er super vriendelijk aan toegaat heb ik toch een beetje schrik van Ivet, de gastvrouw.

Enerzijds door alle ‘passief agressieve’ briefjes die ophangen. Enfin … Ik vind ze passief aggresief, Bjeurn denkt dat dat een poging tot humor is. Anderzijds omdat Ivet alles ziet. Als we bv. met Juno terugkomen van de wandeling, zegt ze “heb je een doek mee, want je zal vandaag moeten kuisen.

Op dat vlak ben ik blij dat we terug naar de tent gaan en onze eigen regels weer kunnen bepalen.

Het duurde uiteindelijk nog vrij lang eer we weg geraakten omdat we aan de praat geraakten met de andere gasten. Altijd sympathiek volk in hutten, zegt Bjeurn. En hij lijkt gelijk te hebben.

Om 11u stonden we terug aan de auto, na een mooie wandeling. 6km bergaf, de knieën beginnen soms wel wat te protesteren.

We hadden absoluut nog geen idee waar nu naartoe. Duitsland, de Vogezen, Lichtenstein, een andere hut, … De opties leken legio.

Uiteindelijk beslisten we naar de Duitse kant van de alpen te gaan. Maar blijkbaar is ‘op voorhanden reserveren’ toch echt aangeraden. Pas na 8 telefoontjes konden we ergens terecht,  en ‘in’ de Alpen, eindigde als ‘aan de voet van de Apen’.

En zo werd de reis naar Oostenrijk, een reis naar Tirol en Beieren. De rest van Oostenrijk hebben we nog te goed. Volgende keer als we misschien wat beter plannen en voorbereiden.

Beieren bevalt alvast. Glooiend, veel natuur in de omgeving. Onze verkenningswandeling leverde al een hertje op. En we zitten vlak aan het stuwmeer “Grüntensee”

De avond eindigde op restaurant terwijl we Juno in de auto achterlieten. Met de koffer open en de bewegingsgevoeligheid van de auto af, zodat het alarm niet afgaat. Dat hadden we vorige keer voor toen we even rustig wilden douchen.

Dat is trouwens niet zielig, want die juno is soms opgelucht dat ze eens gewoon mag rusten.