Even kaderen: soms moeten wij op ’t werk een presentatie geven, ons project eens toelichten, centen vragen, … Deze presentatie gebeurt dan voor het hoger management. Veel mannen en hier en daar een vrouw. Vandaag was het mijn beurt, ik kwam tweede in rij, maar moest ineens toch als eerste komen opdraven want Karen was belet.

Op de vergadering:
Baas 1: De presentatie van Karen zal vandaag wegvallen, ze heeft me vanmorgen gebeld dat ze in het ziekenhuis zit met haar zoontje, hij is van de trap getotterD en heeft 2 gebroken voortanden.
Ik kende het verhaal al, dus ik kon de reacties goed observeren en tot mijn verbazing is het niet normaal om een pijnlijk gezicht te trekken en eventueel een ‘auch’ eruit te slagen. Neen, dit deden enkel de twee aanwezige vrouwen. De mannen bleven stoïcijns.
Tenslotte vroeg de hoogste in rang “Melktanden of grote tanden?”
“Melktanden”, was het antwoord.
“Da’s toch geen ramp” volgde daarop.

En dat … dat is volgens mij het mentaliteitsverschil dat ervoor zorgt dat vaders carrière maken en moeders deeltijds gaan werken