IMG_20141129_195633

Sinds ik mama ben, moet ik constant het net gevonden ritme bijsturen aan nieuwe situaties. “Dynamisch” kan je het ouderschap wel noemen.

Eerst wordt het kind geboren, met een huilbaby was de aanpassing meteen groot. Ik herinner me nog dat Bjeurn me ooit -vermoeid- vroeg: “Is ‘dit’ nu ons leven”?

En zo volgenden er nog meer momenten waarop het ritme moest worden aangepast.

  • Een tweede kind (dat viel nog mee)
  • de overstap van creche naar school (rampzalig, echt)
  • verandering van werklocatie van de man, 60km verder (dat we oplosten met nieuw werk voor mij)

En daarna ging het beter.

  • Het tweede kind ging ook naar ’t school, een dikke verbetering zowel op vlak van tijd als financieel.
  • Ik begon 4/5e te werken … een zaligheid.

En ik dacht … dat het ergste achter de rug was. Genieten tot ze in de pubertijd komen!!! De lagere school leeftijd is toch de gemakkelijkste leeftijd , zeggen ze … niet?

Inderdaad, lagere school kinderen zijn geweldig.
Niet meer zo schattig weliswaar , maar in ruil krijg je wel veel terug; zelfstandigheid, intelligentie, toffe babbel, toffe activiteiten om met ze te doen, minder kuren  …
Heerlijk vind ik dat, geen buggy’s meer, geen dutjes meer, in de auto stappen en gewoon vertrekken want de kinderen klikken zelf hun gordel vast.
En om 7u des morgens, komen ze even langs om te vertellen dat ze opstaan, waarop ze naar beneden gaan en zelf de tv opzetten. In het beste geval dekken ze nog de tafel en geven ze de kat eten.

Maar er is ook een keerzijde aan lagere school kinderen, namelijk hun hobby’s.
Hier is dat  inline skate (3 keer per week), voetbal (3 keer per week), zwemmen (1 keer per week), scouts (1 keer per week).
Daardoor moeten we elke dag wel ergens zijn (buiten vrijdag). En het is een hele uitdaging om huiswerk, avondeten, hobby, bad in één avond gepropt te krijgen.

Er moet dus weer iets veranderen, weer op zoek naar een nieuw ritme.
Mogelijke oplossingen

  • Naschoolse activiteiten reduceren … maar scouts en zwemmen vind ik te belangrijk, de voetbal schrappen is geen optie voor de zoon, en het inline skaten is te belangrijk voor de dochter.
  • Vroeger opstaan, om vroeger naar het werk te kunnen vertrekken en dan ook weer vroeger te kunnen stoppen. Niet echt een optie … 5u50 vind ik al vroeg genoeg. Vermoeidheid werkt trouwens stress in de hand.
  • Mijn fiets terug inruilen voor de auto om te gaan werken. Dit heb ik héél zwaar overwogen, maar neen. Ik ben trots en blij om met de fiets te kunnen gaan werken. Het is goed voor de mobiliteit van anderen, mijn gezondheid, het milieu en natuurlijk ook voor onze portemonnee.
  • Voor enkele dagen per week naschoolse opvang zoeken waar ze avondeten krijgen en huiswerk kunnen maken. Lijkt ideaal, ik ben de zoektocht alvast gestart.

Voorlopig kwam ik enkel tot het volgende, waar ik wel veel van verwacht.
’s morgens wat minder op het gemak doen en mijn ontbijt uitstellen tot op het werk. Getest en uitgeprobeerd … spaart me 20 minuten uit. En op 20 minuten kan je veel doen tijdens de avondspits.

Hopen dat het werkt dus, en hopen dat het alleen maar beter wordt … tot ze in het middelbaar zitten, want “kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen”.
Maar gelukkig –naar ’t schijnt – ook “grote kinderen, terug wat meer vrijheid voor de ouders”.